De Nationale Assemblée (DNA) is het parlement van Suriname. Het is een eenkamerparlement. De 51 leden van deze volksvertegenwoordiging worden elke vijf jaar gekozen in algemene, vrije verkiezingen door de bevolking van Suriname. Sinds de verkiezingen van 2020 is Marinus Bee de voorzitter van de Assemblée en Dew Sharman de vicevoorzitter. De partijen die deelnemen aan de regering heten de coalitiepartijen. De partijen die niet in de regering zitten zijn de oppositiepartijen. De oppositie staat als het ware tegenover de regerings- of coalitiepartijen. In een goed werkende democratie is er naast de coalitie ook oppositie nodig. Normaal is het de taak van de oppositie om zeer kritisch te zijn op het regeringsbeleid. Ze moeten kritisch zijn, maar niet vijandig want daar zit een groot verschil tussen. Vaak zijn er stevige debatten in het parlement waar heel duidelijk de verschillen tussen de beleidsploegen en de oppositiepartijen naar voren komen.
Hoewel wat hierboven is beschreven, de normale gang van zaken is, kijkt een leek er vaak anders tegen aan. Een leek ziet meer tegenwerking dan samenwerking. Ik heb zo vaak mensen horen mopperen: “foe sai de`oppositie nanga coalitie altijd e`fetie? Din no mang nak anoe kon na wang, foe wroko makandra?”
Vooral bij de samenstelling van onze huidige oppositie/coalitie gaat het er vaak heftig aan toe omdat de parlementsleden van deze oppositie afkomstig zijn uit de vorige regering en daardoor mede schuld wordt verweten aan de huidige financiële toestand van Suriname. Het lijkt vaak alsof de coalitie niet objectief kan staan ten opzichte van de oppositie. De leden van de oppositie worden gezien als de mensen die te lang op de mestkar hebben meegereden en daarom nog steeds stinken. De coalitie blijft continu zijn neus dichtknijpen voor die meststank en dat wekt woede op van de kant van de oppositie. De wrok van de zijde van de coalitie is vaak duidelijk voelbaar. Ik heb me vaak afgevraagd of een goede samenwerking in zo’n vijandige sfeer wel mogelijk is. Oppositie voeren op basis van eerlijke en gegronde argumenten tegen een voorstel, zou van harte welkom zijn. Ik krijg echter vaak het gevoel dat het hier gaat om opzettelijk beledigen en tegenwerken van de kant van de oppositie en terug meppen van de kant van de coalitie. Ik dacht daarom dat het ze nooit zou lukken om goed samen te werken. Ik had het echter mis. Bij het voorstel van de autotoelage heb ik voor het eerst eenheid en samenwerking kunnen constateren tussen beide partijen. Van beide kanten werd dit voorstel afgewezen omdat deze maatregel niet eerlijk zou zijn naar het volk toe. Het argument was ‘Als we van het volk vragen om offers te brengen, moeten wij ook inleveren.’ Het was prettig om te zien dat beide partijen de handen in elkaar sloegen om ‘t voor het volk op te komen. Er was geen sprake van tegenstand of beledigingen naar elkaars hoofd slingeren. Er was samenwerking. Beide partijen hadden zich er hard voor gemaakt om dit voorstel terug te draaien.
De drang om indruk te maken op een volk is vaak een teken van onzekerheid. Echter, de behoefte om zich uit te sloven, om indruk te maken op het volk, ontbrak dit keer. Toen het voorstel tenslotte werd ingetrokken, had noch de coalitie, noch de oppositie er behoefte aan om met de eer te gaan strijken. Hun opstelling was: “Wij zijn de vertegenwoordigers van het volk en zijn daarom voor het volk opgekomen. We hebben gewoon onze plicht gedaan en daarmee einde verhaal.”
Politieke partijen hebben er vaak behoefte aan om zichzelf aan het volk te promoten als ‘kijk hoe goed we zijn, we komen op voor jullie belangen, dus blijf op ons stemmen.’ Ik denk dat het een politieke stunt is. Elke politieke partij blijft proberen om zichzelf als de beste neer te zetten. Ze schreeuwen daarom het liefst elke goede daad die ze verrichten, van de daken. Het volk moet blijven horen, ‘Onze partij heeft dit en dat gedaan.’ Dat is hun manier om stemmenverlies tegen te gaan en de kiezer aan zich te binden. Vooral als ze iets goed te maken hebben, sloven zij zich extra uit. Bijvoorbeeld de NDP weet dat ze het volk veel kwaad hebben aangedaan tijdens hun regeerperiode, dus zullen zij extra hun best doen om zich als de redder van het volk te presenteren. Men vergeet echter vaak dat de simpelste weg om een fout recht te zetten, is de fout toegeven en een betere inzet te beloven, dus nederig te zijn in plaats van stoer te doen. Echter fouten toegeven, vindt men juist zo moeilijk. Eerlijkheid naar jezelf toe is altijd de eerste stap naar bevrijding.
Wat vele mensen vaak ook niet begrijpen, is dat ze hun inzet of goede daden niet met woorden aan het volk hoeven op te dringen. Het volk kijkt en oordeelt zelf, je hoeft het niet extra voor ze uit te spellen wat je allemaal voor ze hebt gedaan. Bovendien als je iets met je hart doet, dus als jouw daad oprecht is, heb je er geen behoefte aan om het rond te vertellen en dat geeft dan veel meer satisfaction als het spontaan door het volk wordt opgemerkt en geroemd. Alleen als zo’n gebaar niet vanuit het hart komt, dus als er een bepaalde bedoeling achter die daad zit, heeft men er behoefte aan om het in woorden van de daken te schreeuwen. Met éen enkele goede daad, kan men het volk gemakkelijk zand in de ogen strooien. Echter er een gewoonte van maken, dus je daden en handelingen blijven verrichten vanuit het hart, wordt veel moeilijker daar je dan je ware aard zal moeten tonen.
Het voelde ontzettend goed om Coalitie en oppositie voor éen keer op een lijn te zien. Ik kan alleen maar hopen dat dit vaker zal gebeuren. Ze zitten nu eenmaal samen in het bootje dat Suriname naar betere tijden moet roeien. Een goede samenwerking kan echter alleen lukken wanneer beide partijen leren te luisteren om te begrijpen, in plaats van te luisteren om te reageren.
Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Echter als je vooruit wilt komen, ga dan samen.
Josta Vaseur