BEP-Assembleelid en partijvoorzitter Ronny Asabina zegt in gesprek met Dagblad Suriname, dat naar aanleiding van het stemgedrag in het parlement, bij welke gelegenheid de BEP-fractie afgelopen week de zegen heeft gegeven aan de begroting over het dienstjaar 2021 en aan het Herstelplan 2020-2022, de partij veel reacties van uiteenlopende aard heeft ontvangen. Hij zegt, dat het gros van de reacties zeer positief is.
“Opvallend is, dat velen de BEP-fractie niet als een zelfstandige en onafhankelijke fractie zagen, terwijl wij ons vanaf dag één als een zelfstandige fractie hebben opgesteld. Overigens is het dezelfde BEP, die voordat het nieuwe parlement een feit werd, publiekelijk, dus bloot, open en eerlijk heeft aangegeven het kiezen van de president en de vicepresident in het parlement te zullen ondersteunen en hebben wij de daad bij het woord gevoegd. Kortom, in general hebben wij ons tot nu toe gedoogd naar het beleid opgesteld.’
Unicum in onze politieke geschiedenis
Als de vraag gesteld wordt of deze opstelling van de BEP een unicum is, met inachtneming van de bejegening die de partij van delen van de coalitie heeft mogen incasseren en trotseren, zegt hij nee. “Overigens is het doel niet primair om de beste te zijn, maar om toonaangevend te zijn, uiteraard in positieve zin.”
Drijfveer
Asabina geeft aan, dat in de motivering als onderbouwing van het stemgedrag in de vroege ochtend van afgelopen zaterdag,de fractie duidelijk heeft aangegeven dat zowel aan de begroting als aan het Herstelplan veel haken en ogen kleven, die ook aanleiding hebben gegeven voor het maken van fundamentele en inhoudelijke op- en aanmerkingen.
“Echter hebben wij ons laten leiden door het algemeen en het nationaal belang. Wij beseffen als geen andere, dat het land in een financieel -economische wurggreep zit, naast een vernietigende corona uitbraak die haar piek nog niet heeft bereikt en dus waarvan afzwakking nog niet in zicht is. Bovendien hebben wij te maken met de eerste ingediende begroting door en van deze zittende regering. Wat niet over het hoofd moet worden gezien is, dat de regering telkenmale aangeeft dat men geen andere mogelijkheden ziet om de economie op rails te krijgen, dan de gang naar het IMF. De oproep van de president en de vicepresident, zegt maar de coalitie, om de handen ineen te slaan en in collectief verband ten strijde te trekken tegen het verval op meerdere terreinen, is ook doorslaggevend voor ons stemgedrag geweest en dus niet aan dovemansoren gericht. De vicepresident heeft letterlijk gezegd dat de armoede om zich heen grijpt en dat het roer omgegooid moet worden.”
“Toen de president zijn oproep deed, haalde ik voor de geest zijn statement over eenheid in bestuur, in leiding en leiderschap”, gaat Asabina verder. “Wij vinden dat hij met deze oproep en houding staatsmanschap heeft geëtaleerd en dus heeft onderkend dat een collectieve opstelling en verantwoordelijkheid belangrijke basis zijn om land en volk uit de blubber te halen, om samen succesvol te zijn. Want ook de samenleving kijkt uit naar de broodnodige ademruimte, naar een klimaat waar werken, wonen en leven gezond is.“
“Met z’n allen moeten wij erbij stilstaan, dat de uitdagingen op velerlei gebieden nog steeds immens zijn. Nog steeds is er geen sprake van schuldherschikking met de schuldeisers, is er nog geen akkoord met de vakbeweging, is het sociaal vangnet nog niet uitgewerkt en nog minder besproken met de daarvoor in aanmerking komende stakeholders, is er nog geen duidelijkheid en klaarheid gekomen met betrekking tot afbouw energie subsidie, is de uitvoeringscapaciteit nog steeds gebrekkig en alarmerend zwak, kunnen wij de corona crisis nog niet beteugelen of onder controle krijgen, nemen leerachterstanden toe, valt er nog heel veel te zeggen over het benoemingsbeleid van de regering en zo zouden wij door kunnen gaan. Nogmaals is de handreiking of oproep van de leiding van het land om een vuist te maken, en dat betrokkenheid de sleutel is voor en tot succes”, aldus Ronny Asabina.
VP