Er had helemaal geen Copa America moeten zijn. Daar is zo goed als iedereen in Zuid-Amerika het wel over eens, maar ze wordt op dit moment wel gespeeld. Volgens de laatste cijfers zijn er dinsdag 15 juni dit moment 31 besmettingen bij de spelers en de staf van de nationale ploegen, en nog eens tien bij dienstverleners.
Het toernooi had eigenlijk al in 2020 gespeeld moeten worden, maar werd net zoals het EK met één jaar uitgesteld vanwege de Covid-pandemie. Daardoor konden Australië en Qatar niet langer deelnemen en zou het toernooi met tien in plaats van twaalf deelnemers moeten starten. De Zuid-Amerikaanse voetbalbond besliste echter dat het format onveranderd moest blijven. Daardoor zijn er van de tien deelnemers aan de groepsfase slechts twee landen die niet verder gaan naar de kwartfinales.
Maar de echte problemen begonnen pas vorige maand bij gastlanden Colombia en Argentinië. Het eerste land trok zich aan het begin van de maand terug als organisator na politieke onrust en zorgen over de veiligheid. Door een verhoging in het aantal coronagevallen moesten de Argentijnen twee weken voor de start ook verstek laten gaan: het hele land zat inmiddels in lockdown. Maar, waar iedereen nieuw uitstel had verwacht, maakte de Zuid-Amerikaanse bond prompt bekend dat Brazilië de organisatie overnam.
Dat deed een bom ontploffen in Brazilië, waar in totaal al bijna een half miljoen mensen gestorven zijn aan corona. Wereldwijd telt alleen de Verenigde Staten meer coronadoden, maar in Brazilië woekert het virus nog volop. Per dag zijn er bijna 2.000 coronadoden.