Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken heeft nu officieel bekendgemaakt, dat 25 februari niet langer een nationale vrije dag is. In Staatsblad no. 26 is nu ook bericht, dat in geheel het land ‘ten opzichte van de voorschriften van de ‘Zondagsrustwet’ onderstaande vijftien dagen worden aangemerkt als nationale vrije dagen en dus met de zondag zijn gelijkgesteld.
Hoogtijdagen christelijke religie: Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag.
Hoogtijdagen hindoe religie: Holi-dag en Divali.
Hoogtijdagen moslim religie: Ied Ul Fitre en Ied Ul Adha.
Overige dagen: Nieuwjaarsdag 1 januari, Chinees nieuwjaar (wisselende dagen), Dag van de Arbeid 1 mei, Keti Koti Dey 1 juli, Dag der Inheemsen 9 augustus, Dag der Marrons 10 oktober en Onafhankelijkheidsdag 25 november.
Inzake het besluit om 25 februari niet langer een nationale vrije dag te laten zijn, wordt in een zogenoemde ‘Nota van Toelichting’ vermeld, dat er op 25 februari 1980 ‘een politieke omwenteling plaatsvond, waarbij vernieuwingen werden aangekondigd die een ommekeer moesten brengen in de situatie waarin het land toen verkeerde’.
‘Omtrent de status rond 25 februari 1980 bestaan verschillende maatschappelijke inzichten. Een sociaal-maatschappelijke en economische ontwrichting van de Surinaamse samenleving is het direct gevolg geweest van de staatsgreep. In de periode na 25 februari 1980 vonden er tal van gebeurtenissen plaats welke in strijd zijn met de principes welke horen binnen een rechtsstaat.’
Verder staat te lezen: ‘In het kader van een democratische rechtsstaat is het essentieel dat de basisprincipes van de rechtsstaat worden beschermd en gewaarborgd. Het omverwerpen van een democratische regering past niet binnen de grenzen van een rechtsstaat. Het vieren van een dag waarop democratische principes zijn kapotgeslagen mogen nimmer gevierd worden door een samenleving, waarin er verschillende meningen bestaan over deze gebeurtenissen.’