Veel buitenlandse winkeliers, met name de Chinese winkeliers, kunnen de situatie in Suriname niet meer uithouden vanwege de economische crisis. Er worden nauwelijks meer winsten gemaakt, dus geven ze aan dat ze terug willen naar hun eigen land of naar een ander land, zoals Guyana.
De voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Winkeliers (VSW), Raymond Hasnoe, geeft in een gesprek met Dagblad Suriname aan, dat Surinaamse winkeliers het als positief ervaren. ‘De Surinaamse winkeliers zijn hier geboren, ons geld blijft hier, het geld blijft in ons land circuleren.’
Hasnoe stelt, dat ze al zo’n 25-30 jaren geleden gewaarschuwd hebben voor dit fenomeen, waarbij er op een bevolking van 600.000 mensen meer dan 2.500 winkeliers zijn in een branche, namelijk levensmiddelen.
‘Wij juichen het toe wanneer overheden investeerders toelaten in het land die investeren in branches die braak liggen zoals de agrarische sector, productiesector willen we. Hadden de winkeliers aangegeven dat ze hun winkels en alles zouden verkopen om over te stappen om bijvoorbeeld in landbouw te investeren, omdat ze het niet zien zitten, zou ik ze zelf ook willen helpen.’ Hasnoe geeft aan, dat de buitenlandse winkeliers verkeerde motieven hebben. Wanneer alles goed gaat en ze geld kunnen maken, slaan ze hun slag, maar wanneer het ongunstig is trekken ze weg. ‘Deze lieden moeten nooit meer de gelegenheid krijgen om terug te komen, wanneer het weer aantrekt.’ Volgens Hasnoe zijn de Surinaamse Chinese winkeliers het ook eens met de zienswijze van het bestuur van VSW.
Winkeliers hebben volgens de wet het recht om tussen 20-25 procent winstmarge te berekenen op hun producten. ‘Wij hanteren geen maximale winstmarge, we concurreren op een gezonde manier.’
Hasnoe geeft aan, dat de Surinaamse winkeliers een bepaalde band hebben met de mensen in de samenleving, ze weten ook dat Surinamers in problemen zitten, dat ze bijvoorbeeld geen brood of melk kunnen kopen, alles is duur. ‘Hoe gaan wij als mede Surinamers, al zijn we winkeliers, we moeten winst maken, hoe gaan we het over ons hart krijgen om de prijzen van de producten toch te verhogen. De buitenlandse winkeliers werken daarentegen met hun maximale winstmarge of zelfs boven hun winstmarge.’ Hasnoe geeft verder aan, dat de buitenlandse winkeliers daarentegen puur als motief hebben om geld te komen verdienen en wanneer ze genoeg geld hebben gespaard trekken ze weer weg, gaan ze in hun eigen land investeren.
Volgens Hasnoe zouden er maatregelen getroffen moeten worden. Ten eerste zou er aangegeven moeten worden in welke branches er mogelijkheden zijn om te investeren, bijvoorbeeld investeren in de landbouwsector. Ten tweede moeten alle mensen die weg gaan op een rode lijst komen te staan, ze zouden geen vergunning meer mogen krijgen. ‘Na een paar jaren zullen ze weer terug willen komen als het goed begint te gaan. Dit is een beleidsaangelegenheid van de totale regering, ze gaan verantwoordelijkheid moeten nemen.’
SK