Districtscommissaris Goelaman: ‘De winkelier is behoorlijk aangesproken door de Milieupolitie’
Een winkelier, die deze week afval had gedumpt langs de Indira Gandhiweg, tegenover de Meerzorgweg, heeft van de autoriteiten geen boete gekregen, omdat hij zijn gedumpte vuil zelf heeft opgeruimd. Het Burger Informatie Centrum Wanica Zuidoost plaatst foto’s van het gedumpte afval op zijn Facebookpagina, met de tekst dat het vuil wordt aangepakt door de bestuursdienst De Nieuwe Grond in samenwerking met de Milieupolitie. ‘Het is gebleken na onderzoek dat de winkelier, die in de buurt zijn winkel heeft, het vuil heeft gegooid’, zo schrijft het commissariaat.
In een reactie tegenover de redactie van Dagblad Suriname zegt districtscommissaris Shafiek Goelaman: ‘Uit onderzoek is gebleken dat het vuil door de dichtstbijzijnde winkelier is gedumpt. De winkelier is behoorlijk aangesproken door de Milieupolitie en bestuursambtenaren van het betreffende ressort om het vuil op de ophaaldagen langs de weg te plaatsen. De winkelier is ook opgedragen het vuil direct op te ruimen.’ Op de vraag waarom de winkelier geen boete heeft gekregen, antwoordt Goelaman: ‘De winkelier is niet beboet, omdat hij het vuil direct heeft opgeruimd in bijzijn van de Milieupolitie en bestuursambtenaren.’
Bijna wekelijks verschijnen berichten op social media van commissariaten met foto’s over en van gedumpt afval en dat het wordt verwijderd. Maar nooit wordt vermeld of overtreders zijn beboet. De lokale besturen laten de vervuiler, wanneer die bekend is, veelal zelf het vuil opruimen. Dat is zijn straf. Maar dumpen van afval is bij wet strafbaar gesteld. Door geen boetes uit te delen, maar dumpers hun vuil te laten opruimen, geef je niet een scherp signaal als bestuur dat er een strafbaar feit is gepleegd, dat bestraft zou moeten worden conform de wet.
Het dumpen van afval is strafbaar gesteld bij artikel 39a van de Politiestrafwet
‘Hij, die vuilnis, afval of andere hem toebehorende zaken nederwerpt, stort of plaatst, dan wel doet nederwerpen, storten of plaatsen op een voor het openbaar verkeer openstaande weg en de daarbij behorende voetpaden, in een voor het publiek toegankelijke tuin of park, in een voor de afwatering bestemde of daartoe dienende gracht, trens of kreek of op een ander dan van overheidswege daartoe aangewezen tot het domein behorend perceel of land, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste één duizend gulden.’
PK