Het Nederlands Diaspora Medical Team, dat aan de basis staat van de afgelopen week officieel in gebruik genomen niertransplantatiekliniek in het St. Vincentius Ziekenhuis, hoopt in staat te zijn om jaarlijks zo’n 30 transplantaties uit te voeren, 6 keer per jaar 5 transplantaties. Dat zei dr. Pranobe Oemrawsingh, interventiecardioloog verbonden aan het Haaglanden Medisch Centrum in Den Haag, die zaterdag samen met prof. Frederike Bemelman, nefroloog en hoofd van de Afdeling Niertransplantatie in het Amsterdam UMC (Universitair Medisch Centrum), en dr. Mirza Idu, vaat/transplantatiechirurg ook werkzaam in het Amsterdam UMC, te gast was bij presentator Faried Pierkhan in het RBN-programma Kal Aaj Aur Kal.
‘Een ongezonde leefstijl maakt dat mensen hun eigen nieren opeten’
De 3 medici maakten ongezouten duidelijk dat vooral ‘een ongezonde leefwijze maakt dat mensen hun eigen nieren opeten’. Naar schatting zijn er zo’n 800 nierdialysepatiënten in het land en dat aantal groeit enorm. Bemelmans: ‘Elk jaar komen er 30 tot 40 nieuwe patiënten bij. Het is eigenlijk een soort epidemie van nierfalen, vooral veroorzaakt door overgewicht en diabetes.’ Volgens de Nederlandse medici moet er meer preventie zijn om nierfalen te voorkomen. ‘Mensen moeten leren er een gezonde leefstijl op na te houden. Ze moeten niet roken en gezond eten. De bloeddruk goed reguleren, is beter dan naar Colombia te vliegen voor een check-up. Maar het Surinaams eten is eigenlijk heel gezond. Het probleem zit hem in de hoeveelheid. Men eet simpelweg teveel met veel zout, veel suiker. Dat moet aangepakt worden. Het zit in de toegevoegde producten aan het eten, zoals olie.’
‘In Suriname zijn 100 keer zoveel nierdialysepatiënten als in Nederland, schrikbarend’…
Bemelmans schetste een zeer somber beeld van de ‘niersituatie’ in het land. ‘Weet u, er zijn hier 100 keer zoveel nierdialysepatiënten als in Nederland. Dat is schrikbarend hoog.’ Volgens Oemrawsingh proberen mensen te lang huismiddelen te gebruiken. ‘Trouw zijn aan medicatie is een groot probleem. Maar feitelijk moet je voorkomen aan medicatie te gaan. Preventie moet beginnen op school en bij de moeders.’ Over de opzet van de niertransplantatie-afdeling binnen het St. Vincentius Ziekenhuis zei Oemrawsingh dat dit is opgezet ‘om mensen beter te maken’. Hij wees erop dat patiënten goed gescreend moeten worden. ‘Het is een heel secuur proces en dat geldt ook voor de donoren.’
‘De kans dat operatief iets mis gaat, is heel klein, verwaarloosbaar’
Volgens Idu is het ideale moment voor een transplantatie, ‘voordat gedialyseerd wordt; dan heb je het beste resultaat’. ‘Iedereen met een redelijke levensverwachting en die tegen nierfalen aan zit, komt voor een transplantatie in aanmerking. Er is geen leeftijdsgrens, als je maar vitaal bent. Het maakt ook niet uit of er sprake is van twee verschillende etniciteiten. De ontvanger is van Aziatische afkomst, de donor is Nederlander, dat maakt niet uit. Het gaat meer om de vraag hoe goed is de donornier, is het een goede nier en dat is overigens bij een levende donor altijd zo. De kans dat operatief iets mis gaat, is heel klein, verwaarloosbaar.’
‘Als iemand een nier ontvangt, is het een soort wedergeboorte’
Bemelman ging kort in op het proces voorafgaand aan een feitelijke donatie. ‘We zullen zowel de ontvanger van een nier als de donor heel zorgvuldig screenen. De ontvanger wordt goed medisch onderzocht, ook de donor, die moet twee topnieren hebben. Als je kind een nierziekte heeft en dialyseert, wat is er dan mooier wanneer je je eigen kind kunt helpen. Ouders willen heel graag, ook partners. Veel donaties vinden plaats tussen man en vrouw. Als de een ziek is, dan lijdt de ander daar ook ander. Als iemand een nier ontvangt, is het een soort wedergeboorte. Het wordt heel veel gedaan en de resultaten zijn eigenlijk heel goed.’
‘Donorwetgeving is nodig om orgaanhandel te voorkomen’
Oemrawsingh reageerde op een opmerking van een kijker van het programma dat er in Nederland wetgeving is inzake donatie, maar niet in Suriname. ‘Daar moet inderdaad in Suriname aan gewerkt worden. Dat signaal hebben wij aan de regering gegeven en er wordt aan gewerkt. Wij, de medici, moeten waken voor het belang van de ontvanger en van de donor.’ Idu vulde aan: ‘Nederland heeft een donorwet, maar hier gaat het om een levende donor, niet om organen van een overleden donor.’ Oemrawsingh vult aan met de opmerking dat donorwetgeving nodig is, ‘om orgaanhandel te voorkomen’.
Revalidatieproces na transplantatie
Bemelmans legde kort het proces na transplantatie uit. ‘Een patiënt ligt zo’n 10 dagen in het ziekenhuis, daarna gaat de patiënt voor ongeveer 2 weken naar een revalidatiecentrum, waarschijnlijk het Zorghotel, en vervolgens wordt bekeken hoe de ontvanger gezond kan gaan leven. Daarnaast ook frequent nog de poli in het St. Vincentius bezoeken, 2 keer per week, controle, medicijnen krijgen. Uiteindelijk eens in de 3 maanden gecontroleerd worden. De levensverwachting na transplantatie ligt tussen gezonde bevolking en patiënten die dialyseren. Een niertransplantatie is beter dan dialyseren. Als je 30 jaar jong bent, dan heb je een dialyseverwachting van 15 jaar, als je een nier krijgt dan komt er 20 jaar bij.’
Verzekering
Oemrawsingh zei dat in Nederland iemand na 10 dagen gewoon naar huis gaat, omdat er voldoende zorgsystemen zijn en die zijn er niet in Suriname. ‘Zelf gaan wij medicijnen halen en uitreiken aan patiënten en ook controleren dat ze het innemen. De patiënt hoeft niet naar de apotheek. De kosten worden geregeld met de zorgverzekeraars. We zijn in gesprek met de SZF (Stichting Staatsziekenfonds) en met de minister van Financiën, Armand Achaibersing. Hij ondersteunt ons project volledig, ook Survam (Surinaamse Vereniging van Assurantiemaatschappijen), met wie we ook praten. Met een niertransplantatie wordt veel bespaard op nierdialyse.’
Idu: ‘Nierdialyse is een chronische behandeling, met een levensverwachting tussen de 12 en 15 jaar. Gemiddeld zo’n 3 keer per week dialyseren, kost zo’n SRD 1.000 per keer. Dat is SRD 150.000 per jaar; in 15 jaar is dat SRD 2.2 miljoen. De kosten van een transplantatie zijn veel lager, er is geen dialyse meer, dus je bespaart. Het project moet zichzelf gaan betalen.’
Tot slot laten de 3 medici weten dat de nazorg is gegarandeerd, met medewerking van het Amsterdam UMC. ‘We zijn vrijwel permanent in Suriname. Ook is er een samenwerking met lokale artsen om nazorg te kunnen leveren. Op termijn kunnen we dan zo weinig mogelijk vanuit Nederland komen.’
PK