Antoon Karg, advocaat en bestuurslid van de politieke partij PRO (Partij voor Recht en Ontwikkeling), gaat in gesprek met Dagblad Suriname in op het door Suriname gevoerde migratiebeleid.
‘Als we kijken naar het beeld zoals het nu is, dan zijn er twee migratiestromen, namelijk die van super onvermogende migranten onderin, bijvoorbeeld uit Haïti,Venezuela, Cuba of Guyana die aan de onderkant arbeid opleveren, en bovenin migranten uit Azië, ondernemers, die niet altijd voor langere tijd blijven en niet altijd vriendelijk met ons milieu omgaan. Niet iedereen is de taal machtig, heel gesloten bij elkaar en buiten Paramaribo ontstaan nederzettingen en kampen die groeien tot zeker 500 tot 1.000 mensen, waar de Surinaamse dollar geen betaalmiddel is, ze hun eigen taal spreken en waar de overheid niet altijd voldoende aanwezig is. Daar ontstaan spanningen. Sommige groepen zijn goed georganiseerd, en soms vuurwapengevaarlijk.’
‘Beleid vormen en kennis vergroten ten aanzien van migratie’
Op de vraag wat de overheid beter zou moeten doen, zegt Karg: ‘De eerste stap moet zijn beleid vormen en kennis vergaren ten aanzien van migratie, wie zijn nodig en waarom. En een bijdrage vragen aan landen waar een migratiestroom naar toe gaat en vandaan komt. Redelijk is om steun, een bijdrage te vragen, banden met landen waar mensen vandaan komen versterken. We willen leren van jullie. Handelsbanden ontwikkelen, we produceren hier het een en ander en we willen afzetten.’
Karg vindt ook, dat de regering een visie moet ontwikkelen inzake haar migratiebeleid. ‘Suriname zal altijd te maken hebben met migratie, in hoog of lager tempo, maar er moet een visie op komen. Een deel van de migranten kan worden ingezet als arbeider. De middelen die ze meenemen zijn ook heel welkom, maar er komen ook bedreigingen mee
De meest recente migratiestatistieken dateren uit 2013, maar tien jaar geleden zag de wereld er heel anders uit. Iedere regering moet een visie ontwikkelen.’
Volgens Karg zijn decentralisatie en export belangrijk. ‘De olie- en landbouwsector uitbouwen, dan zal arbeid nodig zijn, mensen met vakkennis moeten makkelijk kunnen komen. Als mensen alleen op doorreis zijn naar de eerste wereld of komen om gebruik te maken van faciliteiten die hier beter zijn dan in land van herkomst, dan moeten zij niet met hetzelfde gemak worden verwelkomd.’
‘Veel mensen komen met een goed hart’
‘Veel mensen komen met een goed hart, maar er komen ook mensen die in de criminaliteit gaan. Een van de dreigingen is, dat alle migranten gemeenschappen niet geheel open staan, hun eigen taal hebben, hun eigen stelsels ontwikkelen over hoe men aan de kost komt. Dan kan georganiseerde misdaad ontstaan. We gaan het niet zelf kunnen oplossen, men moet hulp zoeken bij de landen waar iemand heen gaat of vandaan komt. Er moet goede informatie uitwisseling zijn, dan kunnen op voorhand mensen met goede intenties eruit worden gelicht.’
PK