Carlo Jadnanansing
Inleiding
In het laatste nummer van het Surinaams Juristen Blad (SJB 2020 no. 3) heeft mr. A.F.K. Chin-A-Lin, hierna ook te noemen de auteur, een lezenswaardig artikel geschreven onder de titel: Corporate Governance for State Owned Enterprises: modeverschijnsel of bittere noodzaak?
Het artikel is met name belangwekkend, omdat er na het aantreden van de nieuwe regering in 2020 zich verschillende voorvallen hebben voorgedaan die vallen binnen het door de auteur behandelde onderwerp.
Laatstgenoemde begint met erop te wijzen dat er al jaren forse kritiek is van samenleving en DNA op het reilen en zeilen binnen de overheidsbedrijven (State Owned Enterprises).
Corporate Governance (CG)
CG kan omschreven worden als het effectief en verantwoord besturen van en toezicht houden in een onderneming waaronder begrepen de interne beheersing en de relatie met de belangrijkste belanghebbenden bij de onderneming.
De opkomst van CG kan teruggevoerd worden naar de economische crisis van de vorige eeuw in de VS en is daarna overgewaaid naar Europa en later naar de rest van de wereld.
Chin-A-Lin wijst erop dat het aanvankelijk ging om de belangen van aandeelhouders en beleggers, maar thans speelt ook de invloed die falend toezicht heeft op andere belanghebbenden en de totale economie, een rol.
De belangrijkste aandachtspunten waar het om gaat bij CG zijn bestuur, toezicht, aandeelhouders en andere stakeholders. Essentieel is het in dit verband dat CG niet slechts een juridische aangelegenheid is, maar ook andere deelgebieden omvat zoals bedrijfseconomie, accountancy en de gedragswetenschappen.
Naar mijn mening (CJ) gaat het bij CG primair om behoorlijk bestuur. Dit is veel meer dan in strijd zijn met het recht. Morele codes spelen bij CG wellicht een belangrijkere rol dan de juridische aspecten. Het is mij (CJ) persoonlijk uit discussies met topfiguren van de overheid en het bedrijfsleven opgevallen dat er grote onwetendheid bestaat op dit stuk. Er wordt nog steeds primair naar gekeken of een bepaalde handeling in strijd met de wet is. Als dat niet zo is, lijkt de heersende opvatting te zijn dat er geen vuiltje aan de lucht is. Hierbij wordt vergeten dat in dit digitaal tijdperk het handelen van ons bestuur binnen de kortste keren ter beoordeling komt van o.a. internationale instellingen die zaken met ons doen. Het heeft er reeds toe geleid dat financiële organisaties hun internationale correspondenten verloren hebben. Dit tot hun verbazing, aangezien geen strafbare feiten gepleegd zouden zijn.
De opkomst van CG heeft veel te maken met de strijd tegen witwassen en het bestrijden van (internationale) criminele organisaties.
Overheid en onderneming
Na het debacle met New Surfin N.V. is het voor de samenleving relevant iets te weten over de wijze waarop de Staat gebruik maakt van zelfstandige entiteiten (rechtspersonen) om zijn taak te vervullen. Als de Staat gebruik maakt van deze entiteiten, spreken wij van een van staatswege opgerichte rechtspersoon.
Hoewel de auteur dit begrip niet gebruikt, is het goed om te zeggen dat de tot de overheid te rekenen rechtspersonen in ons land parastatale instellingen worden genoemd. Een parastatale instelling is een rechtspersoon waarin de Staat voor 100% deelneemt.
De rechtsvorm kan zijn:
a. de privaatrechtelijke rechtspersoon.
Deze is opgericht naar privaatrecht. Voorbeelden naamloze vennootschap: N.V. Havenbeheer, N.V. Staatsolie. Stichtingen: Stichting Staatsziekenfonds, Stichting Planbureau.
Opgemerkt dient te worden dat voor het oprichten van deze rechtspersonen geen notariële akte vereist is.
b. de publiekrechtelijke rechtspersoon.
Deze is opgericht conform het publiekrecht en bij of krachtens de wet. Het gaat hierbij om een Staatsbedrijf of rechtspersoon sui generis (van eigen aard) d.w.z. niet geregeld in het commune rechtspersonenrecht. Voorbeeld van een Staatsbedrijf is het Staatsbedrijf Nationale Loterij, en voorbeelden van rechtspersonen siu generis zijn: Telesur en M.I. Glis.
Aanknopend bij de actualiteit merk ik (CJ) op dat New Surfin N.V. geen van staatswege opgerichte vennootschap is. De oprichter heeft in de oprichtingakte in privé gehandeld. Nergens blijkt een machtiging van de Staat. Ook bij de plaatsing van de aandelen wordt de Staat als zodanig niet genoemd, maar het Ministerie van Financiën en Planning.
Dit ministerie is echter geen rechtspersoon en kan niet namens zichzelf handelen, maar ook niet namens de Staat zonder de vereiste machtiging.
De Comptabiliteitswet is bij een privaatrechtelijke rechtspersoon niet van toepassing en er kan dus ook geen sprake zijn van overtreding van deze wet en/of andere wetten die van toepassing zijn op publiekrechtelijke rechtspersonen.
Conclusie
Chin-A-Lin concludeert terecht dat ook voor de Staat Suriname bij het zich bedienen van zelfstandige entiteiten goed ondernemingsbestuur een bittere noodzaak is en niet een uit het buitenland overgewaaid modeverschijnsel!