Adhin bekritiseert onderhandelingspositie regering

Wat is de opdracht aan Lazard?

Ashwin Adhin, NDP-Assembleelid, heeft donderdag 17 juni tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblee harde kritiek geuit aan het adres van de regering over de ingenomen positie bij de onderhandelingen met het comité van bondholders over de voorwaarden van herschikking van de obligatieschulden van totaal US$ 700 miljoen.

Suriname heeft bij de onderhandelingen het voorstel gedaan voor een 70 procent schuldkorting, een betalingsvrije periode van 4 jaar. De bondholders hebben dit bod afgewezen en gezegd dat Suriname gefaald heeft te goeder trouw te handelen. Volgens Adhin loopt Suriname het gevaar dat de toegang tot de internationale kapitaalmarkt in de naaste toekomst voor haar wordt afgesloten dan wel wordt bemoeilijkt. Suriname wordt als onbetrouwbaar gezien. Hij wil van de regering weten wat de opdracht is aan het Franse Bureau Lazard, die namens Suriname de onderhandelingen met de bondholders voert.

Bondholders niet op achterhoofd gevallen

Adhin vindt, dat de regering van begin af aan fundamenteel de fout heeft begaan door met betrekking tot de financieel economische situatie van het land op meerdere momenten verschillende voorstellingen van zaken te geven die met elkaar conflicteren. “Eerst was alles kommer en kwel en er is geen geld, en een andere keer is het hoe geweldig de economische problemen worden aangepakt”, aldus Adhin. Volgens het Assembleelid worden al deze mededelingen gedaan in het openbaar, internationaal ook op de voet gevolgd. De bondholders zijn niet op hun achterhoofd gevallen en zien ook wat er allemaal in Suriname gebeurt, wat de financiële positie is en wat de perspectieven zijn. Vooral die welke betrekking hebben op de olie- en gasindustrie.

Adhin wil van de regering weten wat de opdracht is aan Bureau Lazard naar de onderhandelingen met bondholders toe. Dat Suriname nu op de internationale markt door de bondholders als niet te goeder trouw wordt uitgemaakt, vindt het assembleelid zeer ernstig.

“Op de internationale kapitaalmarkt wil Suriname behandeld worden als een laag inkomen land zonder toekomstperspectieven; dat is het als je nu zegt dat je niet gaat betalen.” Volgens de parlementariër is Suriname bezig zichzelf af te sluiten van de internationale kapitaalmarkt. Internationale kredietinstellingen zoals Credit Suisse, waar Staatsolie een lening heeft lopen van US$ 650 miljoen, volgen de ontwikkelingen rond de bondholders op de voet. De regering kijkt niet naar de toekomst. Adhin wijst in dit verband erop, dat Suriname de mogelijkheid heeft om over enkele jaren zich voor 20 procent in te kopen in de olieproductie van Apache Corporation. Het geld dat daarvoor nodig is moet uit de internationale kapitaalmarkt gehaald worden. Dagblad Suriname schreef eerder hierover, dat circa US$ 1 miljard nodig zal zijn. Suriname snijdt zich met de ontstane situatie bij de onderhandelingen met de bondholders in de vingers op de internationale kapitaalmarkt. Voor grote kapitaalinjecties zijn er internationaal slechts twee opties: het Internationaal Monetair Fonds IMF en de internationale kapitaalmarkt. Volgens Adhin is de ontstane situatie een heel ernstige en wil hij daarom van de regering weten wat de opdracht is aan het Bureau Lazard.

Absoluut niet consumptief gebruikt

De NDP-parlementariër reageerde donderdag ook op het vaak geuite verwijt door de huidige regering als zou de zogeheten Oppenheimer lening van US$ 550 miljoen consumptief zijn gebruikt. “Aboluut niet”, zei Adhin.  Een bedrag van US$ 300 miljoen is gegaan naar Staatsolie voor herfinanciering van reeds geplande aflossing van schulden uit de periode 2016-2017, US$ 88 miljoen is aangewend voor de aflossing van een oude Oppenheimer lening, US$ 65 miljoen voor herfinanciering van externe schulden van EBS, US$ 27 miljoen als restbetaling voor de 5 procent aandelen in het Amerikaanse goudmijnbedrijf Newmont, US$ 50 miljoen om overheidscrediteuren (aannemers) uit de periode voor 2016 te betalen, de aflossing aan Petro Caribe en de aflossing van een lening bij de Republic Bank.

De kritiek dat de rente van obligatielening van Oppenheimer tegen 9.25 heel erg hoog is, zegt Adhin dat dit niet uitzonderlijk is. Landen als Ecuador en Argentinië zijn niet lang geleden ook de internationale kapitaalmarkt opgegaan voor rente van dezelfde orde en zelfs hoger. Maar er zijn ook landen als Japan en de VS met rentes van 0.5 procent tot 2 procent. Het hangt van het land af; of het  een ontwikkeld land is of een land in ontwikkeling. De regering zegt vaker dat een rente van 2 procent gangbaar is. “Als dat zo is, waarom is ze het geld dan niet gaan halen tegen die rente?”, aldus Adhin, die het niet haak vindt dat alles rond de Oppenheimer lening wordt gecriminaliseerd.

Waarom geen rentebetaling

Op de kritiek waarom de vorige regering de US$ 300 miljoen die Staatsolie terug heeft betaald aan de staat niet is gebruikt ter aflossing van de obligatielening zegt Adhin, dat bij obligaties je het bedrag pas terugbetaald aan het einde van de looptijd. Bij eventueel vroegtijdige betaling betaal je het geheel geleend bedrag plus alle rente. En daarvoor had Suriname het geld niet. Wat halfjaarlijks betaald moet worden zijn renteaflossingen. In het geval van de US$ 550 miljoen Oppenheimer lening is dat US$ 33 miljoen per half jaar. 

Adhin vraagt zich af waarom de regering besloten heeft om deze rentebetaling niet te doen, terwijl zij daartoe wel de mogelijkheden heeft. Hij verwijst naar de maandelijkse besparing van US$ 8 miljoen met de Afobakadam door Staatsolie, de gestegen goudprijs van SRD 1.300 naar SRD 1/850 per troy ounce, de gestegen olieprijs van US$ 38 naar US$ 70 per vat (‘barrel’) en te ontvangen belastingen van US$ 125 van Newmont.

Met de uitleg van Adhin over de rentebetaling en de terugbetaling van de obligatielening aan het einde van de looptijd in 2026, blijkt helder hoe de redenering is geweest van de vorige regering. De inkomsten uit de olie- en gasindustrie die tegen 2025 en 2026 worden verwacht vormden daarbij een centrale factor. Voordat de looptijd van de obligatie in 2026 zou verlopen zou in 2025 een nieuwe obligatie worden geplaatst met een andere looptijd tot na 2026.

Met de nieuwe geplaatste obligatie zou de oude worden afbetaald (US$ 550 miljoen) en de nieuwe wordt dan conform de afgesproken latere looptijd afbetaald met de ondertussen opgespaarde inkomsten uit de olie en gasindustrie. Vanuit deze redenering en het vooruitzicht dat Suriname zich voor 20 procent gaat inkopen in de olie en gasproductie van Apache Corporation valt te begrijpen waarom Adhin, en daarmee zijn partij de NDP, heel zwaar tilt aan het feit dat het land nu op de internationale kapitaalmarkt als onbetrouwbaar overkomt en ook als zodanig wordt neergezet. 

SS

error: Kopiëren mag niet!