Na 10 jaar was 25 februari weer een normale dag waar iedereen naar het werk moest. Toen de regering in 2010 aantrad werd deze dag als Dag van de Bevrijding en Vernieuwing aan de lijst van nationale dagen toegevoegd. Met deze dag is het steeds aan en uit, afhankelijk van welke politieke partijen de verkiezingen hebben gewonnen en de regering vormen. Wat wel niet verandert is een passage bij de considerans (de overwegingen) van de grondwet over 25 februari. Dat staat er sinds de aanname van de nieuwe grondwet in 1987 en het heeft er altijd stevig in gestaan. “In aanmerking nemende de staatsgreep van 25 februari 1980 en de gevolgen daarvan”, staat er als tweede overweging in onze grondwet. Daarvoor wordt een ander minpunt in onze geschiedenis gememoreerd als eerste overweging namelijk ‘de eeuwenlange strijd van ons volk tegen het kolonialisme’. Onze grondwet noemt dus in de overwegingen met betrekking tot staatskundige geschiedenis (en niet de natiegeschiedenis) 2 situaties, waaruit we lering moeten trekken en waartegen wij moeten vechten. Deze situaties moeten zich niet meer gaan herhalen. Dat bindt het volk van Suriname als een natie en dat zijn de hoofddrijfveren voor het formuleren van de grondwet van 1987. Tegen het kolonialisme zijn bijna alle politieke groeperingen in Suriname gekant, omdat daaraan gekoppeld is het lijden van de voorouders van alle grote groepen in Suriname. Dat is anders met 25 februari. De grote politieke partij de NDP is voortgekomen uit wat eerst bekend was als de 25 Februari Beweging. Deze partij houdt het idee van een revolutie dat ooit zou zijn geweest in Suriname in stand. Het Surinaamse volk heeft een aantal intellectuelen, altijd gehad, maar het Surinaamse volk is niet een hooggeschoold volk. Men is niet in staat om wat genoemd wordt in revolutie in Suriname, te vergelijken met het echte ding in de juiste betekenis van het woord zoals in Frankrijk en Rusland en in recente tijde de ontwikkelingen tijdens de Arabische Lente. Er is een verschil tussen een staatsgreep en een revolutie. Bij elke staatsgreep zijn er groepen burgers die blij en hoopvol zijn, dat zijn de mensen aan de onderkant van de samenleving. Ze zijn blij omdat elke verandering van groot formaat, een verandering in hun situatie zou kunnen betekenen. Zelf actief doen deze groepen niet mee aan de staatsgreep. Het verwelkomen van een staatsgreep maakt van de machtsovername geen revolutie. Een revolutie is het dwingen van een regime om af te treden door massa’s op straat. Soms wordt de massa gewelddadig naar de machthebbers toe. De massa heeft soms een militante groep doe wapens heeft en net een leger is georganiseerd. In Suriname hebben we dat niet gehad. Het leger heeft het volk van Suriname met de punt van het geweer gedwongen om in een leugen te geloven, dat is dat het een revolutie was wat in 1980 gebeurde. En daarna zijn enkele mensen in Suriname ook gaan geloven dat het nodig was om in en rond 1982 mensen op te trommelen en deze dood te schieten. Maar 25 februari was dus nooit een revolutie. Het is een actie van een vakbond van militairen, die opeens zaten met regeermacht in hun handen waarmee ze geen raad wisten. Maar in het land en in Nederland waren er wel mensen genoeg die wisten wat het betekent om ‘een regering te draaien’. Die mensen voldeden in een behoefte van de onderofficieren in het leger, overigens niet de meest intelligente en geschoolde groep binnen het leger.
Op verschillende fora zijn gisteren burgers in de gelegenheid geweest om hun mening te uiten over de dag zelf en wat men vindt van de staatsgreep van 1980. Wij hebben daarover steeds een consistente lijn gevolgd. Wij zijn van oordeel dat 25 februari een zwarte bladzijde is onze geschiedenis. Wat militairen in 1980 hebben gedaan is het bewijs dat ze hun rol in de rechtstaat niet hebben gekend en zich hebben vergrepen aan de Republiek die ze hadden beloofd te bewaken. Het leger vergreep zich in 1980 aan de Republiek Suriname. Het was ‘in’ om te doen wat ze toen deden, omdat in Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Zuid Europa ook soortgelijke ontwikkelingen gaande waren. 25 februari is een dag die als een zwarte bladzijde moet worden herdacht, omdat 25 februari het begin was van veel ellende gedurende 7 jaar in Suriname zou worden ontketend en het zou nog lang na blijven galmen. Na 25 februari begonnen ongeschoolde en onervaren militairen om burgers te intimideren en te zwepen met de bullenpees. Al vroeg begonnen de liquidaties en verdwijningen waaronder de moorden van 1982. De staatsgreep zette Suriname in een heuse burgeroorlog die de infrastructuur en de ‘social fabric’ van het al achtergestelde binnenland compleet vernietigde met als sprekend voorbeeld de afslachting van Moiwana. Aan het einde van de militaire dictatuur bracht de staatsgreep een politieke partij voort die een geschiedenis heeft waar men niet trots op kan zijn: de NDP. De NDP bestaat er nog steeds en heeft een record dat moeilijk te evenaren is: elke keer als deze partij aan de macht komt slagen ze erin om de economie van Suriname te verwoesten en de armoede nieuw leven in te blazen. Alles bij elkaar genomen, de 7 jaren van dictatuur, liquidaties, intimidatie en beperking van de persvrijheid, vernielingen en burgeroorlog en enkele jaren NDP-regeringen, heeft 25 februari de ontwikkeling van ons land 20-30 jaar teruggeworpen. We zijn dus nu waar wij in 1990 hadden moeten zijn. 25 februari moeten wij niet vergeten, maar het is zeker geen hoogtepunt. Terecht dat het van de lijst als nationale vrije dag is weggehaald.