Het is opmerkelijk dat nu binnen de huidige regeercoalitie in DNA niet alles van de ministers zonder meer wordt verdedigd. Zowel uit de geledingen van de VHP als uit die van de Abop wordt er kritisch gekeken naar de handelingen van de ministers. De afgelopen dagen hebben we geschreven over de nv opgericht door een adviseur waarin 2 Surinaamse ministers als rvc-lid zullen zitten. Er is kritiek op de minister van LVV met betrekking tot de keuzes die er worden gemaakt in de visserijsector en in het kader van de Cevihas. De bond is tegen deze keuzes ook in het geweer gekomen. Maar ook is er kritiek op de minister van EZ met betrekking tot bijvoorbeeld de KKF. Door een VHP-Assembleelid is in DNA de vraag gesteld over een ‘exorbitante’ vergoeding die door de KKF zou zijn gevraagd aan de regering. Deze onkosten zouden zijn ingediend als tegenprestatie voor het feit dat de KKF als covid-19 isolatielocatie functioneert. Hoe hoog dit bedrag exact is, werd door het DNA-lid niet in het openbaar genoemd, maar het zou naar verluidt om miljoenen SRD’s gaan. Het DNA-lid vindt dit een belachelijke zaak. Hij merkt op, terecht, dat de KKF een publiekrechtelijk orgaan is. Het DNA-lid gaat er daarom van uit dat de minister van Economische Zaken te allen tijde kan beschikken over alles van de KKF, inclusief de middelen van KKF. Met betrekking tot deze opvatting moet wel gezegd worden dat het moment publiekrechtelijke (sui generis) organen bij wet worden opgericht, deze organisaties min of meer zelfstandig functioneren. De enige grip die ministers (namens de regering) binnen deze organisaties hebben is door beïnvloeding van het beleid via de mensen die ze voordragen om in het bestuur en/of in de raden van toezicht te zitten. Deze personen dragen dan de visie van de minister uit door voorstellen te doen voor de richting waarin de organisatie functioneert. Laat de vertegenwoordiger in het bestuur of in de raad van toezicht na te doen wat van hem/haar wordt verwacht, dan kan die worden vervangen. Heel vaak komt het voor dat het hele bestuur, na voordrachten van participerende instituten, door de president of een minister worden benoemd, geschorst en ontslagen. De regering heeft dus de mogelijkheid om een bestuur te vervangen oftewel in te grijpen als het werk niet correct geschiedt. In de Handelsregisterwet wordt bepaald dat er een handelsregister wordt ingesteld in Suriname, waarin alle in Suriname gevestigde zaken worden ingeschreven. Het handelsregister wordt gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Paramaribo. Bij KKF is het wel zo dat het bestuur niet door een minister wordt geïnstalleerd maar wordt gekozen door een aantal branches van de economie (8 bedrijfsgroepen). Maar dan nog moet de vraag beantwoord worden of KKF, die bij wet is opgericht, geheel onafhankelijk is, buiten enige grip van of verantwoording aan de regering. In de landsverordening van 1962 staat wel dat de Kamer haat begroting van inkomsten en uitgaven aanbiedt aan de minister van EZ en wel ter goedkeuring. Besluiten van de Kamer kunnen door de minister worden geschorst en zelfs vernietigd als ze in strijd is met de wet of het algemeen belang. Er is dus wel degelijk een grip op basis van de wet van 15 juni 1962.
Het is echter niet ongebruikelijk dat door de Staat opgerichte rechtspersonen onroerend goed waaronder gebouwen en terreinen bezitten en daarvan als rechtspersoon de eigenaar zijn en dat zij deze dus ook verhuren van ‘derden’ die daarvan gebruik willen maken, inclusief de overheid. Zodoende kunnen deze organen zichzelf bedruipen en hoeven ze niet bij de Staat terecht om subsidie te vragen. Echter is het ook te verwachten dat de Staat eerder de faciliteiten van de overheidsrechtspersonen gebruikt omdat die, door de link met de regering, over het algemeen geneigd zullen zijn om een lager dan het marktconforme tarief te hanteren. En niet dat men dus een marktconforme of een hoger tarief vraagt voor de eigen faciliteiten. In het geval van KKF weten wij dus niet of een marktconform tarief is gevraagd of daarbij is overdreven. Want dat laatste zou dan betekenen, dat in tijd van een dubbele crisis een staatsorgaan van die beide crises misbruik heeft gemaakt te eigen bate (voor de eigen kas).
Het DNA_lid vraagt zeer terecht duidelijkheid over het toelaten van de oud-KKF-directeur bij geheime bestuursvergaderingen en het oprichten van allerlei stichtingen zonder duidelijkheid te verschaffen. Nu weten wij wel dat oud-gedienden van sommige staatsorganisaties geplakt blijven aan de organisatie en de facto blijven uitmaken welke richting de organisatie opgaat en wat d opvattingen van de organisatie. Het komt over het algemeen wel voor dat zwakke besturen in de plaats komen van vertrokken functionarissen, waardoor de nieuwe mensen blijven steunen op de reeds vertrokken mensen, waardoor deze laatsten dan nog steeds heer en meester zijn binnen de organisatie. Ze zijn er overal bij, zij ventileren de mening van de organisaties overal, ze zijn nog het gezicht van de organisatie en het bestuur is dan een verlengstuk van de reeds vertrokken mensen. Over het algemeen zullen deze mensen dan ook overal aanwezig zijn, ook bij geheime vergaderingen. Mensen zullen niet in staat zijn om de vertrokken mensen de toegang tot vergaderingen te ontzeggen. Het kan dus dat dit ook het geval is bij KKF. De oud-directeur die heeft overigens in de regering gezeten van Suriname als ‘nummer 2’, formeel in de periode 2010-2015 voorgedragen door de Abop.
Het DNA lid heeft terecht vragen gesteld over de stichtingen die door de KKF zijn opgericht. Er is inderdaad werk aan de winkel aan de EZ-minister om in het openbaar de duidelijkheid rondom KKF te verschaffen. De regering is daartoe verplicht omdat de regering daartoe is uitgenodigd door een DNA-lid die dat in die hoedanigheid heeft gedaan.