Minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening & Milieu (ROM) heeft namens Suriname via Zoom het woord gevoerd tijdens de ministeriële Climate Roundtables, waaraan 42 ministers van Milieu van landen over de hele wereld donderdag 22 april aan deelnamen. Deze Roundtables worden voorgezeten door John Kerry, speciaal klimaat gezant van president Joe Biden van de VS en hebben als doel van de deelnemende landen te vernemen wat hun uitdagingen en inspanningen zijn om de klimaatambitie te versterken.
De minister ging niet alleen in op de uitdagingen waarvoor Suriname staat, maar ook haalde hij de kansen van Suriname aan ten aanzien van de uitvoering van het Parijs Akkoord. Conform dit akkoord is het doel specifiek gesteld op het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen op 2˚C tot een minimum van 1.5˚C.
Ook zei minister Tjong-Ahin aan, dat Suriname, als onderdeel van het Guyana-schild, een zeer rijke biodiversiteit heeft en op deze manier fungeert als een koolstofput voor de wereld. Ook op dit forum benadrukte de bewindsman, dat Suriname ernaar streeft om haar status van het land met meer dan 90% bosbedekking te behouden gelet op het feit dat Suriname een van de tien meest bedreigde landen is voor wat betreft zeespiegelstijging als gevolg van klimaatverandering.
‘Suriname zet zich volledig in voor de uitvoering van het Parijs Akkoor’”, aldus minister Tjong-Ahin. In haar tweede Nationally Determined Contribution (NDC) in 2019, had Suriname al met grote bezorgdheid geconstateerd dat de doelstellingen van het Akkoord van Parijs alleen kunnen worden bereikt door het ambitieniveau aanzienlijk te verhogen, aangevuld met effectieve internationale steun. In dat kader heeft Suriname een aanzienlijk verbeterde tweede NDC gepresenteerd voor de periode 2020-2030. Deze NDC streeft ernaar een kosteneffectief traject te bewandelen naar duurzame economische ontwikkeling.
De bewindsman gaf tevens aan, dat Suriname ook met economische uitdagingen te maken heeft: een schuldenlast van meer dan 140% van het BBP, die is verergerd door de Covid-19-pandemie en leidt tot een hogere werkloosheid, een daling van het BBP van meer dan 15%, een stijgende inflatie en een groter wordende informele economie.
In dat kader deed de minister een oproep voor onmiddellijke internationale steun, aangezien het kostbaar Surinaams regenwoud wordt uitgedaagd door moeilijk te handhaven informele goudmijnactiviteiten, met als gevolg landdegradatie, ontbossing en kwikverontreiniging. De traditionele instrumenten voor klimaatfinanciering lijken hierbij niet erg effectief in pogingen om de milieustatus te behouden.
Minister Tjong-Ahin informeerde de vergadering over het feit, dat Suriname midden in de ontwikkeling van een veelbelovende oliesector zit die, als alles goed gaat, het land binnen tien jaar zal brengen naar de groep landen met een aanzienlijke olieproductie. Hoewel Suriname de verwachte rijkdom verwelkomt, zullen het zijn reputatie van een koolstofnegatief land niet opgeven.
Tot slot gaf de bewindsman aan, dat Suriname erop vertrouwt dat zowel de Verenigde Staten als de rest van de ontwikkelde landen, Suriname zullen steunen bij het handhaven van het evenwicht tussen ontwikkeling van de oliesector en behoud van de status als carbon negatief land.