Maandagmorgen hebben verschillende personen een stil protest gehouden in de omgeving van rechtszaal om aandacht te vragen voor seksueel misbruik van jonge vrouwen in de sport. Het protest werd georganiseerd in verband met een zaak van een voetbaltrainer van Robinhood, die verdacht wordt zijn 14-jarige vrouwelijke pupil te hebben misbruikt. Deze zaak zou voorgaan bij de strafrechter. De protesterende menigte is teleurgesteld dat na drie jaar er nog steeds geen uitspraak is gekomen in de zaak, terwijl de voetbaltrainer weer normaal aan de slag is. Een activist concretiseerde de reden van de ontevreden in het kader van ‘gender based violence’: in deze zaak moet de officier nog met een strafvoorstel komen, dus er is nog geen straf gevorderd of voorgesteld door de vervolging. In Suriname is er de laatste tijd veel te doen geweest rond het op gender gebaseerd geweld. Dat kwam onder meer rond de doodslag waarvan vrouwen in de relationele sfeer slachtoffer zijn geworden in Suriname. Er is in de samenleving na de dood van enkele jonge vrouwen niet veel veranderd. De vraag rijst wat precies moet gebeuren en wie de acties moet ondernemen. Feit is wel dat binnen de Surinaamse subculturen er begrip is voor geweld tegen vrouwen en wel eens is men bereid een rechtvaardigende verklaring te vinden wanneer vrouwen door geweld het leven verliezen. Over het algemeen gaan we ervan uit dat gender gerelateerd geweld een fenomeen is dat diep geworteld is in genderongelijkheid. In Suriname is er sprake van genderongelijkheid op alle vlakken en het wordt geaccepteerd als een maatschappelijke realiteit. Gezegd moet worden dat in Suriname de vrouwenrechtenbeweging die sterk opkwam na de World Conference on Women in 1995 relatief is verzwakt. Er zijn na deze conferentie een opkomst waar te nemen geweest van vouwenrechtenorganisaties die heel actief zijn geweest in de jaren ’90 en zeker in het beging van deze eeuw. Een stukje vergrijzing heeft haar intrede gedaan en het schijnt dat de agressieve vrouwenbeweging in Suriname geen vers bloed heeft kunnen vinden om op het fundamentele niveau actief te zijn, bijvoorbeeld als te consulteren en samenwerkingspartner van de overheid. De vrouwenlobby die opkwam in de jaren ’90 heeft veel gewerkt met de VN en andere internationale organisaties en de focus was om zaken structureel en institutioneel te veranderen bij de regering. Onderdelen van de regering, vooral de sociale regeringen waren genoodzaakt en gedwongen om een stuk beinvloeding te ondergaan, het leidde zeker tot een zekere besef bij het kader dat aanwezig was bij de verschillende ministeries. Maar niet altijd leidde dat tot concrete acties in de vorm van overheidsmaatregelen. Dan denken we aan programma’s, projecten, instituten die werden opgericht en wetgeving. Dat kwam omdat bij allerlei activiteiten het kader wel aanwezig was, maar ministers zelf en regeringsleiders niet echt doordrongen waren dat het in Suriname tijd was voor meer duurzame maatregelen bijvoorbeeld op het gebied van gender gerelateerd geweld. Het is wel eens voorgekomen dat ngo’s wetsvoorstellen om seksueel molest aan te pakken hebben willen aanbieden aan de betreffende vakminister, maar dat deze niet bereid waren om de klaargemaakte wetsvoorstellen te adopteren en het verder te begeleiden in het wetgevingstraject. Nu is het zo dat er in de strafwetgeving van Suriname genoeg aanknopingspunten zijn om daders aan te pakken, maar de kunst is juist om geweld en het verlies van levens te voorkomen. Want met het opsluiten van daders wordt het leven niet terug gewonnen. Op het preventieve vlak moet er veel meer gebeuren. We hebben ook uit de jaren ’90 het Nationaal Bureau Genderbeleid dat op het overheidsniveau veel actiever moet worden en zich een grassroots benadering moet aanmeten. Men ken gerist te rade gaan bij het ministerie van Volksgezondheid en hem vragen wat zij hebben gedaan om bijvoorbeeld malaria in Suriname uit te bannen landelijk. Want wat we missen is het landelijke, meertalige en multireligieuze beleid via grassroots organisaties. Kerken en geestelijken die vooral in de rurale gebieden een bepaalde rol vervullen, moeten meer worden betrokken. Een sterke vrouwenlobby is nodig en er moet door de eens sterke vrouwenbeweging gewerkt worden aan verjonging en versterking. De armoede is toegenomen, veel vrouwelijk jong kader moet nog strugglen en surviven, omdat men en het huishouden draait en de reproductieve rollen vervuld zonder veel ondersteuning, Maar er is genoeg goed opgeleid jong kader aanwezig in Suriname die kan zorgen voor een nieuwe generatie die opkomt voor de rechten van de vrouw. Er is nog veel ruimte voor een vrouwenlobby om maatregelen van de overheid af te dwingen. Opmerkelijk is dat binnen de overheid er niet veel meer wordt gesproken over de gender rights in Suriname. Molest is voor een deel strafbaar en voor een deel heeft het te maken met bewustwording. Maar we hebben ook seksueel molest op bijvoorbeeld de werkplek, waarvoor de regering heeft verklaard dat er al wetgeving is klaargemaakt. Deze wetgeving moet dan worden behandeld. Want met de behandeling van de wetgeving en de inwerkingtreding ervan ontstaat er direct bewustwording en dat kan een blijvend effect hebben en zich uitstrekken naar andere vormen van seksueel molest.