Suriname heeft wat de toekomstperspectieven van de economie zwaar gefocust op de olie-ontdekkingen die in zee in de territoriale wateren zijn gedaan. Er is een vrees met betrekking tot de olie en gas voor 2 zaken: dat de ‘appetite’ voor olie straks niet meer zo groot zal zijn als nu het geval is en/of dat de prijs van de olie op een zodanige niveau zal zijn dat het niet meer interessant zal zijn om alle olie die ontdekt is nog te gaan exploiteren vanwege de productiekosten en ook de transport- en raffinagekosten. Het zou getuigen van pech als we na zoveel jaren eindelijk de jackpot slaan, maar dat het blijkt niet veel waard te zijn. Er zijn lezingen die zeggen dat inderdaad op termijn er niet veel vraag zal zijn naar olie, omdat veel landen over zullen zijn gegaan op het gebruik van groene energie en de hernieuwbare bronnen, maar dat pas zo zal zijn over enkele decennia. Het is zo dat een heleboel landen bezig zijn, ook in het kader van het Parijsakkoord voor klimaatsverandering, hun economieën te hervormen. Er wordt heel veel geïnvesteerd in de groene energie, onder andere om ook los te komen van de oliemonopolie van de landen die qua normen en waarden enorm veel verschillen van het westen en hun bevolkingen middels terreur en geweld onder de duim houden (in het Midden-Oosten). McKinsey, een olie- en gasconsultant, heeft projecties gepresenteerd die wij hier wel voor de lezer globaal in ogenschouw willen nemen. Deze organisatie geeft aan dat de vraag naar olie sinds april 2020 gedeeltelijk is hersteld (gelet op de covid-situatie). 2019 eindigde het jaar met een productie van ongeveer 9 miljoen vaten per dag onder het niveau van 2019. Dat kwam door de aanhoudende covid-19-gerelateerde lockdown-maatregelen ook in januari 2021, waardoor de productie in begin 2021 6 miljoen barrels per dag lager is dan in januari 2020 (toen de pandemie nog niet was gestart). De vraag naar olie zal naar verwachting 2 tot 4 jaar nodig hebben om terug te keren naar het niveau van 2019, afhankelijk van de duur van de lockdowns en het tempo van het herstel van het bbp van de landen (ook de rijke die een krimp zagen optreden in hun economie). Opec zal wel de markt kunnen blijven voorzien tot 2025 met een prijs van tussen de USD 50 tot USD 55 per vat. Als de bbp-groei (economische groei) van de landen sneller herstelt dan verwacht, kunnen we op korte termijn een prijsstijging zien van meer dan USD 55 per vat. Dat is een zegen voor de olieproducerende landen en een probleem voor de landen die olie gebruiken, met crisis en sociale onrust bij de pomp en opstraat. Als de vraag echter langzamer herstelt (als de economieën minder snel herstellen) dan kunnen de prijzen stagneren en 3 tot 4 jaar laag of zeer wisselvallig zijn. En nu komt het, op de lange termijn wordt een evenwichtsprijs van USD 50 tot USD 60 per vat op weg naar 2040 voorspeld. Opmerkelijk is dat McKinsey voorspelt dat de meeste offshore-olieproducerende regio’s (en Guyana en Suriname behoren ook tot deze groep) onder druk zullen komen te staan door een versnelde energietransitie-scenario, dus waar er een verschuiving zich aan het ontwikkelen is van koolwaterstoffen naar wind, zon en hydro. Maar de sector zal na 2030 nog steeds een nieuwe productie van bijna 23 miljoen barrels per dag nodig hebben om aan de vraag te voldoen.
Suriname heeft ook gas ontdekt maar er wordt niet veel daarover gesproken, omdat wij eerder gewend zijn om over olie te praten. De voorspelling is dat gas de sterkst groeiende fossiele brandstof wordt en tussen 2020 en 2035 met 0,9 procent zal toenemen. Het is de enige fossiele brandstof die naar verwachting zal groeien na 2030, met een piek in 2037. Van 2035 tot 2050 zal de vraag naar gas met 0,4 procent afnemen. Deze relatief gematigde daling wordt veroorzaakt door het moeilijk vervangbare gasgebruik in de chemische en industriële sectoren, waardoor de impact van een versnellende daling van het gasverbruik voor stroom wordt beperkt. China, de Europese Unie, Japan en Zuid-Korea zijn industriele gebieden die allemaal klimaatambities hebben om koolstofneutraal te worden. Op den duur zal dat toch gebeuren en dan zullen vooral olie en in mindere mate gas niet meer zo aantrekkelijk zijn. De huidige regering zou er in de tweede helft van 2021, wanneer ze de lijnen voor het macro-economisch beleid al heeft uitgezet, er goed aan doen om de economische projecties met een breed draagvlak voor de 20 jaar uit te zetten, boven de partijpolitieke belangen om. Daarbij moet de Surinaamse regering minder waarde hechten aan olie en gas en meer waarde hechten aan doelen en sectoren die compatibel zijn met het Klimaatakkoord. Dat is de enige duurzame manier voor lange termijn stabilisatie van de samenleving en de lijnen zullen uitgezet worden door de rijke landen.