Enkele dagen geleden heeft het leger in het Aziatisch land Myanmar (vroeger Birma geheten) een coup gepleegd. Dit overwegend boeddhistisch land hebben we in het recente verleden vaker besproken door de vervolging van een bevolkingsgroep in het land op basis van haar religie: de Rohingiya’s die het islamitisch geloof aanhangen. Het plan is door de regering van het Aziatisch land onder Aung Sang Suu Kyi gemaakt om dit ongewapend, slecht geschoolde, staatloze, zwak ontwikkeld en slecht georganiseerde bevolkingsgroep uit te moorden. Het plan werd uiteindelijk ook uitgevoerd door het leger en boeddhistische volksmilities, met instemming van de politieke leider Suu Kyi die zelf jarenlang onder huisarrest had geleefd in het land omdat zij opkwam voor terugkeer van een burgerregering waarin ze zelf aan de touwtjes kon trekken en zoals nu blijkt niet om het respect voor de mensenrechten te verdedigen. De Rohingiya dorpen werden in de fik gestoken, vrouwen, kinderen en mannen werden afgeslacht, vrouwen en meisjes werden verkracht. De bevolking raakte daardoor in de modder op de vlucht naar het even modderige Bangladesh. Daar wonen ze er nog steeds onder erbarmelijke omstandigheden als in de steek gelaten dieren. De internationale gemeenschap en de VN konden en wilden, ondanks waarschuwingen, niet ingrijpen in het Aziatisch land. Sterker nog, Israel bleef wapens leveren aan Myanmar ondanks een wapenembargo door de VN. De media en vooral Al Jazeera bleven de zaak dagelijks belichten en maakte analyses van de vervolging op basis van afkomst. Uiteindelijk was de VN genoodzaakt om enkele symbolische daden te plegen. Door Suu Kyi is het woord Rohingiya niet gebruikt, ook heeft ze nooit toegegeven dat de genocide heeft plaatsgevonden. Ze heeft het herhaaldelijk afgedaan als te zijn een leugen. Internationale organisaties die de mevrouw kenden als een voorvechter van de democratie, hebben hun afkeuring uitgesproken over haar laffe houding en daarbij haar rol en ten minste de medeplichtigheid bij de vervolging en de zuivering van een minderheid in haar land. Hier en daar is een onderscheiding zelfs ingetrokken, maar niet voor de Nobelprijs voor de Vrede. De internationale gemeenschap heeft het doen van zaken met Myanmar vele malen meer gewicht gegeven, dan de genocide die waarschijnlijk zou hebben plaatsgevonden in het land volgens de VN. De VN stelde in 2017 dat er sprake was van een etnische zuivering. Ruim 700.000 leden van de moslimminderheid vluchtten de afgelopen jaren het land uit.
De militaire opperbevelhebber heeft voor een periode van 1 jaar de macht overgenomen. Regeringsleider Suu Kyi en andere kabinetsleden en prominente partijleden zijn opgepakt. Het leger zegt dit te hebben gedaan omdat er verkiezingsfraude zou zijn gepleegd. Vorige week suggereerde de legertop al dat mogelijk een coup zou worden gepleegd. Waarnemers vinden niet dat er sprake was van oneerlijkheid tijdens de parlementsverkiezingen van november waar de partij van Suu Kyi een absolute meerderheid won. Correspondenten die ter plaatse aanwezig zijn melden dat de staatsgreep een uitbarsting is van spanningen die de afgelopen maanden opliepen tussen het leger en de burgerregering van Suu Kyi. Er zouden naast politici ook andere publieke figuren zijn opgepakt, bijvoorbeeld filmmakers en activisten. Het leger had voor deze daad al veel macht in Myanmar melden media-analyses, met drie cruciale ministeries in handen en een kwart van de zetels in het parlement. Suu Kyi werd in 2016 de eerste democratisch gekozen regeringsleider na decennia van een militair regime. De afgelopen jaren werd de 75-jarige Suu Kyi wereldwijd fel bekritiseerd, omdat ze te weinig zou doen tegen de vervolging van de Rohingya-bevolking. Ze verdedigde Myanmar in 2019 voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het Hof oordeelde vorig jaar dat het land per direct maatregelen moest nemen om de Rohingya te beschermen, omdat ze aanzienlijk risico lopen slachtoffer te worden van genocide. Dus er zou sprake zijn van een intentie tot genocide. Dat was een zwak statement van een werkarm van de internationale gemeenschap die nu openlijk de andere kant op heeft gekeken en de bereid is door de vingers te kijken in het belang van de daders.
Myanmar of Birma is een land van 54 miljoen inwoners in Zuidoost-Azië, waar het in het openbaar in de praktijk togestaan is om te discrimineren en aan te zetten tot haat en geweld. Dat wordt gedaan op een wijze alsof de tweede wereldoorlog nooit is geweest en men niet weet wat het menselijk leiden van vervolging van bevolkingsgroepen heeft betekend. Evenmin lijken grote delen geen notie te hebben van zaken als mensenrechten. Myanmar grenst in het noordwesten aan Bangladesh en het noordoosten van India, in het noorden aan China, en in het oosten aan Laos en Thailand. De VN heeft de Rohingiya moslims, waarvan nog een deel in Myanmar is, aangeduid als de meest gediscrimineerde minderheid in de wereld. Er is een vrees dat de gewelddadigheden en verkrachten zich zullen herhalen. Het verhaal van Myanmar is tot nu toe het verhaal van mevrouw Aung San Suu Kyi. Het is het verhaal van iemand die kan opstaan en weer kan vervallen. Opmerkelijk in deze zaak van de Rohingiya’s is wel dat er wel slachtoffers zijn maar schijnbaar geen daders of dat er slachtoffers zijn maar geen daders die ook verantwoordelijk zijn.