Door de minister belast met milieuzaken is een dezer dagen bekend gemaakt dat de Milieu Raamwet weer aan een evaluatie zal worden onderworpen. Dat betekent dat de wet die na zoveel moeite tot stand is gekomen, in de ijskast wordt gezet en niet zal worden uitgevoerd. Dit zal dan zo blijven, totdat de nieuwe wet of de aanpassingen in de wet zijn doorgevoerd. Hoe lang dat zal duren weten we niet, maar het lijkt geen handige strategie om op deze wijze met een wet die na decennialang wachten komt, om te gaan. Een grote verworvenheid van de Milieuraamwet is de instelling van de Nationale Milieu Autoriteit (NMA). We hebben eerder in Suriname gehad een minister die belast was met milieu, maar van en sterk optreden was geen sprake. Dat kwam omdat het ministerie aangaf slechts het milieubeleid te coördineren. Dus een rechtsreeks en directe verantwoordelijkheid werd niet geaccepteerd, ook geen verantwoordelijkheid voor het falen of slagen van het milieubeleid. Het gevolg van het gebrek aan accountability was dat er in de periode van een minister van milieu er geen significante verbeteringen zijn geweest in het milieubeleid. De vernietiging van het milieubeleid ging normaal door. De regering refereert terecht naar een Nationale Milieuraad die ooit aanwezig was op het kabinet van de president en er is ook nog steeds een Nimos. Dit instituut is zeer voorzichtig en houdt in de eerste plaats rekening met de verschillende belangen die mensen hebben in bijvoorbeeld de mining sector. Dus de belangen die mensen hebben in het blijven vernietigen van het milieu, daar wordt door het Nimos als eerste rekening mee gehouden. De Nationale Milieuraad bestaat a geruime tijd niet meer. De minister van ROM zegt dat voorheen het milieubeleid rechtstreeks viel onder het kabinet van de president. Inderdaad was deze keus geen garantie voor een beter milieubeleid, omdat een president zich met tal van andere zaken heeft bezig te houden. De minister zegt dat dat in de ‘oude situatie’ de Nationale Milieu Autoriteit, onderdeel was van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar dat moet thans aangenomen worden als te zijn veranderd omdat er weer een minister van milieu is ingesteld. De Milieuraamwet die praat over ‘de ministers zowel afzonderlijk als in enigerlei verband met elkaar belast met milieugerelateerde
Taken’. Dat is nu de minister van ROM. De Milieuraamwet geeft aan dat de NMA ressorteert onder de minister van Binnenlandse Zaken en dat is niet correct, omdat het milieubeleid onder ROM valt. Er moet dus een wetwijziging plaatsvinden en daarvoor is het heus niet nodig dat een commissie wordt genoemd. De NMA moet gewoon vallen onder de minister belast met milieuaangelegenheden en bij gebrek aan een zodanige minister onder een minister aan te wijzen door de president. Die wijziging moet dus in de wet worden aangebracht.
De minister van ROM zegt ook dat hij vereenvoudiging wil van de aan te houden structuur. Wat ons betreft is de structuur echter duidelijk en niet ingewikkeld. Wanneer de NMA wordt ingesteld moeten er geen parallelinstituten meer zijn die vanuit de overheid zich bezighouden met milieuzaken. Eigenlijk moet ook het Nimos als zwak instituut dat weinig mandaat en weinig bevoegdheden en tanden heeft, geheel en al opgaan in de NMA. Dat staat trouwens ook in de wet. Wat heel frommelig in de wet is, is de bepaling da de ‘Coördinatie Milieu onder het Kabinet van de President’ met de goedkeuring van deze wet een naamswijziging ondergaat en voorts de NMA zal zijn. Dat betekent dat men dus chaos en zwakte en gebrek aan structuur incorporeert in de NMA die juist ermee belast was om structuur in de zaak te brengen. Het moet niet verbazen als straks blijkt dat Coördinatie Milieu niets meer en niets minder is dan 1 persoon. Het is dan slecht bestuur om die ene persoon te verheffen tot NMA. Fout in de wet is ook dat de NMA zelf belast is om de bepalingen uit de Milieuraamwet uit te voeren, dat lijkt op of incest of de poes vragen te letten op de melk. We zijn in Suriname gewend om de uitvoering van wetten op te dragen aan een of meerdere ministers, het kan administratiefrechtelijk ook niet anders. Aan het einde van de wet staat wel dat Biza belast is met de uitvoering van de wet en dat is in de eerste plaats tegenstrijdig en in de tweede plaats niet handig omdat milieubeleid kan gaan worden gelegd bij ook andere ministeries. Vastpinnen aan een ministerie bij naam is niet handig. De vraag rijst of de Milieuraamwet goed is gescreend of het gewoon een stuk initiatiefwet is geweest zonder de deskundigen te raadplegen. Nu staat in de wet dat de NMA een bestuur heeft dat door de president wordt benoemd. Dit bestuur kan zo door de president benoemd worden, maar er moet ook betrokkenheid van de milieuminister in deze zaak komen. De NMA heeft een rvt die door de president wordt benoemd. ROM moet niet lang erover doen om deze wet te screenen. Wat de uitvoering betreft zijn er een heleboel goede regelingen erin opgenomen. Een Milieuraamwet is een must, zeker nu we een offshore olie business nu erbij zullen krijgen.