“Sommige mensen geven de moed snel op als het gaat om de verkoop”, zegt een groenteverkoper aan de krant. “In deze branche ga je dagen meemaken waarbij er sprake is van minder verkoop. Maar je gaat nooit een dag hebben, waarbij je niet eens een product van je tafel hebt verkocht. Je hebt liever enkele producten weg dan thuis zitten zonder inkomsten”, zegt de groenteverkoper. De groenteverkoper haalde het aan, omdat het hem en enkele andere groenteverkopers is opgevallen dat velen niet meer verkopen in hun omgeving. “Twee van de mensen die mee deden met de verkoop hebben mij aangegeven dat zij gaan stoppen. Anderen zijn naar het schijnt een ander verkooppunt gaan zoeken. Hier aan de Kwattaweg had je meer dan 25 mensen die verkochten. Je had enkelen die net maar 2 groentesoorten verkochten met de standaardproducten, waaronder peper, prei, tomaat en soepgroenten of je had mensen die schoenen verkochten, planten of droge vis. Maar de mensen die groenten verkochten, hadden allemaal dezelfde dingen op tafel”, zegt de groenteverkoper. “Het was dus als het ware concurrentie onderling, maar je verkocht wel wat voor de dag”, benadrukt de groenteverkoper. “Dus stoppen met een hossel die zeker geld gaat brengen, lijkt niet verstandig.”
De groenteverkoper benadrukte dat er misschien geen zekerheid is van een vlotte verkoop dagelijks, maar je verdient toch wel wat. “Men moet niet zo snel opgeven. Je geeft als het ware op en creëert daarmee werkgelegenheid voor anderen. Hoe langer je blijft, hoe groter je kan worden als je slim werkt. Ik ben er 3 jaren in en heb kunnen uitbreiden naar 2 standjes langs de straat om mijn spullen te verkopen; een hier aan de Kwattaweg en de andere te Welgedacht. Als ik het kan, kan eenieder het.”
TM
