Het assembleelid Patrick Kensenhuis (NDP) stelt dat februari niet de maand is van lichtpunten, maar van verzwaring van de leed van de burgers. Hij doelt op enerzijds de verwachting die president Chandrikapersad Santokhi eind december had voorgehouden aan de samenleving, en anderzijds de recente verhoging van de benzineprijs. Santokhi heeft meermalen gesteld dat aan het begin van 2021 een financiële doorbraak komt, waarbij er in de huidige maand lichtpunten zouden zijn en verschillende projecten zouden aanvangen. Santokhi voegde daaraan toe dat de urgentiefase van 9 maanden op schema is, waardoor in april de stabilisatiefase zal ingaan. Kensenhuis is van mening dat praatjes geen gaatjes vullen.
“Tot nu toe zien we geen enkele verlichting en dat heeft tot gevolg een grote teleurstelling bij de samenleving. Eenieder is ongerust, omdat we niet meer weten wat het zal worden; de benzineprijs gaat richting SRD 13 en wie weet zelfs hoger. Dus de verlichting zoals de president dat heeft aangegeven, zien we op dit moment totaal niet”, benadrukt Kensenhuis in gesprek met Dagblad Suriname. Uiteraard heeft de benzineprijs een spin-off effect op de prijzen in de supermarkten en dat betekent nog dieper in de gedevalueerde portemonnee tasten. Kensenhuis voert aan dat de particuliere bus- en boothouders totaal aan hun lot zijn overgelaten. De basisgoederen zouden een prijsdaling van 20% ondergaan, ook daarvan merkt Kensenhuis niets. “Dus over welke lichtpunten heeft de president het? We hopen dat de regering een luisterend oor heeft om de situatie werkelijk te verlichten. De regering kan steeds aanhalen dat alles de schuld is van de vorige regering, nu is de huidige regering in de gelegenheid om aan te tonen wat ze in huis heeft om Suriname te redden en daarvan merken we weinig”, aldus Kensenhuis.