Het VHP-Assembleelid Shyam Binda heeft er moeite mee, dat terwijl in het Herstelplan (HP) productieverhoging wordt beoogd en daarmee deviezeninkomsten, de begrotingen van de productie ministeries Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Natuurlijke Hulpbronnen (NH) en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) juist ingekort worden. Deze ministeries zijn op de begroting slecht toebedeeld in verhouding tot andere ministerie die juist consumptief zijn. Als ondernemer in het dagelijks leven is zijn benadering bij de behandeling in het parlement van de overheidsbegroting en het HP “onomwonden en zeer direct”.
Kijkend naar de globale begrotingsbedragen van de verschillende ministeries is in zijn ogen geen goede keuze gemaakt voor een daadwerkelijke inkomstenvergroting van de economie. Er wordt niet geïnvesteerd in bevordering van ondernemerschap en juist in deze tijd van financiële tegenslagen van de economie. Binda voorziet een toename van de werkloosheid en vermindering van overlevingskansen voor Kleine- en Middelgrote Ondernemingen (KMO’s)
Twijfels
Het kan er bij hem niet in dat de door het bedrijfsleven, in het bijzonder de productiesector zuur verdiende deviezeninkomsten aangewend worden voor importen in plaats die te investeren in de productie. De zogenoemde retentie dollars zouden in zijn ondernemersgerichte benadering naar de producenten moeten gaan zodat de productie opgevoerd wordt. Met betrekking tot het zogeheten afromen van SRD’s wil de parlementariër graag een prognose zien van de regering van het effect hiervan op de verlaging van de wisselkoers. Hij heeft zijn twijfels of de cijfers van de Centrale Bank van Suriname met betrekking tot de aangegeven hoeveelheid chartaal geld wel klopt met de hoeveelheid die er in omloop is.
Het zaken doen met de commerciële banken noemt hij een en al ellende, en merkt ondanks besprekingen nog geen verbetering. Cash money is manifest en er is geen vertrouwen in de banken. Binda kan voorts de logica niet inzien dat er bij het ministerie van ROS (Regionale Ontwikkeling en Sport) een directoraat agrarische ontwikkeling binnenland is toegevoegd, terwijl de deskundigheid bij LVV ligt. Hetzelfde vindt hij met betrekking tot het directoraat Afro Surinamers Binnenland en het directoraat Duurzame Ontwikkeling Inheemsen. Hij weigert het onderscheid te maken tussen Surinamers onder een etnische noemer.
Kan niet wachten op IMF
Het assembleelid zegt dat we niet kunnen wachten op het Internationaal Monetair Fonds, IMF, die pas na een jaar zijn uitwerking zal bewijzen. Hij dringt aan op spoedige wetgeving met betrekking tot local content met het oog op de op handen zijnde investeringen van high tech bedrijven in olie en gasindustrie. Met een realistisch oog zegt hij echter ook, dat Suriname niet over het benodigde hoog opgeleid technisch kader beschikt en niet zal kunnen voldoen aan de hoge kwaliteitseisen van de nieuwe investeerders. Binda maakt er gewag van besprekingen die het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) voert met de twee Amerikaanse banken City Bank en Golden Sachs Bank om zich in Suriname te vestigen. Hij is niet zo optimistisch gestemd hierover. Hij uit zijn vrees dat lokale ondernemers niet in aanmerking zullen komen voor kredieten vanwege de hoge collaterale eisen.
Over de vele investeringsplannen die bij BIBIS ter beoordeling zouden liggen merkt Binda nog weinig van. De afdeling Foreign Direct Investment (FDI) is ondanks de goede voornemens niet in staat de beoordelingen te plegen omdat zij niet over de nodige deskundigheid beschikt. De aanpak is amateuristisch. Van de regering verlangt de parlementariër meer duidelijkheid en de stand van zaken.
SS