Dat het onderwijs in Suriname moet veranderen en mee dient te gaan met de ontwikkelingen over de tijd, zijn wij het allemaal meer dan tientallen jaren mee eens. Het Onderwijs in Suriname moddert al meer dan 40 jaren voort en holt steeds achter de feiten aan, waar het ons zou moeten helpen de richting van onze ontwikkeling te bepalen. De COVID – 19 pandemie drukt ons opnieuw met de feiten op de neus. We ontbreken op onderwijsvlak “The 21st century skills”. Deze pandemie biedt ons de kansen om uiteindelijk hiernaartoe te werken. De vraag is op wie moeten we wachten om het veranderingsproces opgang te brengen? Er zijn geen beren op de weg dus er zijn geen bezwaren die ons kunnen belemmeren om te doen wat nodig is.
Vanaf 13 maart van het vorig schooljaar toen Covid-19 haar intrede deed in Suriname is het bestaande onderwijsproces bijna aan diggelen geslagen. Met slag en stoot is het schooljaar 2019 – 2020 afgerond. Pluimpje daarvoor aan een ieder die daartoe heeft bijgedragen. We zouden dus voor het jaar 2020 – 2021 wel hieruit geleerd moeten hebben en redelijk tot afdoende maatregelen hebben getroffen. Niks lijkt daarvan waar te zijn. De 2e coronagolf, lijkt ons opnieuw te overrompelen. Het onderwijsproces aan de ene kant, vooral het openbaar onderwijs en onderwijs op de bijzondere scholen, komt heel moeilijk op gang in Paramaribo, laat staan in de andere districten en het binnenland, waarbij tot aan het begin van dit jaar vele kinderen nog van onderwijs verstoken waren. De particuliere scholen lijken al sedert het afgelopen jaar reeds een antwoord op de corona- pandemie te hebben gevonden, want daar gaat alles rustig verder, via online klassen en opdrachten. Het voorlopige resultaat bij de openbare scholen: ongemotiveerde en zich thuis vervelende leerlingen en studenten, leerkrachten die niet begeleid worden om creatief en op basis van instructies de draad op te pakken en ouders die zich bijna geen raad weten met hun kinderen die de hele dag thuis zitten of waarvoor ze geen oppas hebben. Dit mag niet zo door gaan. We kunnen onze kinderen en ons land dit niet aandoen. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Laten we dit als een crisis aanmerken en ook aanpakken. We moeten het anders doen, doen wat nodig is.
We moeten ons onderwijs inrichten op een manier waarbij wij alle burgers kunnen bereiken en kwalitatief onderwijs kunnen aanbieden. Nu is het de tijd en de kans. We moeten snel schakelen. Dankzij mogelijkheden voor websites, Google, Zoom, YouTube en vele andere internet applicaties die vaak kosteloos zijn, kunnen op simpele manieren online lessen worden aangeboden, onderwijsmateriaal worden verspreidt en met het onderwijsveld worden gecommuniceerd in gebieden waar het mogelijk is. Een simpele tool dat gebruikt kan worden is Google classroom. Google classroom is snel en eenvoudig op te zetten via een Gmail account. De leerlingen kunnen nu niet fysiek in de klas zijn, maar kunnen wel online in de klas aanwezig zijn. Leerlingen en gebieden die vanwege welke reden dan ook verstoken zijn van de digitale highway dienen doormiddel van een goed opgezet systeem van afstandsonderwijs de gelegenheid te krijgen om ook hun competenties te ontwikkelen. Dit kan doormiddel van de televisie, radio of het opsturen van lesmateriaal waarbij de wederzijdse communicatie schriftelijk of via de telefoon plaatsvindt.
Er is naar ons vermoeden nog geen duidelijk zicht vanuit het ministerie hoe het traditionele onderwijs grotendeels snel om te zetten naar digitaal onderwijs en het onderwijsproces adequaat voort te zetten. Maar we kunnen ons vergissen. We kunnen gemakkelijk barrières vinden en benoemen die ons beletten om die transformatie te maken, maar laten wij eerder kijken naar oplossingen.
