Orpheo P. stond dinsdag terecht voor de moord op Myrtle Bons. Het ontzielde lichaam van haar werd op 14 oktober 2020 gevonden in een zandput in het district Brokopondo. Op 13 oktober liet de politie officieel een bericht van vermissing van Bons uitgaan. Daarin was opgenomen dat de vrouw, die ook wel ‘Miertje’ werd genoemd, op 5 oktober omstreeks acht uur ’s morgens uit huis was vertrokken om haar kinderen van de lagere school af te schrijven.
De verdachte verklaarde dat zij tussen 2015-2018 een relatie hadden. Op een gegeven moment zei ze dat ze abortus had gepleegd. De verdachte gaf aan dat hij dit bijzonder pijnlijk vond, want God heeft gezegd ‘ga heen en vermenigvuldig u’. Kantonrechter Duncan Nanhoe merkte gelijk op dat God ook heeft gezegd ‘gij zult niet doden’. Hierop gaf de verdachte geen antwoord. Hij gaf aan dat het slachtoffer zich niet hield aan haar beloften. “Ze misbruikte mij.” Hij verbrak toen de relatie en stapte in het huwelijksbootje met een andere vrouw.
Op de vraag van de rechter waarom hij daarna toch weer met het slachtoffer afspraken had gemaakt, zei de verdachte het volgende. “Ze appte mij dat ze weer wilde. Ik ben getrouwd en ben Christen. Ik wil geen seks buiten huwelijk, maar miste haar manier van pijpen. Ik heb haar toen opgehaald en ben naar Houttuin school gegaan voor seks. We gingen nooit naar pensions. Tijdens seks dacht ik aan de manier waarop zij mij misbruikte. Ze had een nieuwe vriend, maar wilde dat ik een nieuwe telefoon voor haar moest kopen, want haar vriend werkte niet. Plotseling pakte ik het mes en stak haar in het hart- en borststreek. Ik had toevallig het mes bij mij. In mijn werk gebruik ik een mes om vruchten te snijden.” Op vragen van de rechter of hij niet heeft gedacht aan de vijf kinderen van het slachtoffer gaf hij te kennen dat hij geen moeilijk mens is. “Ik heb op dat moment aan niets gedacht.”
De rechter ging niet mee met het verzoek van de verdachte en stelde de zaak uit naar 27 april voor verhoor van 2 getuigen.