“We kunnen de medewerkers niet accommoderen zoals zij dat eisen”
Claudette Etnel, voorzitter van de bond bij Greenheart en betrokken bij het vrouwenbureau van C-47, vraagt aandacht voor de positie van de vrouwen binnen het bedrijf. “De mensen hebben de rechtszaak gewonnen, dus ze zijn niet met ontslag.” Etnel wijst erop dat een van de medewerkers een hoogzwangere vrouw heeft en anderen hebben kinderen, waaronder kleuters. “En de mannen zijn naar Paramaribo gestuurd. De 20 medewerkers zijn verplaatst van Apoera naar de stad, een aantal naar Tibiti en Moseskreek.” Etnel kijkt naar het belang van de vrouwen. Zij ziet het als ontwrichting van gezinnen en vraagt zich af of deze verplaatsing het bedrijf niet meer zal kosten. “De bond gaat hiermee totaal niet akkoord en zeker het vrouwenbureau niet. Zet de mensen binnen hun woonomgeving, zodat zij hun werk kunnen doen.” Etnel pleit ook voor eenheid onder de medewerkers, zodat zij die werken solidair zijn met de groep die een vakbondsstrijd heeft gevoerd. “Want ze hebben voor de arbeidsomstandigheden van iedereen strijd geleverd. Bij mij gaat het erom dat de vrouwen gesteund worden.”
Reactie management Greenheart
Het management laat weten dat deze focus op vrouwen nooit aan het bedrijf is medegedeeld. Ook hebben de medewerkers tijdens individuele gesprekken dit soort zaken niet eerder aangegeven. Bovendien kan het bedrijf in samenspraak met de medewerkers voor overplaatsing zorgen. “Tot op heden, vanaf maart vorig jaar, werken deze 20 medewerkers niet, maar zijn gewoon doorbetaald. Als 20 personen niet werken dan zorgt dit voor stagnatie van de operatie wat voor aanpassingen vraagt binnen het bedrijf om de productie op hetzelfde niveau te houden. De situatie van nu is niet hetzelfde als voorheen, waardoor het bedrijf deze personen alleen via overplaatsing werk kan bieden. We zijn een bedrijf met verschillende locaties en hebben naar overplaatsingsmogelijkheden gekeken.” Het bedrijf stelt verder dat het vanaf de oprichting altijd zo is geweest dat mensen overgeplaatst kunnen worden. “Er zijn zelfs mensen van Apoera, die in Tibiti of Paramaribo, of van Commewijne die op Moseskreek werken. Dat is geen nieuwigheid.” Een operationeel manager ondersteunt het management hierin en vult aan. ‘Stel dat je bij een multinational gaat solliciteren, waar denk je dat ze je gaan zetten? In de stad?’ Het management erkent dat mensen voorkeuren hebben, maar verwijst naar de huidige omstandigheden. “We kunnen de mensen niet accommoderen zoals zij dat eisen.”
De medewerker merkt op dat de karakteristieken van het bedrijf zo zijn dat mensen op die plaatsen kunnen worden tewerkgesteld waar nodig. Etnel merkt hier echter over op dat een alleenstaande moeder haar situatie bij het bedrijf heeft kenbaar gemaakt. “De medewerkers te Apoera hadden verwacht dat hun collega’s zouden terugkeren, omdat er genoeg werkzaamheden zijn.” Volgens de bondsvrouw is de werkdruk daardoor toegenomen. Het bedrijf heeft in het gesprek met Dagblad Suriname toegelicht dat de arbeidssituatie is veranderd. Het bedrijf zegt dat de werkdruk niet is toegenomen, maar dat een reshuffeling heeft plaatsgevonden, waardoor overtollige personen zijn overgeheveld naar andere posities. Door de herpositionering van personen en materiaal/machines is er geen werkdruk, zegt een operationeel manager.
RB