Autofabrikanten leggen hun productie tijdelijk stil, Sony kan niet genoeg Playstation 5’s maken om aan de vraag te voldoen en Samsung stelt de nieuwe Note nu al uit tot volgend jaar.
De oorzaak? Een wereldwijd tekort aan chips.
Computerchipbedrijven wereldwijd kunnen de vraag naar hun producten al sinds vorige zomer niet of nauwelijks aan. Na het uitbreken van de coronapandemie, begin vorig jaar, liep het aantal orders nog terug en werden er zelfs contracten geannuleerd. Fabrieken die de chips in hun producten verwerken werden immers stilgelegd. Ook hielden afnemers verderop in de keten de hand op de knip in afwachting van hoe de pandemie zich zou ontwikkelen.
Maar toen de economie na de eerste klap tekenen van herstel ging vertonen, explodeerde de vraag. Niet alleen moesten eerder geannuleerde bestellingen alsnog worden geleverd, ook zorgde de vraag naar elektronica voor zowel thuiswerk als -vermaak voor volle orderboeken bij chipmakers. Op korte termijn kan niet aan alle vraag worden voldaan.
Auto’s
De auto-industrie heeft grotere problemen. Het is in de branche gebruikelijk om de voorraden zo klein mogelijk te houden en de logistiek zo in te richten dat alle onderdelen precies op tijd geleverd worden voor verdere verwerking. Die efficiëntie levert normaal flinke kostenbesparingen op. Veel autofabrikanten hoorden dan ook bij de eerste groep die chips afbestelden, anticiperend op een instortende economie door corona. Toen de markt opveerde, was veel productiecapaciteit echter bezet door elektronicafabrikanten. Met een gemiddelde van ruim honderd chips die een nieuwe auto tegenwoordig telt, is de productie voor fabrikanten nu niet meer op peil te brengen.
Wereldwijd worden autofabrikanten daarom gedwongen de productie tijdelijk stil te leggen. Alleen deze week al maakten Ford, Toyota en Volvo bekend fabrieken tijdelijk te sluiten.
