Nog steeds geen 100 procent zekerheid omtrent verband ernstige bijwerkingen en AstraZeneca-vaccinatie
Leeftijd is geen duidelijke risicofactor voor het vormen van bloedproppen na vaccinatie met AstraZeneca. Een causaal verband tussen de problemen en het vaccin is ’niet bewezen, maar mogelijk’. Dat stelt het Europese geneesmiddelenagentschap EMA woensdag 31 maart, na een spoedoverleg tussen medici met verschillende achtergronden om te kijken naar de uitkomsten in Duitsland, waar tientallen gevallen van trombose in de hersenen aan het licht kwamen. Negen mensen overleden. Het ging vooral om vrouwen, veelal onder de 60 jaar. Dit berichten diverse media in Europa.
De EMA zegt dat ’geen risicofactoren zijn geïdentificeerd’ op dit moment. Leeftijd en geslacht zouden dus geen verschil maken. Het onderzoek gaat wel verder.
De tromboseproblemen komen voor in zeer zeldzame gevallen, aldus EMA. Nog steeds wegen volgens de EMA de voordelen van het voorkomen van ziekenhuisopnames door het Coronavirus op tegen de risico’s van bijwerkingen.
Eerder stopten Europese landen met het AstraZeneca-vaccin nadat trombosegevallen in combinatie met een kleine hoeveelheid bloedplaatjes aan het licht kwamen. Dat geeft een ernstig ziektebeeld. Nadat het EMA geen verband zag, gingen veel landen, waaronder Nederland en Duitsland door met vaccineren, terwijl Scandinavische landen als Zweden en Denemarken het prikken met AstraZeneca nog niet hebben hervat.
Duitsland en Canada zijn sinds respectievelijk dinsdag en maandag gestopt met het prikken van respectievelijk 60-minners en 55-minners vanwege nieuwe informatie.