Henry R. Ori
De belangen van kinderen en jongeren worden nauwelijks meegewogen in het coronabeleid van de regering. De huidige maatregelen berokkenen op termijn grote schade, waardoor juist de meest vitale generatie het kind van de coronarekening wordt. In dit artikel een pleidooi voor meer pedagogiek in het coronadebat.
Het gebrek aan een pedagogische visie in het coronabeleid van de regering wreekt zich op het ogenblik in Suriname. Natuurlijk staat de gezondheidszorg op de voorgrond, maar langzamerhand moeten we creatiever worden met voorstellen om ons onderwijs klaar te maken voor de lopende Covid19 pandemie en de Post Covid-periode. Het sluiten van scholen is het slechtst denkbare scenario. Onze kinderen moeten thuis zitten, aangewezen op afstandsonderwijs dat in vele gevallen inferieur noodonderwijs is gebleken, verstoken van vrienden en vriendinnen, sport, muziek, en kunstzinnige activiteiten. De belangen van kinderen en jongeren (en jongvolwassenen) worden nauwelijks meegewogen in het coronabeleid. Coronamaatregelen die van invloed zijn op het welzijn van kinderen en jongeren vereisen een pedagogische toets: meer oog voor proportionaliteit (staat het belang in verhouding tot de inbreuk) en subsidiariteit (is dit de beste manier om het doel te bereiken). De bewijzen dat de huidige maatregelen grote schade berokkenen stapelen zich op. Elk kind verdient een kansrijke start. Uitgerekend de vitaalste generatie dreigt nu het kind van de coronarekening te worden.
Wie komt op voor onze kinderen?
Voor het grootste deel van de geschiedenis van homo sapiens (mensen) waren infectieziekten de belangrijkste doodsoorzaak. Dankzij excellente wetenschappers is dat niet meer zo. De belangrijkste determinanten van gezondheid zijn sociaaleconomische factoren. De gevolgen van de te vaak niet wetenschappelijk onderbouwde coronamaatregelen worden steeds meer zichtbaar: armoede, werkloosheid, toenemende gezondheidsrisico’s.
Gebleken is dat jongeren in de regel minder in het ziekenhuis belanden of de zorg belasten. Suriname heeft rapportage gedaan van bijkans 500 gevallen waar kinderen zijn besmet met covid, waarbij deze doelgroep snel weer opknapt. De rest van de kinderen wordt echter wel ten volle geraakt door de maatregelen: onderwijs, sport en studie, hun mogelijkheden tot sociale ontwikkeling (uitgaansleven en sociale contacten) en werkgelegenheid. Of dit niet genoeg is worden kinderen verantwoordelijk gehouden voor de gezondheid van hun ouders en grootouders. ‘Draag een mondkapje, moet ik dood? Of moet oma ziek worden? ’We kunnen onze kinderen toch geen zondebok maken van de jeugd als ‘gran killers’. Wat doet dit met jonge mensen vraag ik me af? Want wat we doen als we besluiten om met een ziekte als griep te leven, is zeggen: oké, elk jaar sterven duizenden mensen hieraan. Griep wordt door mensen overgedragen. Maar die verantwoordelijkheid zal door de samenleving worden gedragen, omdat er een stilzwijgende consensus is dat we als samenleving moeten doorgaan.
