Ronny Asabina, parlementariër en voorzitter van de politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) is van mening dat de beoogde taskforce die na kritiek is geschrapt, onduidelijke taken en bevoegdheden had. De gewijzigde Wet Toezicht Geldtransactiekantoren 2021 (Valutawet) werd dinsdagavond met algemene 42 stemmen aangenomen. Vele assembleeleden vielen erover dat de regering van plan was een ’taskforce’ in te voeren, die invallen kon doen wanneer vermoed werd dat er illegale valutatransacties plaatsvonden. Aangevoerd werd door leden van zowel de oppositie als coalitie dat de taken van de Centrale Bank van Suriname werden uitgehold.
Asabina stelt dat de taskforce in feite delen van de taken van de CBvS en het OM zou overnemen. “Dat zou betekenen dat voor een deel het mandaat van de CBvS uitgehold zou worden. Dat was onze grootste obstakel of bedenking. Daarnaast waren de taken en bevoegdheden onduidelijk. In feite waren ze niet opgenomen, het was onduidelijk waar de taskforce ondergebracht zou worden. Mondeling was aangegeven dat het onder het ministerie van Financiën zou vallen. Dat zou betekenen dat de onafhankelijke positie van de CBvS tot op zekere hoogte zou kunnen worden beïnvloed door het ministerie van Financien.” Volgens Asabina is het Openbaar Ministerie belast met opsporen. “Als je een dergelijke situatie meemaakt, kan je als burger dit aan het OM kenbaar maken. FIOD in Nederland heeft een wettelijke basis en is meer tegen fraude. Deze wet gaat over transactiekantoren. De wet is van toepassing op geldtransactiekantoren die een vergunning hebben. Alle anderen buiten het formele circuit zijn illegaal. De wet is alleen van toepassing op rechtspersonen en niet op natuurlijke personen”, aldus Asabina.