Over de kaart van Suriname is de Nederlandse ambassadeur ontboden door de minister van Buitenlandse Zaken van Suriname. We hopen niet dat het een geïsoleerde eenmalige actie is. Over de kaart en Tigri hebben we tientallen keren hier de aandacht aan besteed. Internationaal is in alle publicaties van de VN en haar organen en agentschappen de kaart gangbaar en bekend waar bij Suriname het gebied Tigri geplakt is bij Guyana. De meeste kaarten online zijn ook in het voordeel van Guyana. Het is aan het ministerie van Buitenlandse Zaken om de president van de Republiek Suriname zodanig te begeleiden dat de juiste kaarten van Suriname worden gebruikt internationaal, te beginnen bij de VN, alle VN-organen en –agentschappen, alle andere belangrijke internationale, regionale en multilaterale organisaties en ook de grote nieuwsagentschappen. Maar het probleem ligt hem hierin dat wat volgens ons de goede kaart is, volgens Guyana de incorrecte kaart is. Op den duur zullen alle organisaties die de juiste kaart gaan willen gebruiken, zitten met twee kaarten van elk de twee landen. Het overlappend gebied van de twee landen is dat logischerwijs het betwist gebied dat dan als zodanig zal moeten worden aangegeven. Dan bekijken we de zaak vanuit de optiek van de organisaties die beide kaarten gebruiken. Deze organisaties hebben geen reden om eerder Guyana dan Suriname te geloven of omgekeerd. Het standpunt van Guyana is wel steviger omdat de effectieve staatkundige controle (dus de soevereiniteit) over het gebied Tigri in hun handen is. Sinds 1967 is het gebied, de driehoek, bezet door Guyana, omdat Guyana meende dat Surinamers onterecht zich in het gebied begaven. De toenmalige Surinaamse regering had geen jurisdictie over de buitenlandse betrekkingen (die lag nog bij Nederland), ook had men geen leger. In 1975, toen Suriname onafhankelijk werd, kreeg Suriname een leger en was de bezetting al 8 jaren gaande. De Surinaamse mannen die verjaagd waren en hun tijdsgenoten hebben zich rustig gehouden en de bezetting geaccepteerd, ook de regering die aantrad in 1975. Toen de militairen in 1980 aantraden was de bezetting 13 jaar gaanden. Ook die hebben 7 jaar lang tijdens hun regime niets gedaan. In 1987 toen na democratische verkiezingen weer een burgerregering aantrad, was de bezetting van Tigri (voor de Guyanezen: New River Triangle) al 20 jaar gaande, zonder enige significante, maar bovenal zonder duurzame acties van de Surinaamse regering bij de VN en haar organen en agentschappen en bij de internationale gerechtshoven. Binnen hebben we na 1987 hoog en laag gesprongen en op onze borsten geslagen, maar ook na 1987 tot heden is enige significante actie, zowel onder de NF- als onder de NDP-regeringen, uitgebleven. Intussen duurt volgens Suriname de bezetting van een deel van haar grondgebied door het buurland al 53 jaar lang. Guyana zegt dat ze 53 jaar terug een einde hebben gemaakt aan de onrechtmatige bezetting van een deel van hun land door buurland Suriname. De stand van zaken met betrekking tot de Surinaamse kaart en Tigri, noopt ons tot een aantal conclusies. Ten eerste merken wij dat de Surinaamse regeringen en politici niet eerlijk durven te zijn tegenover zichzelf en bang zijn om de echte waarheid over Tigri aan de burgers te vertellen. Ten tweede valt te concluderen dat de Surinaamse diplomatie zeker vanaf de onafhankelijkheid (al 45 jaar lang) heeft gefaald en een zware wanprestatie heeft geleverd op een gebied dat tot haar kerntaak behoort: over de soevereiniteit waken in de internationale context. Dezelfde wanprestatie en gebrek aan vaderlandsliefde valt het Surinaamse ministerie van buitenlandse zaken te verwijten, waar politici van de VHP, NPS en de NDP altijd een grote rol hebben gespeeld. En hetzelfde uiteraard moet je ook concluderen van de politieke partijen die op Buza de scepter hebben gezwaaid. Op Buza wordt namelijk altijd de grotere partijen van de regering geposteerd. En ten derde moet ook worden geconcludeerd dat het Surinaams leger al 45 jaar zonder enige gevoel voor zelfrespect verzaakt heeft om zich te houden aan de hoofdverplichting die rust op elk nationaalleger van een land: en dat is het bewaken van de soevereiniteit van het land tegen buitenlandse vijanden en inmenging. Het leger heeft wel zich vergrepen aan de staatkundige macht door 2 keren een staatsgreep te plegen, men wordt wel in relatie gebracht met ettelijke moorden op Surinaamse burgers (vrienden en vijanden) o.a. rond 8 december en tijdens de binnenlandse oorlog. Maar het beschermen van de soevereiniteit van Suriname was teveel gevaagd aan het leger van Suriname. En dezelfde wanprestatie en gebrek aan vaderlandsliefde moet ook toegeschreven worden aan de verschillende bevelhebbers die het leger heeft gehad. Er zijn voor de juiste grens van Guyana en Suriname 2 claims die met elkaar tegenstrijdig zijn. Met onderhandelingen en gemengde commissies gaan de landen nooit zover komen dat het ene land zijn claims vaarwel gaat zeggen, al zouden de feiten en omstandigheden dat rechtvaardigen. En dat heeft te maken met de politiek en de verkiezingen die als eerstvolgende volgen. Politiek valt aan het electoraat niet te verkopen dat een land vanuit verkeerde opvattingen altijd claims heeft gelegd op een stuk land. De oppositie gaat dat flink uitbuiten en zeggen dat het land verkocht is aan het buitenland, al zou men zelf aan de macht zijnde niets aan deze zaak hebben gedaan. Wat wel een oplossing in deze zaak kan brengen is het voordragen van deze zaak voor het bevoegde internationale of Inter-Amerikaanse gerechtshof. Dan is de zaak voor eens en voor altijd opgelost, uiteraard met de kans dat we voor altijd het gehele gebied of een deel van het gebied (volgens een Salomonsoordeel) kwijtraken aan Guyana. We hebben al een soortgelijke zaak gehad met Guyana inzake de Unclos. Opvallend is dat op 25 november 1975 de minister-president Den-Uyl ‘op verzoek’ (dus niet zoals het een vaarwel zeggende soeverein betaamt) de grenzen in een brief aan de Surinaamse premier Arron verduidelijkt … en ten aanzien van de westgrens aangeeft dat westgrens in het zuiden begin bij een ‘nader te bepalen punt op de zuidgrens’. Dit punt was dus nog niet bepaald. Den Uyl drieg dus een land over waarvan de loop van een deel van de westgrens niet duidelijk was: het deel vanaf het nader te bepalen zuidelijk punt tot de oorsprong van de Boven Corantijn. Het overdragen van een land zonder duidelijke grenzen en in de diplomatieke wereld dan je voormalige kolonie zitten benadelen en saboteren heeft met maar één ding te maken: racisme, onderdrukking en discriminatie. In deze ordinaire brief van Den Uyl wordt ook gesproken over “de grenskwestie van Suriname” en dat de Hollanders de documenten en bescheiden aan Arron zouden “ter beschikking blijven stellen” en steeds naar “beste vermogen”. Daaruit blijkt dus ook dat Holland niet alles direct aan Suriname zou geven en aan Suriname niet zou geven de specifieke documenten die het zelf op de kop zou kunnen tikken. En ook daar blijkt in de brief van Den Uyl besloten de kwader trouw van Holland.