“De situatie lijkt nu even stabiel, maar we leven nog in een grote crisis”, zegt een hosselaar aan de krant. “Men gaat harder aan de slag moeten gaan om uit te komen. De draad moet weer opgepakt worden. Ik als hosselaar gebruik veel opties om uit te komen. Naast de hossel verkoop ik ook kleren en schoenen. De verkoop daarvan ging helemaal niet door de covid-situatie. Er was weinig aanloop, dus moest ik harder aanpakken om uit te komen. De hossel gaat zwakjes in het stadscentrum, dus ik moest ook nog andere wegen bewandelen. De verkoop van mijn spullen gaat de laatste dagen toch niet zo goed. Met de toestemming dat bepaalde plekken open gesteld zullen worden, hoop ik wel dat de verkoop zal gaan. Als hosselaar kan je wel veel verdienen, als je lijnen hebt maar als je pas erin bent, gaat het heel moeilijk. Ik zit intussen ook nog te wachten en te zoeken naar een vaste baan. Daar ben ik al een tijd mee bezig. Je kan als man niet thuiszitten. Je gaat een optie moeten creëren om uit te komen voor je zelf en je gezin.”
“A libie kong moro tranga, o moro ye wroko o moro ye pina”, zegt een andere hosselaar. De hosselaar gaf aan dat ondanks ‘je hard werkt je nog meer pienaart in plaats van vooruit te gaan’. “Je werkt voor je straf. Eenieder hoopt en heeft hoop, maar niets is gegarandeerd. Enige wat je kan doen, is voor jezelf staan en je doelen zelf bereiken. Met wachten en naar de valse beloftes luisteren, verlies je juist veel meer tijd. Ik doe mijn ding zolang niemand in mijn weg staat en ik niemand lastig val probeer ik het te overleven. In deze situatie moet je juist hard werken, want je staat er alleen voor”, zegt de hosselaar.
TM