We besluiten toch niet elk griepseizoen tot een lockdown, deels omdat we ons realiseren dat dit geen enkel voordeel met zich meebrengt voor ouderen, die liever het risico nemen om hun kinderen en kleinkinderen te kunnen blijven zien. Verwaarlozing van kinderen is een centraal begrip uit de pedagogiek. Een van de vormen van verwaarlozing die we kunnen noemen bij kinderen is het gebrek aan zorg voor cognitief welzijn. We kennen meer vormen van verwaarlozing (‘act of omission’): gebrek aan zorg voor lichamelijk welzijn en gebrek aan zorg voor emotioneel welzijn. De term voor het gebrek aan zorg voor cognitief welzijn kunnen we brengen onder de noemer van: educatieve verwaarlozing. Ook onze overheid zal op dit vraagstuk op termijn moeten worden aangesproken. Ik wil in herinnering brengen dat in 1989 het Verdrag inzake de Rechten van het Kind het levenslicht zag. Artikel 3 daarvan luidt: ‘Bij alle maatregelen die kinderen betreffen, dient het belang van het kind voorop te staan.’ Het is verbijsterend hoe snel in 2021 de belangen van kinderen wereldwijd overboord zijn gegaan. Met desastreuze gevolgen. Ook in Suriname. De geschiedenis zal niet mild oordelen over het jaar dat volwassenen uit angst de kinderen vergaten: 2020 was wereldwijd een rampjaar voor kinderen, wordt 2021 ook een dergelijk rampjaar? Na een jarenlange daling laten de curves van de Unesco-rapportages voor ondervoeding, extreme armoede en kindersterfte nu weer een stijging zien, als gevolg van de coronamaatregelen.
Internationale onderzoeken
Hoewel niet evidence-based als interventie zijn wereldwijd in de meeste landen de scholen gesloten tijdens de pandemie. Nu bijna een jaar later zijn er vele studies verschenen rond kinderen, school en Covid-19. Ook nu nog is in geen beroepsgroep ongerustheid zo wijdverspreid als in het onderwijs. In een recent verschenen rapport van het European Centre of Disease Prevention and Control (ECDC) werd opnieuw bevestigd dat scholen geen brandhaard zijn en dat leerkrachten en docenten niet meer risico lopen dan andere beroepsgroepen (ECDC, 2020). De ontstane paniek in het voorjaar van 2020 was in eerste instantie begrijpelijk. Te midden van de overdadige media-aandacht was (en is) het moeilijk onderscheid te maken tussen experts met feiten en experts met meningen. Of tussen trends en anekdotes. De jeugdwerkloosheid is toegenomen tijdens de coronacrisis. Studenten hebben het moeilijk. Alleen op hun kamer met een laptop online studeren, zonder sociale contacten, geen stages, zonder bijbaantje. Opvallend is ook de toename van het aantal jongeren dat contact zoekt met hulplijnen (eenzaamheid en zelfmoordgedachten).
Slotopmerkingen
Wereldwijd zien we experts meningen geven en onderbouwde onderzoeken met cijfers. De cijfers liegen er niet om: jongeren vereenzamen. Zorgen die gedeeld worden met experts uit andere vakgebieden. Laat een nieuwe generatie niet verloren gaan. Dit jaar kunnen we het tij keren, als we nu in actie komen. De rekening ligt in de toekomst. Jongeren worden het hardst getroffen van iedereen. Ook is men kritisch op het coronabeleid waarin het leven van kinderen en jongeren tot stilstand is gekomen. In geen enkele sector heerst zoveel onrust als in het onderwijs. Voor elke angstige leraar is een podium beschikbaar, maar de belangengroepen voor kleuters, tieners en jongeren schitteren door afwezigheid.
In bijvoorbeeld Zweden vindt men school en sport heel belangrijk voor de (toekomstige) gezondheid van kinderen. Vanuit deze sterk pedagogisch georiënteerde visie hebben de gezondheidsautoriteiten de keus gemaakt scholen (zonder mondkapjes) en sportfaciliteiten open te houden voor kinderen geboren in 2005 en later. Deze keus was mede gebaseerd op vroege data uit China waaruit bleek dat kinderen een beperkte rol spelen bij de verspreiding van het coronavirus. In Zweden heeft men onderzoek gedaan naar de risico’s voor risico’s van beroepen om Covid-19 op te lopen (zie het plaatje). Bij uitstek zou het onderwijs moeten vertrouwen op data, onderzoek en wetenschappelijke inzichten. Wat zegt de wetenschap? Meer vaccinaties in het onderwijs. Om de werkzaamheid van een vaccin te beoordelen, bestudeer je mensen die gevaccineerd zijn.