President Santokhi: ‘Er mag geen a no mi-attitude zijn’
112 militairen van het Nationaal Leger zijn dinsdag beëdigd tot officier. De groep, waarvan 28% uit vrouwen bestaat, werd toegesproken door president Chandrikapersad Santokhi, minister Krishna Mathoera van Defensie en bevelhebber kolonel Robert Kartodikromo. De beëdiging vond ook plaats in het kader van het wegwerken van achterstanden in rechtspositie van de militairen.
President Santokhi, die ook opperbevelhebber van de strijdkrachten is, sprak van een bijzondere dag voor het leger, zo schrijft de Communicatie Dienst Suriname. Volgens hem hebben de officieren nu een bijzondere verantwoordelijkheid. Met hun beëdiging hebben zij zich formeel verbonden aan de primaire eisen die aan een officier worden gesteld, te weten: integriteit, besluitvaardigheid, dienstbaarheid, goede communicatieve vaardigheden en stressbestendigheid. Het staatshoofd verwacht volledige integriteit. De officieren moeten kordaat kunnen optreden en er mag geen ‘a no mi’-attitude zijn. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen, een proactieve houding aan de dag leggen en initiatieven ontplooien. Naast het aangaan van de formele verbintenis, betekent hun beëdiging ook het zich uitspreken van betrouwbaarheid en ondergeschiktheid aan het wettelijk gezag.
Het bevoegd gezag moet ten allen tijde op het leger kunnen rekenen. Santokhi legde de nadruk op loyaliteit aan het beleid. De samenleving mag ook geen enkele twijfel hebben in het Defensie-apparaat. Verder moet de beëdiging ook een signaal zijn naar anderen in het leger en een stimulans om zich door studeren en trainen op een correcte wijze en op basis van een goede carrièreplanning tot officier op te werken. Er mag, aldus de president, geen ruimte of gevoel bestaan dat een militair die hard werkt en studeert overgeslagen wordt. Hij vroeg de manschappen het boegbeeld te zijn van de organisatie.
Zowel minister Mathoera als bevelhebber Kartodikromo wees erop dat de beëdiging reeds bij het afstuderen van de opleiding een feit moest zijn. Door omstandigheden is dat niet gebeurd, gaf Kartodikromo aan. ‘Ondanks dat zij niet beëdigd waren hebben zij met hun kennis en ervaring hun werkzaamheden naar eer en geweten verricht. Dit zegt veel over de kwaliteit en liefde voor de organisatie én voor land en volk’, aldus Kartodikromo,
Volgens Mathoera moet de beëdiging ook gezien worden in het kader van het voornemen van de regering en de legerleiding om alle achterstanden met betrekking tot de rechtspositie van militairen in de eerste helft van 2021 zoveel als mogelijk op te heffen. ‘Onze manschappen zijn onze meest waardevolle hulpbronnen, zij beschermen ons land en nemen grote risico’s onder niet optimale omstandigheden.’ Zij voegde eraan toe, dat de leiding er zorg voor moet dragen. dat hetgeen waar het personeel aanspraak op maakt op tijd wordt afgerond. De minister wees er ook op, dat ruim 28% van de 112 beëdigde personeelsleden vrouw is, terwijl het percentage vrouwen in het leger 6% is.