De minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu, Silvano Tjong Ahin, bekijkt met deskundigen de mogelijkheden hoe groot Paramaribo leefbaarder gemaakt kan worden. Het ministerie is verantwoordelijk voor de planning. Tjong Ahin merkt op dat de uitvoering in handen ligt van het districtscommissariaat. In de planning kijkt het ministerie naar een aantal zaken voor de binnenstad, waaronder de publieke terreinen zoals de pleinen, de balans tussen ‘groen’ en ‘grijs’ en of er voldoende aanplanting is. Nagegaan wordt ook hoe het zit met de parkeerplaatsen. De minister merkt op dat ondernemers vaak het parkeren voor hun zaken niet mogelijk maken waardoor er een tekort aan parkeerplaatsen ontstaat. “Dit moet voorbereid worden”. Een inventarisatie zal moeten uitwijzen welke plekken geschikt zijn als parkeerplaats. Naast een goed parkeerbeleid is ook een vlotte doorstroming in de binnenstad nodig, terwijl ook de stad zelf aantrekkelijker gemaakt kan worden. Het doel is om ook investeerders aan te trekken. De minister wil de stad zowel voor senioren als mensen met een lichamelijke beperking toegankelijker maken. “Want mensen in een rolstoel kunnen de stad niet in om hun inkopen te doen”. Het motto is ‘het toegankelijk en aangenaam maken van de stad’.
Parkeerwachters
Vanuit het ministerie zijn er ideeën om het fenomeen parkeerwachters te legaliseren en herkenbaarder te maken middels een uniform. Door parkeerwachters te registreren kunnen zij een bepaald gebied toegewezen krijgen. Dagblad Suriname heeft recentelijk verschillende klachten vanuit de burgerij ontvangen dat parkeerwachters zich steeds meer opdringen aan personen die parkeren. In bepaalde gevallen voelen mensen zich afgeperst en anderen worden zelfs bedreigd. In een geval ging een autoruit van een bestuurder zelfs bijna kapot. De parkeerwachter zag 1 srd als een belediging. De minister spreekt hierover dat een businesscase nodig is waarbij ook parkeerplaatsen nodig zijn om geregistreerde personen het werk als wachter te kunnen laten doen. Hij erkent dat parkeerwachters zoals wij die nu kennen een broodje zoeken. Tjong Ahin benadrukt zich bezig te houden met de basisinrichting en dat districtscommissarissen andere bevoegdheden hebben. Tot slot merkt de minister op dat het groen maken van de stad planmatig zal moeten gebeuren. Hij noemt in dit verband dat landscapers de kennis hebben om op een verantwoordelijke en duurzame wijze voor een evenwichtige groenbalans in de stad te zorgen.
RB