Er is door de regering een speciale DNA-vergadering aangevraagd om stil te blijven staan bij de Dag van de Vrouw gisteren 8 maart. Daarmee heeft de regering blijk ervan gegeven dat de gelijke behandeling van de vrouw haar menens is. Maar het moet niet alleen blijven bij 1 dag, er is namelijk heel veel werk te doen. Na een jaar moet de regering weer in DNA bij elkaar komen om dan na te gaan wat er aan nieuwe dingen is gedaan door de regering. Er was vroeger iets als gender mainstreaming. Dat betekent dat alle ministeries moeten nagaan bij alle maatregelen wat ze treffen, wat dat zal betekenen voor de vrouwen van Suriname. Dus het effect van alles wat de regering doet bekeken moet worden wat het effect zal zijn op de vrouwen. Dat is in de jaren ’90 ingevoerd maar gender mainstreaming is gaan verwateren bij de overheid. Eigenlijk is het nooit goed van de grond gekomen en is gender mainstreaming nooit goed uitgevoerd. De minister van Binnenlandse Zaken zou er goed aan doen om dit concept weer binnen het regeerbeleid uit te voeren. Veel politieke partijen in Suriname hebben een statement gemaakt op 08 maart, maar het is duidelijk dat deze politieke partijen niet op de hoogte zijn van wat de Surinaamse regeringen hebben gedaan om genderbeleid en de gelijke behandeling van de vrouw gestalte te geven. De NDP is blijven steken bij de opheffing van de wettelijke onbekwaamheid van de vrouw enkele decennia terug in de jaren ’80. Daarna is er een groot vacuüm en hebben de politieke partijen die lange tijd regeerverantwoordelijkheid hebben gehad, niks te melden. Men heeft een aantal dingen gedaan aan beleid, maar het is niet bewust gebeurd. Wat opvallend is, is dat de wetenschappelijke bureaus niet bijhouden wat het beleid is wat de regeringen hebben uitgevoerd toen hun politieke partij aan de macht was. Het is opvallend dat er de laatste tijd minder wordt gesproken over vrouwenrechten of gelijke behandeling. Er is een kentering opgetreden en kan gezegd worden dat we nu op het dieptepunt zijn wat betreft de strijdvaardigheid van de ministeries en de ngo’s. Vandaag belichten wij voor u de geschiedenis van het ontstaan van de Dag van de Vrouw, zodat het duidelijk wordt dat het te maken heeft met strijd, met strijders en met organisaties.
Internationale Vrouwendag staat elk jaar op 8 maart in het teken van strijdbaarheid en het gevoel van solidariteit van vrouwen overal ter wereld, meestal aan de hand van een specifiek thema. Internationale Vrouwendag is in de twintigste eeuw ontstaan doordat vrouwen opkwamen voor hun rechten, onder andere op het gebied van arbeid en vrouwenkiesrecht. De basis ligt dus bij de vrouwenrechten en ook het algemeen kiesrecht van de vrouwen. In 1911 werd de Vrouwendag internationaal voor het eerst gevierd. Op 8 maart 1908 vond in New York de eerste staking door vrouwen plaats, van werkende vrouwen. De staking was gericht tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie en is beroemd geworden door onder meer de poëtisch verwoorde eis van de vrouwen: ze eisten “brood en rozen”. Deze staking was het prille begin van de strijd voor de vrouwenemancipatie en tegen de ongelijkheid. In 1910 deed de Duitse socialiste Clara Zetkin (1857-1933) tijdens de Internationale Vrouwenconferentie, een conferentie voor socialistische vrouwen, in Kopenhagen het voorstel om 8 maart uit te roepen tot Internationale Vrouwendag. Deze datum werd echter niet overal aangehouden. Zo werd in Nederland de eerste Vrouwendag gevierd op 12 maart 1912. In 1917 brak op 8 maart opnieuw een staking uit vanwege de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie, nu in het Russische Sint-Petersburg. Mede als gevolg hiervan verkoos het Internationale Vrouwensecretariaat van de Communistische of Derde Internationale in 1921, 8 maart definitief tot datum van de Internationale Vrouwendag. Het waren dus de communisten die als eerste waardering gaven en een herdenkingsdag introduceerden. Gedurende de hele Koude Oorlog heeft deze viering in de landen van de Navo in een verdacht daglicht gestaan door haar van oorsprong socialistische grondslag. In veel kapitalistische landen werd de dag dan ook niet algemeen gevierd of zelfs maar erkend. Sinds in de jaren zestig de tweede feministische golf op gang kwam, wordt de Internationale Vrouwendag weer volop gevierd, meestal met demonstraties, bijeenkomsten en conferenties. Vrouwen uit alle landen, gezindten en politieke stromingen nemen deel. In 1978 werd de Internationale Vrouwendag door de Verenigde Naties erkend. Tegen die tijd was Suriname al onafhankelijk. De traditie was er toen nog bij de deskundigen van Suriname om de aansluiting steeds te blijven zoeken bij de internationale ontwikkelingen. Veel decreten waren uit die tijd daarom ook gebaseerd op de internationale regels van de VN en haar agentschappen. Gaandeweg toen het kader vergrijsde, nam ook het elan af om de wet- en regelgeving van Suriname te blijven vernieuwen. De uitgestorven wetgevers van Suriname hebben net gezorgd voor opvolgers, ze zijn in stilte in anonieme pensioen gegaan om dat voor altijd deze wereld te verlaten. Ze worden niet gememoreerd en het gevolg is dat we nog zitten met een heleboel regels die tegen de gelijke erkenning van de vrouw zijn.