De protestactie van Siebrano Piqué is het onderwerp van gesprek. “De gemoedsgesteldheid in Suriname is somber. Van alle kanten is klaagzang te horen. De sociale, politieke, economische en gezondheidsproblemen hebben een wurgende werking. De stress veroorzaakt depressie en trauma. Velen zijn het spoor bijster. Woede neemt toe. De mensen gaan over tot burgerlijke ongehoorzaamheid.”
Wanhoop nabij
“De medestanders van Piqué zijn tot nu toe vooral afkomstig uit de creoolse volksklasse (vooral de donkergekleurde). Ik vraag mij af of dat komt omdat deze bevolkingsgroep het meest heeft te lijden onder de heersende omstandigheden. Een laag inkomen, jeugdwerkloosheid, gebrek aan huisvesting en andere problemen pijnigen de creool. Deze mensen zouden de wanhoop nabij zijn. Hun onbezonnen optreden zou daarvan de oorzaak zijn.”
Genuanceerd bekeken
De onvrede is al geruime tijd aan het borrelen. Onder andere politicus Carl Breeveld heeft eerder te kennen gegeven: “Een groot deel van de creolen maakt het redelijk goed”. Maar hij is niet blind voor delen binnen die groep die echt om aandacht vragen, specifieke aandacht! Volgens hem wordt de indruk gewekt dat de creolen minder bedeeld zijn. “Maar dat hoeft niet zo te zijn, het moet genuanceerd worden bekeken.”
Specifieke aandacht
“Ik maak ook deel uit van de creoolse groep. Er bestaan geen cijfers en er is geen onderzoek gedaan. Maar ik beweeg mij in alle lagen van de samenleving en constateer noden en problemen bij het creoolse bevolkingsdeel. Dat is de reden waarom ik in mijn politiekvoering specifieke aandacht geef aan deze groep, waarmee ik affiniteit heb, niet dat de andere groepen geen problemen kennen.”
Nationaal belang
“Het is juridisch, puur zakelijk waar dat wij allemaal Surinamer zijn, maar dat neemt niet weg dat belangen van specifieke groepen daaraan verbonden zijn. Politiek is belangenbehartiging, daar ga ik vanuit. Als er een partij zich in het belang van de creool opstelt, zie ik daar niets fout in, want specifieke belangen zijn onderdeel van het nationaal belang.”
Hoopvolle kansen
De visie van Breeveld herinnert aan de woorden die Johan Adolf Pengel uitsprak tijdens de herdenking van 100 jaar Keti Koti: “Dankbaar zijn wij, maar allerminst voldaan. Er moet huisvesting, voeding, werk en onderwijs zijn voor allen zonder uitzondering. En die ‘allen’ in Suriname zijn geëmancipeerde, zij hebben recht op een menswaardig leven, een menswaardig bestaan. Zij hebben allen zonder uitzondering recht op een passend onderdak, een volwaardige voeding, voldoende werkgelegenheid voor arbeid tegen een redelijk loon, en genoegzaam grond om te bewerken. Geen van hun kinderen mag deugdelijk onderwijs, goede medische verzorging en een hoopvolle kans op de toekomst tekortkomen. Het is een recht dat bij de voortgeschreden emancipatie hoort, een emancipatie die ons tevens de plicht oplegt, met alle kracht te streven naar de verwerkelijking van deze grondrechten van de vrije mens, wij zijn dankbaar maar niet voldaan. En ook nog niet moe”, aldus minister-president Johan Adolf Pengel in 1963.
HD