Met de begrotingen voor dit jaar is ook het Herstelplan (HP) in DNA aangenomen. In het HP is ook een prognose gemaakt van het effect dat de uitvoering van het plan zal hebben op de huishoudens. Het hoeft geen betoog dat de huishoudens op dit moment het zwaar te verduren hebben. Welbeschouwd is de economie open onder de situatie van hoge besmettingen en een ongekend aantal doden per dag. Het besmettingspercentage loopt bij vlagen zelfs op tot dichtbij de 50%. Door de aanpassingen van de koersen zijn de prijzen van goederen aangepast. Daar is nog bijgekomen dat de prijs van groenten ook een behoorlijke stijging heeft meegemaakt. De prijzen van groenten nu zijn ongekend hoog. Er wordt in de media niet voer gesproken maar de prijs van een ei en ook van kippenvlees per kg zijn enorm omhoog gegaan. We hebben in het verleden aangegeven dat het niet kan dat de prijs van een kilo kip in de buurt van SRD 40 per kg gaat, maar inmiddels zou het, als we kijken naar de advertenties, in de buurt van SRD 50 zijn. Dat betekent dat de bevolking nu echt te maken zal krijgen met een voedselprobleem. Neem nu een kilo kip die in Suriname in de buurt van SRD 50 is. De lonen zijn gemiddeld netto tussen de SRD 2.000 en SRD 3.000. De gemiddelde lonen liggen in euro ook tussen de 2.000 en de 3.000, maar een kilo kip kost rond de euro 2. Kip is dus in Suriname afgezet tegen het niveau van de lonen in beide landen 25 keer duurder in Suriname dan in Nederland. De prijs van kip is nu ook rond de 2 euro per kg, terwijl de burgers in Suriname geen euro 2.000 en 3.000 verdienen. De prijs van in Suriname geproduceerde kip zal steeds duurder worden, totdat de markt overgenomen wordt door buitenlanders die gewend zijn aan het maken van een zoete winst via schaalvergroting. Over de prijs van andere vleessoorten gaan we het even niet hebben, want dat is in Suriname niet meer bestemd voor de mensen die minimumlonen verdienen. We hebben steeds ook onze kanttekeningen geplaatst bij de onzin van het vergroten van een importheffingen op importkip. De vraag hebben wij altijd gesteld welke mens in deze centraal heeft gestaan: de arme man die goedkope kip uit het buitenland eet of de ondernemer die kip kweekt lokaal die als primaire oogmerk heeft niet het voorzien van de markt van vlees, maar het maken van zoveel mogelijk winst. Het doet ons allemaal denken aan de tijd toen de Surinaamse buurtwinkels in handen waren van Surinamers. De winkeliers waren de rijkste mensen van hun buurt, echte kapitalisten. De goederen waren duur, er werd gehamsterd, er waren steeds schaarstes en het deed steeds pijn om naar de winkel te gaan. Toen kwamen de Chinese winkeliers in de jaren ’90 die alle winkels overnamen en eigenlijk de supermarkt brachten naar alle districten van Suriname. De winkels waren opeens beter bevoorraad, er waren minder schaarstes en er is vanaf toen geen probleem geweest van hamsteren. De prijzen van goederen werden met de komst van de Chinese winkeliers opeens bereikbaar voor de kleine man. En er is door deze winkeliers meer verkocht dan de Suriname buurtwinkeliers. De positie die de Surinaamse winkeliers hadden vroeger, is de positie waarin de Surinaamse kippenboeren nu zitten. En de ontwikkeling kan komen dat buitenlandse boeren de Surinaamse boeren helemaal wegblazen. Er is in Suriname door de regering een commissie benoemd die het probleem van de voer zou oplossen en adviezen zou brengen. Er zijn geluiden dat wat aan de commissie is gevraagd, te vergelijken is met ‘de poes vragen om op de melk te letten’. De prijs van voer is de grootste aandrijver van de prijs van Surinaamse kip. Surinaamse kippenboeren, groot en klein, denken dat de slachtkuikens alleen te kweken zijn met speciale types voer in verschillende groeifasen van de kip. Er zijn burgers die beweren dat de kip even hard kan groeien met alternatief voer waarvoor niet veel dient te worden betaald en die lokaal te verkrijgen is. Voer heeft een importcomponent en daaraan verdienen importeurs. Wanneer dat importcomponent wordt vervangen heeft de importeur een item minder om geld te maken, of helemaal geen item meer om geld te maken. Het vervangen van import is slecht nieuws voor importeurs en als je het aan hun vraag is import beter dan importvervanging. De vraag rijst dus of de regering het vette stuk brood uit de mond van de importeurs wil halen. Intussen constateren wij nogmaals op de vloer dat het leven voor de Surinaamse gezinnen vrij zwaar is geworden. Het eten en drinken is een probleem geworden. Het gevolg zal zijn dat we niet in staat zullen zijn om de kinderen in het land te houden. Wat de regering moet doen is snel een eerlijke armoedegrens bekend maken aan de samenleving. Alle huishoudens onder de grens moeten ondersteuning krijgen zodat ze genoeg basisvoedsel uit de voedselpiramide kunnen kopen. Voedselbonnen en voedselrantsoenen zijn op zijn plaats. Het zal dan niet verbazen dat zelfs het midden en hoger kader van lanti in aanmerking zal komen voor steun omdat ze ver onder de armoedegrens zullen vallen. Ook vlees moet voorkomen in de voedselrantsoenen.