De actoren in de samenleving hebben zich de afgelopen dagen zich flink uitgelaten over de inmiddels dubieuze oprichting van een nv door een Nederlandse adviseur van Financiën en de ministers van Financiën en Planning en Bibis handelende als privépersonen. De meningen die zijn geventileerd vertonen een zekere mate van eenstemmigheid, waaruit dus valt te concluderen dat de mening in Suriname is dat de oprichting van de nv in strijd is met de geschreven en ongeschreven regels en hun geest en de beginselen van goed en behoorlijk bestuur. Zoals gisteren aangegeven zullen wij vandaag ons iets meer toeleggen op de doelstellingen van de nieuwe (op te richten) nv zoals die zijn af te lezen uit de statuten. Het eerste doel is het ontplooien, financieren en deelnemen in projecten gericht op het helpen verlichten en minimaliseren van de armoede in het land, door het uitvoeren van projecten met hoge prioriteit voor de ontwikkeling van het land. Het uitvoeren van projecten voor armoedebestrijding is toebedeeld aan een aantal ministeries zoals Sozavo (kwetsbare groepen, cash transfers, mensen met een beperking etc..), Arbeid (werkgelegenheid, vakscholing, jongeren), EZ (micro- en klein-ondernemerschap) en RO (speciale focus binnenland en inheemse en tribale volken). De diplomatieke dienst (lees: Bibis) moet ervoor zorgen dat er genoeg kanalen worden aangeboord zodat deze ministeries landelijk, zowel in de stad als de rurale gebieden, projecten kunnen uitvoeren. En niet dat de ministers in een nv op de stoel van de collega’s gaan zitten en deze uithollen. We gaan ervan uit dat de projecten via Bibis zullen worden gegenereerd. Ook andere ministeries zijn direct of indirect met armoedebestrijding bezig en zij moeten dus de projecten uitvoeren, indien gegenereerd door de diplomatieke dienst.
Als tweede wil de nv de economie binnen Suriname door het beschikbarstellen van kapitaal ten behoeve van ontwikkelingsprojecten in de ruimste zin des woords, voor zover wettelijk is toegestaan. De nv krijgt dus kapitaal en dat zal zij (wanneer en hoe men dat wil) ter beschikking stellen aan bijvoorbeeld ondernemingen of aan klimaatsverandering nemen we aan. Dat is dus kanaliseren van buitenlands kapitaal en dus ontwikkelingshulp. Dat lijkt geen werk van een nv, maar eerder van de staatsbanken die door de regering voor dit doel zijn opgezet in het bijzonder de Nationale Ontwikkelingsbank (maar ook de Landbouwbank). De internationale financiële stromen moeten gaan via Financiën (het organiseren van die stroom, het ondertekenen van deals etc..). Opmerkelijk is het derde doel: het exploiteren van een financieringsonderneming met het doel o.a. het aantrekken van binnenlandse en buitenlandse investeringen en gelden en andere financiële middelen: dat is werk van de staatsbanken en het voor het aantrekken van vooral het buitenlandse directe investeringen (fdi) is er een Investsur opgericht door o.a. de NPS en de VHP. Een andere subdoel is het aannemen van spaargelden, gelden in rekening-courant of als deposito, het verlenen van kredieten aan het bedrijfsleven, de overheid en particulieren. Ook hier denken we dus aan het oprichten van een bank die gaat concurreren met de andere staatbanken met hetzelfde doel opgericht. Een subdoel is ook het aan- en verkopen van nationale en internationale verhandelbare waarden: weer een activiteit van een financiële instelling waarbij we ook denken aan de Centrale Bank als de staat erin is betrokken. Het verkrijgen , het bezitten, het beheren en het vervreemden van effecten en aandelen zowel voor eigen rekening als voor rekening van derden, is een ander doel. Vooral het verhandelen van aandelen voor derden is interessant. Dat wekt het vermoeden dat met deze derden wordt gedoeld externe krachten (vb. enkele financiers van Surinaamse komaf in Nederland) die de oprichting van de nv als een veilige haven van hun geld zouden kunnen gebruiken, buiten de wegen van de Staat, dus zonder dat de Staat enige zeggenschap over dat geld heeft.
Het vermoeden kan dus ontstaan dat de oprichter (Nederlander), de directeur (Nederlanders) en de 2 ministers stromannen en handlangers zijn van deze ‘derden’ die met hun kapitaal nog niet zichtbaar zijn. De nv zal ook samenwerkingsverbanden aangaan met zowel nationale- als internationale financiële instellingen om Surinaamse armoededoelen, projecten, investeringen kapitaal, financiële stromen etc. te realiseren. Dat doet dus denken aan een paralelregering die er speciaal is om geld en andere middelen te genereren die de Staat ten goede zouden kunnen komen, maar zonder dat de Staat erbij is betrokken (maar personen). Een verklaring voor deze werkwijze kan zijn een gebrek aan vertrouwen aan de Staat Suriname, Surinamers en Surinaamse bestuurders die buiten het imago hebben onbetrouwbaar en corrupt te zijn (dwars door alle types regimes). Het achtste doel (als agent, vertegenwoordiger in elke hoedanigheid voor derden met betrekking tot handelingen en transacties) geeft ook aanleiding tot dezelfde twijfels en leidt tot dezelfde verklaring. Deze doelen geven dus aan dat de nv niet voor de Staat moet handelen maar ook in het belang en als handlanger voor derden. En dit geeft ook aan dat deze nv er niet is om de belangen van de Staat Suriname (lees: het volk van Suriname) te dienen, maar van ook of voornamelijk derden. Bijverschijnsel kan zijn dat enkelen in Suriname meeprofiteren in de vorm van donaties en containers met spulletjes en ook werkgelegenheid die onvermijdelijk zou kunnen ontstaan.
De nv mag filialen hebben en dat is dan handig als men als een bank wil gaan functioneren. Opmerkelijk, niet ongebruikelijk en maar vanwege de context nu niet onschuldig is het deelnemen in het voeren van het beheer en de directie over andere ondernemingen. Dat ligt in het verlengde dus van het kopen van aandelen in bestaande en toekomstige bedrijven. We denken dan aan aandelen in energiebedrijven, in de olie-industrie en de goudindustrie. Uit de doelen blijkt dus dat deze nv een voorwaarde lijkt van enkelen die nu toch wel bereid zijn om een deel van hun kapitaal en netwerken richting Suriname te kanaliseren. De risico’s moeten echter minimaal tot nihil zijn. Gezegd zou kunnen worden dat het kapitaal er is als liefdadigheid naar de Surinaamse samenleving, maar goed doordenken leert dat kapitaal door financiers nooit uit liefdadigheid wordt gegeven. Kapitaal kanaliseren heeft risico’s, vooral in landen met zwakke instituten en een land dat nog in een crisis is. De nv lijkt een voorwaarde om een belofte in te lossen waarop deze regering wordt aangesproken namelijk het diasporakapitaal. Dat is er wel, maar de voorwaarden waaronder die gekanaliseerd wordt naar deze kant zijn nu zichtbaar. Dit zijn scenario’s die mogelijk zijn, totdat er een goed uitleg is over de achtergrond van de nv.