Zoals eerder al is gesteld, wordt in juni het contract met Internationaal Monetair Fonds, IMF, getekend. De effecten daarvan zijn reeds voelbaar: de koers is thans gesprongen naar SRD 23,50, het hamstergedrag in de supermarkten is wederom merkbaar, prijsverhogingen doen zich weer voor, en er heerst een wolk van onzekerheid boven het hoofd van elke Surinamer.
Het coalitielid Sham Binda (VHP) is van mening, dat tegenover het loslaten van de koers wel voldoende staatsinkomsten dienen te staan. “En dat is er niet. De inflatie gaat zwaar woekeren. We gaan een heel moeilijke tijd tegemoet. Er moeten maatregelen getroffen worden om rust in de tent te brengen”, zegt Binda aan Dagblad Suriname.
Binda, die de gang naar het IMF nimmer heeft toegejuicht, accentueert dat de samenwerking met het IMF nog niet betekent dat Suriname uit de economische malaise zal komen. Dat hangt compleet van de eigen inzet af en net als de Financiën-minister Armand Achaibersing is ook Binda bezorgd over de uitvoeringscapaciteit van het “ambitieuze” Herstelplan. Binda vindt het een noodzaak dat elk ministerie een korte en lange beleidsplan hanteert om stapsgewijs het Herstelplan uit te voeren. “Het herstelprogramma is zeer ambitieus, maar als je het wilt laten slagen dan moet je je instituten op spoor brengen en dat zie ik nog steeds niet.”
Is het sociaal vangnet een druppel op een gloeiende plaat gezien de fluctuaties in de wisselkoers? Binda geeft aan geen exacte indicatie te hebben hoeveel financiële middelen beschikbaar worden gesteld voor het sociaal vangnet. Echter, als de koers blijft stijgen zal dat ook invloed hebben op de subsidies en voedselcoupons die de regering wil hanteren.
“We weten niet waaraan we zijn begonnen. Het is gebleken dat de regering niet in voldoende mate kan optreden tegen die prijsverhogingen: we hebben het apparaat niet om te kunnen controleren. Nogmaals, die inflatie gaat zwaar woekeren”, aldus Binda.