Enkele problemen met hun voorstel oplossing benoemen we hieronder:
• Ministerie van onderwijs is nog te star op digitaal vlak: Bouw de website van het ministerie van onderwijs om naar een learning platform voor studenten, leerkrachten en docenten. Volg naar het voorbeeld van Guyana, Trinidad & Tabago, Nederland en Curacao. Rust je mensen natuurlijk toe in dit verband.
• Het niet fysiek kunnen verzorgen van lessen: o.a. Google classroom invoeren. Kleine groepen leerlingen kunnen ook in speciaal daarvoor ingerichte lokalen met grote schermen, online lessen op school volgen indien zij niet over laptop/tablet, internet of telefoon beschikken.
• Geen tot slechte internetverbinding (weinig bandbreedte of bereik) en niet beschikken over (of helemaal geen) laptops/computers op scholen: Hier moet de overheid samen met ons staatsbedrijf Telesur en andere particulieren bedrijven er zorg voor dragen met de hoogste prioriteit invulling aan te geven. Het COVID fonds hiervoor aanwenden.
• Het binnenland beschikt niet over breedband internet: Zet een duurzaam systeem op voor afstandsonderwijs waardoor de toegankelijkheid tot het onderwijs wordt bevorderd. Voor nu video lesprogramma’s maken en deze opsturen voor het verzorgen van lessen aan kleine groepen leerlingen in vergaderzalen met ter beschikking gestelde LCD/LED televisies. Leerkrachten kunnen hier ook fysiek lessen verzorgen aan kleine groepen. Er wordt verder gewerkt aan het realiseren van breedband internet en duurzame energie.
• Het niet kunnen bezoeken van de scholen door de leerkrachten in grote getale vanwege de beperkende COVID maatregelen: De leerkrachten in kleine groepen in verschillende lokalen, hun lessen live laten verzorgen, maar dat deze ook worden opgenomen en later op de website van de school te plaatsen. Ze kunnen ook vanuit huis online lessen verzorgen. Dit moet een instructie zijn en niet vrijblijvend. Het ministerie van Onderwijs kan ook standaard lessen, oefeningen en opdrachten op haar website plaatsen. Goede voorbeelden hiervan zijn “Stuka” en “Socialbeing”.
• Geen laptop/tablet voor elk kind: de overheid kan via de banken een fonds hiervoor creëren voor leningen tegen zeer lage rentes z.a. de 5% en 7% hypothecaire leningen voor de bouw.
• Weinig plaatsen met breedband internet verbinding: Hotspots creëren op strategische locaties waar leerlingen in kleine groepen tegen een maximum aan tijd, terecht kunnen om hun online opdrachten af te ronden. Kortom investeren in een elektronische/digitale omgeving.
• Onkunde leerkrachten mbt het digitale: Leerkrachten toerusten en voorbereiden op het digitaal verzorgen van onderwijs.
• Behoefte voor fysiek onderwijs technische scholen, toets- en examenklassen GLO, MULO en VOS en leerlingen met noodzaak voor bijzondere aandacht: Deze leerlingen in kleine groepen toch op school laten komen.
• Behoefte aan praktijklessen voor technisch onderwijs: Investeren in praktijk lokalen.
Als DOE, doen wij een beroep op de overheid, de parastatale bedrijven, het bedrijfsleven in Suriname, het onderwijsveld, ouders en verzorgers om de handen in elkaar te slaan om te helpen investeren in ons onderwijs, te DOEn wat nodig is om dit te realiseren. Onderwijs bepaald onze toekomst. Dit is dus niet slechts een overheidstaak, maar een gezamenlijke inzet. Laten we daarom niet doormodderen. Laten we doen wat nodig is!
Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid
Het bestuur