Iwan Wijngaarde, voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman, kijkt tevreden terug op de onlangs herdachte dag van de afschaffing van de slavernij, waarbij in Amsterdam excuses zijn gemaakt voor het slavernijverleden, door burgemeester Femke Halsema.
Hij waarschuwt echter dat we er nog niet zijn. Er zijn nog steeds onzichtbare ketenen die mensen ook nu nog beperken in hun kansen. ‘Geestelijke ketenen, de vraag wie je bent, en zaken over ethiek en moraal vormen de basis voor verdere groei, zowel economisch als maatschappelijk. Daar moet nog structureel aan worden gewerkt. Na de afschaffing van de slavernij heeft de aanpak een ad hoc karakter gekend.’ “Brandjes blussen”, noemt Wijngaarde deze aanpak.
Excuses
De ‘Feydrasi’ is blij met de excuses van de gemeente Amsterdam. ‘Wij bedelen niet om excuses, maar we zijn blij wanneer men tegenover ons mens is geworden”, zegt Wijngaarde. Toch merkt hij op, dat excuses niet voldoende zijn. “De cultuur welke ons is afgepakt en de beperking van de mogelijkheid om je op een natuurlijke wijze te ontwikkelen zijn grote beperkingen. Je krijgt daardoor een hele slechte en ongezonde groei.’ Op dit vlak moet er nog wat gedaan worden, merkt Wijngaarde op.
Verwarring
Wijngaarde wil dat men het onderscheid in ontwikkeling van nazaten uit Nederland en Suriname in het juiste perspectief plaatst. ‘Want dat is niet hetzelfde. Allereerst hebben de nazaten van de Nederlanders niet veel te maken gehad met de periode na de afschaffing van de slavernij, ze hebben niets gevoeld en hun mind is niet kapot gemaakt.’
Over de nazaten van Surinamers schets Wijngaarde een ander beeld. Hij verwijst naar de woorden van de dichter Trefossa. ‘Je hoeft de stokslagen niet gehad te hebben, maar het wordt onderdeel van je en je draagt het over aan je kinderen.’ En zo gaat het door via de opvoeding. ‘Deze ontwikkeling is niet bevorderlijk voor het sociaal maatschappelijk gebeuren van het land.’ Wijngaarde brengt in herinnering, dat personen van wie de voorouders in slavernij hebben geleefd een andere naam opgelegd kregen, de eigen taal niet konden praten, en alles wat je van oorsprong was werd afgedaan als waardeloos. ‘Hierdoor wordt de eigen identiteit niet hoog gehouden. Waarom houden wij niet van onze eigen geschiedenis?’, vraagt hij.
‘Wanneer we praten over onze geschiedenis, waarom zien we dan geen mensen, waarom is de jeugd niet geïnteresseerd?’, vervolgt hij. Wijngaarde vergelijkt de situatie met andere culturen in het buitenland, die onaangetast zijn gebleven, waardoor de sociaal maatschappelijke vorming geen grote storingen heeft hebben gekend
Viering in Suriname
De voorzitter van de Feydrasi vindt het jammer. dat weken van te voren een vergunning is aangevraagd. ‘En dan krijg je een dag van tevoren toestemming om je kransen te leggen en een cultureel gebed te houden’, zegt hij op teleurgestelde toon. Ook het feit dat de uitgenodigde autoriteiten afwezig waren betreurt hij. Hij zegt wel een afmelding te hebben gehad van de president vanwege Covid.
Blij met telefoontje van minister Walden
Hier staat tegenover dat hij heel blij was met een telefoontje van minister Saskia Walden van Economische Zaken. ‘De minister belde mij en zei dat we moeten kijken hoe er op het gebied van economische ontwikkeling meer gedaan kan worden.’ Wijngaarde noemt deze getoonde belangstelling van de minister het mooiste wat hij voor 1 juli heeft gehad. Dat de genodigden niet zijn gekomen noemt Wijngaarde typerend voor de zaak waarvoor hij opkomt. Hij wijst erop. dat de wijze van benadering niet duurzaam is. Dit jaar had de voorzitter van de Feydrasi op meer participatie vanuit de politiek gerekend. ‘Ik was teleurgesteld in de participatie van de politiek.’ Hij verduidelijkt dat de organisatie op 1 juli ook nog eens 25 jaar bestond, vandaar dat hij gerekend had op de ondersteuning, omdat de Feydrasi zich inzet voor de samenleving.
RB