Kleine truckhouders die zand vervoeren klagen, dat ze als gevolg van de Covid-19 maatregelen niet mogen rijden. Ze zeggen, dat ze het minste gevaar vormen om het virus te verspreiden en nog minder om besmet te raken. Ze gaan naar de zandput, worden beladen, leveren bij de klant af, ontvangen hun geld en rijden weer weg. Geen moment verlaten ze hun stoel achter het stuur. Bovendien zeggen ze altijd hun mondkap op te hebben. Ze werken in de openlucht en houden altijd een veilige afstand van derden. Tot de kleine zandtrucks worden gerekend de vrachtwagen met zes wielen.
Een kleine zandtruckhouder verklaart tegenover Dagblad Suriname het niet logisch te vinden, dat de zandputten wel open zijn. Het is bij hem opgevallen, dat grote zandtrucks met tien wielen wel zand mogen vervoeren. Dat is het geval bij zandleveringen bij het Ring Harbour Project in de omgeving van de Ringweg.
“Dus de werkzaamheden van alleen grote investeerders mogen normaal doorgaan, terwijl wij als kleine ondernemers al meer dan twee weken inkomsten moeten derven”, aldus een gebelgde kleine truckhouder. Om toch wat te verdienen zijn enkele kleine zandtruckhouders vorige week maandag toch gereden naar de zandput om ladingen zand te halen. Hadden ze liever niet gedaan, omdat bij politiecontrole enkele van hen op de bon werden geslingerd. Een boete van SRD 350. Ze hebben daarbij flink protest aangetekend en aangevoerd waarom grote trucks wel toegestaan wordt om zand te vervoeren.
Hun logica schijnt enig hout te snijden bij de politie, omdat afgelopen woensdag en vrijdag ze “met rust gelaten” werden. Toch vinden ze dat ze “officieel” uitgezonderd moeten worden van Covid-19 maatregelen. Het bedrag van SRD 350 aan opgelegde boete is gelijk aan een dag inkomen. In een tijd van verminderd inkomen en stijgende prijzen zeggen ze dat moeilijk te kunnen permitteren.
SS
