Landen waarin de bestuurders niet (kunnen) meegaan met wereldwijde ontwikkelingen kampen met stilstand. Velen zijn of voelen zich geroepen, weinigen zijn echter de uitverkorenen. Wordt een beroep gedaan op politici en managers om zich van hun beste zijde te laten zien dan blijkt vaker hoe het gemis aan capaciteiten zich in de werkelijkheid wreekt. Wordt politici en managers gevraagd het beste uit zichzelf te halen of in elk geval de dingen te doen waarin zij denken goed te zijn dan ontstaan zo dikwijls de problemen. Dan merken zij zelf hoe gemakkelijk het is kritiek op anderen te leveren en hoe problematisch het kan zijn om zelf met enige gevatheid aan de slag te gaan. Maar ook hoe moeilijk het voor hen toch kan zijn om bij zichzelf een beeld op te roepen over de verwerkelijking van het doel dat zij zich voor ogen hebben gesteld. Organisaties waarin personen dagelijks samenkomen om gezamenlijk beoogde resultaten na te streven kunnen nimmer als vrijplaatsen gezien worden om naar bevind van zaken maar wat te komen doen. Zonder de noodzakelijke collectieve ambitie zijn werkorganisaties al gauw groepjes werknemers die de schijn van eenheid wekken en doen voorkomen alsof zij gezamenlijk de schouders onder het werk te zetten. Het gaat uiteindelijk , hoe je het ook draait of keert, om een kwestie van werken onder leiding van kundige personen .Het aantal leiderschapsconcepten groeit met de dag. Deze pagina zou gevuld kunnen worden met een opsomming van leiderschapspatronen die bedacht en ontwikkeld zijn. Hetzelfde geldt ook voor managersstijlen.
Uiteindelijk zijn al deze modellen nuttig voor organisaties en soms krijg je het gevoel alsof elke leider en elke manager wel een unieke combinatie in zich moet dragen van al deze hoedanigheden. Dat zij over een collectie aan leiderschaps- en managementvarianten in hun binnenwereld moeten beschikken. Wat kan de topman of – vrouw het soms toch moeilijk hebben. Maar gelukkig: er schijnt ergens een theorie te liggen die het heeft over situationeel leiderschap. Dus: leiderschap die situatiegebonden is. Bijvoorbeeld het geven van leiding , waarvan de stijl bepaald wordt door het ontwikkelingsstadium waarin de organisatie zich bevindt. Leiderschap blijft onder alle omstandigheden een interessant onderwerp en zal steeds tot de verbeelding blijven spreken. Waarom dat zo is? Dat komt hierdoor dat mensen altijd hoge verwachtingen hebben van personen die door getoonde bekwaamheden als leider het verschil kunnen uitmaken. Organisaties, van welke aard dan ook, kunnen het niet zonder een leider stellen. Uitzondering hierop vormt de professionele organisatie waarin beroepsgenoten samenwerken. Medici, ingenieurs, advocaten en notarissen zijn hiermee bekend. Niemand is daar de leider.
Het zijn nevengeschikte professionals. Personen die zich het gedachtegoed van het nieuwe leiderschapsconcept hebben eigen gemaakt keren helaas dikwijls terug naar hun oude werksituatie waardoor zij hun frisse ideeën over leiderschap niet kunnen toepassen. Werknemers die op de praktijk afgestemde opleidingen op het gebied van leiderschap in organisaties hebben gevolgd zijn daardoor meestal beter in staat de tekortkomingen van hun superieur te constateren. Hun frustratie is vervolgens, hoe het geleerde in de praktijk toe te passen. De lessen van de trainings- of collegezalen verschillen immers hemelsbreed van de harde werkelijkheid. Soms kan falend leiderschap “nieuwe stijl “ als schokkend effect hebben dat de hele vernieuwingsgedachte afgewezen wordt door de doelgroep waarna de roep om terugkeer naar de oude situatie steeds krachtiger wordt. Zou iets dergelijks op dit moment werkelijk het streven zijn van burger in ons land? Zou er werkelijk niemand te vinden zijn die terug wil naar het (recente) verleden? Zou er werkelijk niets goeds zijn gedaan voor land en volk gedurende de achterliggende jaren? Zijn er werkelijk geen gestelde daden aan te wijzen van bekriseerde en verguisde regeerders die de nalatigheden van hun voorgangers kristalhelder hebben blootglegd? De voorbeelden liggen er voor het rapen! Gaston Durnez, een Vlaams publicist heeft het ooit zo mooi verwoord: “ Objectiviteit is het volledig en onvervalst weergeven van alle halve waarheden en hele leugens die over een bepaald onderwerp de ronde doen’’. Daarom moeten alle vormen van kritiek op voorgaande regiems met de nodige scepsis worden opgevat.
Overheidsfalen moet vooral de stemgerechtigden in de schoenen worden geschoven. Zij laten zich immers steeds weer misleiden. Zelfoverschatting of verkeerde inschatting kan ertoe leiden dat wat eerder gepredikt werd door de aangekondigde veranderaar niet in werkelijkheid kan worden omgezet. Niet zelden doet zich dan de betreurenswaardige situatie voor dat wat reeds was en niet heeft voldaan, door gebrek aan visie en daadkracht van de nieuwkomer wederom van zich doet spreken. En daarmee wordt het oude, alzo het vertrouwde, de vijand van de vernieuwingsgedachte. Ook kan een samenleving pijnlijk getroffen worden wanneer de hoop op vernieuwing ijdel blijkt, wanneer falend leiderschap niet in staat lijkt te zijn het nieuwe perspectief te openen op weg naar een betere maatschappij. Zoals in het organisatieleven het dikwijls de vraag is hoe interessant klinkende leiderschapsconcepten kunnen worden ingevoerd, kan de teleurgestelde samenleving zich ook afvragen hoe de omslag gemaakt kan worden naar hoopgevend politiek leiderschap. Dat zovelen die zichzelf als de redder van de organisatie of van het land hebben gepresenteerd naderhand onkundige personen bleken te zijn, is ons als gemeenschap intussen overbekend. Maar wie is er uiteindelijk dan de juiste bedrijfs- of politiek leider? Welnu: degene die zich alszodanig heeft doen kennen. Zo simpel is het antwoord !
Stanley Westerborg.
Organisatieanalist