KOB: “Het gros van leraren werkt niet in een omgeving waar ze woonachtig is”
Het Onderwijsministerie streeft ernaar om de 94 basisscholen in het binnenland te starten op 15 februari, aangezien internet en elektriciteit niet vanzelfsprekend zijn in het binnenland. Onlineonderwijs is ook in de stad en omgeving niet eenvoudig. De vraag is waarom de scholen in gebieden, zoals Nickerie en Coronie, die niet door covid-19 getroffen zijn, ook alvast opengesteld worden. Volgens de voorzitter van de Katholieke Onderwijzers Bond (KOB), Bernice Barron, is dat niet meteen logisch. Zij geeft aan Dagblad Suriname te kennen dat er hier rekening gehouden moet worden met de mutatiefactor. “Het is zo dat leerlingen naar de dichtstbijzijnde school gaan, maar voor de leraren is dat geen uitgangspunt. Het gros van de leraren werkt niet in een omgeving waar ze woonachtig zijn en daar kan het mislopen als we alle scholen van een bepaald gebied waar er nog geen covid-19 is, openstellen”, attendeert Barron.
Ondertussen heeft de KOB een onderhoud gehad met het ministerie. Het zorgpunt van de KOB-voorzitter is dat niet elk kind hetzelfde is. Zo zijn er kinderen die visueel aangelegd zijn en is afstandsonderwijs voor hen niet ideaal, zij leren het beste op school. “Het is wel zo dat alles staat en valt met internet, maar we moeten rekening houden dat niet elk kind hetzelfde is. Zo vinden de meeste kinderen school-tv niet interessant.” Momenteel worden er lespakketten verstrekt aan de ouders, waaraan de leerlingen moeten werken. Nadien worden de lespakketten weer op school gebracht voor correctie. Barron is van mening dat velen op het ministerie leunen. “Je kan ook niet alles laten voor het ministerie. Wij als leraren moeten ook meehelpen om te zoeken naar oplossingen hoe we het beter kunnen doen.”
Wat dat betreft twijfelt Barron niet aan de creativiteit van de leraren. Zij stelt dat leraren, die de training Activerende Didactiek hebben doorlopen, de ICT-tools (zoals Google Meet) hebben meegekregen om op weg te kunnen met onlineonderwijs. De KOB-voorzitter wijst erop dat het idee van burgers dat leraren thuiszitten en desalniettemin hun salaris krijgen, onjuist is. “De leraren werken wel, maar dan van huis uit. Het is ook onze taak om naar manieren te zoeken om dit schooljaar te redden en dat wordt wel gedaan. Vooral aan de kinderen die een achterstand hebben, moeten we extra aandacht besteden.”