Het assembleelid Sham Binda (VHP) typeert het scepticisme over het Deens bedrijf HPSG ‘als spijkers op laag water zoeken’. In gesprek met Dagblad Suriname geeft hij aan dat Suriname zich niet in een positie bevindt om investeerders de laan uit te sturen. Hij heeft het idee dat het bij de samenleving nog niet doordringt in welke kritieke toestand het land zich bevindt. Het Deens bedrijf is nauwelijks van de grond gekomen en de bevolking schreeuwt nu al moord en brand. Binda keurt deze houding ten stelligste af. “Als ik arm ben, op straat loop, een auto stopt en een meneer geeft me een broodje, moet ik die meneer dan eerst vragen wat de herkomst van dit broodje is? Ik heb honger, dus ik neem dat broodje en ik vul me maag. En dit doet de regering op dit moment.”
Door dat ‘broodje’ op basis van allerlei veronderstellingen te weigeren, vindt Binda dat het volk bezig is met de eigen toekomst te sollen. De regering heeft recentelijk een overeenkomst gesloten met het Deens bedrijf, dat US$ 1,2 miljard wil investeren in Suriname. Wat vooral commotie heeft veroorzaakt over de waterstof deal is dat op internet wat teleurstellende berichten te vinden zijn over de personen achter het Deens bedrijf. “In Suriname is men vreselijk wantrouwig, ook naar de huidige regering toe. Burgers nemen gewoon aan dat we te maken hebben met een drugsverdachte of witwasgeld. Nogmaals, we zitten al in grote problemen. Als wij elke investeerder zo heftig gaan bekritiseren, hoe gaan we dan uit die armoede komen?”, accentueert Binda.
Dezelfde pessimistische houding was eveneens te zien bij Surfin NV. “Een NV wordt opgericht, er is nog niet eens iets gedaan en de kritiek barst los. Hoe verder met zo een mindset?” Binda is een grote voorstander dat de deur wagenwijd wordt opengemaakt voor de investeerders in plaats van hen continu onder een vergrootglas te plaatsen. “Als een directeur ooit een rechtsproces heeft verloren, maakt dat hem niet tot een crimineel. In de businesswereld krijg je mensen die veroordelingen hebben, maar dat betekent niet dat ze niet meer kunnen functioneren.” Binda voegt daaraan toe dat wanneer iemands gegevens niet op internet staan, dat geen reden is om aan te nemen dat de zaak verdacht is. Hij stelt dat er veel investeerders in de wereld zijn, die om tal van redenen niet adverteren.
Binda is van mening dat elke investeerder het voordeel van de twijfel verdient. Hij vermeldt erbij dat er op Suriname geen druk als zodanig bestaat bij de ‘hydrogen’ deal. “Het is dus spijkers op laag water zoeken.” Het assembleelid wijst erop dat vanaf juli de American Airlines vluchten zal uitvoeren in Suriname. Hij vraagt zich af of de Surinaamse samenleving ook met die attitude naar de eventuele Amerikaanse investeerder zal kijken. “De oppositie werkt mee aan veel fake nieuws, alles wordt losgeschoten op de regering. We moeten ophouden om trauma’s te ontwikkelen en allerlei spookverhalen voor te houden.”
Naar zeggen van Binda vormt de bancaire wereld van Suriname nog steeds de grootste struikelblok in ondernemerschap. Thans groeit de informele sector met de dag in tegenstelling tot de formele sector, zonder dat de bankdirecties met oplossingsmodellen komen. Die “amateuristische” houding van de banken zal funest zijn voor de investeerders, die Suriname heel hard nodig heeft. Hij roept de banken derhalve op om kritisch te kijken naar hun eigen bankbeleid.