‘De Staat heeft voldoende kunnen onderbouwen dat dragen mondkapje geen schadelijke effecten heeft op de drager’
Voedseltechnoloog Ricky Stutgard heeft woensdagmiddag zijn tegen de Staat aangespannen mondkapjes Kort Geding verloren. Hij had samen met Donk een bijna 40 pagina’s tellend verzoekschrift ingediend vol verwijzingen naar allerlei mediaberichten en berichten van deskundigen – zelfs documenten uit de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw – waaruit zou moeten blijken dat het dragen van een mondkapje in de strijd tegen het Coronavirus niet effectief is. Stutgard en Donk hadden geëist, dat de verplichting tot het dragen van een mondkapje zou worden opgeheven. Die eis is door de Kort Gedingrechter van tafel geveegd.
In gesprek met Dagblad Suriname zegt advocaat mr. Mohnie Babulall van de Staat, dat het verzoekschrift van Stutgard en Donk, die beiden aanwezig waren in de rechtszaal en zich niet lieten vertegenwoordigen door een advocaat – Stutgard voerde het woord -, was gebaseerd op vier gronden en die gronden zijn allen, met uitzondering van grond vier, door de Kort Gedingrechter meegenomen. Die gronden zijn:
- het dragen van een mond-/neusbedekking draagt niet bij aan het tegengaan van de gevolgen van Covid-19;
2) het dragen is juist aantoonbaar schadelijk voor de gezondheid van burgers zowel psychisch en fysisch;
3) de verplichting om een mond-/neusbedekking te dragen is in strijd met de fundamentele mensenrechten opgenomen in de Grondwet en in verdragen, en
4) er is sprake van misleiding van de samenleving.
Babulall: ‘De rechter heeft beslist, dat uit het door gedaagde gevoerde verweer en de overgelegde stukken voldoende aannemelijk is geworden, dat de inzichten van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie, World Health Organization) worden opgevolgd en van andere public health deskundigen en het Outbreak Management Team, op wiens adviezen besluiten van de Staat zijn gebaseerd, tot de conclusie leiden dat er geen sprake is van zodanige nadelige gevolgen op de gezondheid door het dragen van een mond-/neuskap, dat de maatregel niet had mogen worden doorgevoerd.’
Volgens Babulall heeft de Staat ‘voldoende kunnen onderbouwen, dat de maatregel niet zodanige nadelige effecten heeft voor de drager van een mond-/neusbedekking’.
‘De vordering is afgewezen, omdat Stutgard en Donk niet aannemelijk hebben kunnen maken, dat grondrechten worden beperkt en dat de maatregel schadelijk is voor de gezondheid.’
PK