De bus- en boothouders van het Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB) zitten wederom met de handen in het haar. De regering heeft ondanks de tijdsruimte van 3 weken geen noemenswaardige verbetering kunnen realiseren voor deze doelgroep, waardoor zij het werk per vandaag neerleggen. Dit meldt Iwan Woon, ondervoorzitter van OBS, aan Dagblad Suriname. Hetzelfde scenario heeft zich ook afgespeeld op 24 februari 2021. Die actie heeft één dag geduurd door tussenkomst van het TCT-ministerie.
“De minister heeft 2 weken gehad om bepaalde zaken in orde te maken. Intussen zijn er 3 weken verstreken en er is niets gedaan. Dus vanaf vandaag worden de opgeschorte acties weer hervat”, benadrukt Woon. OBS heeft woensdag jl. een gesprek gehad met de NVB-directeur, waaruit naar voren is gekomen dat het rekenmodel, dat OBS reeds overeen was gekomen met NVB in opdracht van de TCT-minister Albert Jubithana, onder het vergrootglas is gezet (zonder dat OBS daarin mocht participeren). Dit, terwijl het rekenmodel sedert november bij de minister lag.
“Het lijkt alsof er een vertragingstactiek wordt toegepast”, zegt Woon. Hij accentueert dat de boothouders van Boven Suriname al een jaar niet varen. “Zij hebben geen toestemming gehad om te varen, terwijl de boothouders van Marowijne wel vanaf november mogen varen.” Het werk is neergelegd naar aanleiding van de exorbitante benzineprijzen en het uitblijven van de nieuwe loonreeks. Het betreft hier geen betalingsachterstanden, zoals dat normaliter wel het geval is. Wat nu speelt, is dat hetgeen de bus- en boothouders van het NVB aan benzine moeten uitgeven, meer is dan wat ze verdienen.