De regering van Suriname moet nu alle zeilen bijzetten om een zodanig meerjarenplan voor de korte termijn nu op te stellen, dat op basis daarvan de algemene politieke beschouwingen en de begrotingsbehandeling kunnen plaatsvinden. Dit deel van het MOP dat 5 jaar zal bestrijken zal volgens het regeerakkoord in totaal 33 maanden duren en opgedeeld zijn in twee fasen namelijk een stabilisatie- (9 maanden) en een herstelfase (24 maanden). Dit zal samenhangend vervat zijn in 1 programma (Stabilisatie- en Herstelprogramma: SHP) en later onderdeel vormen van het traditionele MOP waarin nieuw zal zijn de laatste fase van groei die de resterende 27 maanden van deze regeertermijn zal bestrijken. Hier zullen we doornemen enkele markante zaken die in overweging worden genomen om in het SHP op te nemen. Uiteraard zal de DNA groen licht aan dit programma moeten geven. We weten uit de recente geschiedenis dat het Surinaamse regering kan lukken om de economie te stabiliseren. We verwijzen naar de periode 2000-2010, toen ook een geruïneerde economie met schulden was overgenomen en door prudent beleid de stabilisatie en groei was gebracht. We geloven er wel in dat die groei kan worden gebracht, maar waar wij meer geïnteresseerd in zijn, zijn de maatregelen om ervoor te zorgen dat terwijl het gras groeit, het paard niet sterft. Dus we zijn geïnteresseerd in de ondersteuning van huishoudens die verder in de problemen gaan komen. We benadrukken weer dat er nu al veel gezinnen in problemen zijn. In de morgenuren is het te merken dat er geen files zijn. Veel bedrijven zijn dicht, de maatregel komt van de regering, dus de werkgevers gaan de lonen niet betalen. Gezinnen gaan met minder inkomen komen te zitten en gaan ondersteuning van de regering nodig hebben. De regering kan deze ondersteuning of direct aan de werknemers geven of indirect aan de werkgevers. Maar bedrijven zullen ook dreigen over de kop te gaan, ze gaan personeel de straat op willen sturen. Die bedrijven hebben hulp nodig van de regering. Is de regering in staat en bereid de hulp te geven? Hoeveel hulp en aan wie is door de vorige regering gegeven? En aan hoeveel huishoudens?
Het sociaal vangnet is geen vreemd fenomeen in Suriname. Toen het structureel aanpassingsprogramma werd uitgevoerd tijdens Venetiaan 1 werd dit ondersteuningsprogramma ingevoerd, maar er was ook wel vervuiling en corruptie in het spel. Daarvoor moet de regering wel waken. Gezinnen moeten niet langdurig in het vangnet zitten, maar gezinnen moeten ook worden versterkt. Een voorbeeld daarvan is door de volwassenen in de gezinnen die te lijden hebben aan werkloosheid, zodanig te versterken (door o.a. training, begeleiding en ondersteuning) dat ze of aantrekkelijk worden voor de arbeidsmarkt of dat ze in staat zijn een klein of een micro-bedrijfje op te zetten. Het productiestimuleringsplan is dus verbonden aan het sociaal plan van de regering. Terecht stelt de regering dat het sociaal vangnet er moet zijn om de gemiddelde burger, niet in een uitzichtloze situatie terecht te laten komen. De regering wil voor het sociaal vangnet de ondersteuning gebruiken die er al bestaat in Suriname onder andere via Sozavo. Alleen wil de regering nu de reikwijdte van die hulp vergroten, dus meer mensen toelaten tot het programma (tijdelijk). Ook wil de regering tijdelijk het pakket aan diensten en ondersteuning uitbreiden zodat men tegemoet kan komen aan het in stand houden van de gezinnen. Suriname zou volgens de regering al een relatief goed ontwikkeld pakket van sociale en medische voorzieningen en subsidies hebben, dus in relatie tot andere landen in de regio. De regering betaalt al voor sociale bijstand, maar de criteria hiervoor moeten goed worden omschreven. De regering doet ook al subsidies aan sociale instellingen: ook dit moet transparanter om willekeur te voorkomen. Er zijn huisvestingsprogramma’s met de Islamic Development Bank en de regering van China. Volksgezondheid geeft een pakket aan medische voorzieningen via subsidies aan organisaties als Medische Zending: het hele binnenland krijgt gratis voorlichting, poliklinische behandeling en medicijnen. Ook worden de RGD- poliklinieken in de kustvlakte gesubsidieerd. Hiernaast heeft de regering nog meer dan een 100 miljoen aan bijdragen voor de gezondheidszorg. Bij het sociaal vangnet zal het volgens de regering vooral gaan om de additionele voorzieningen.
Maar men zal via de reeds bestaande hulp, de meer uitgebreide hulp aanbieden. De regering wil de potten die er al bestaan, optoppen. De regering in de periode 2021-2023 in totaal circa SRD 2,5 miljard extra per jaar vrijmaken voor extra sociale voorzieningen. In de planning is wel een compliment waard dat de regering nu al voorspelt hoeveel personen en huishoudens ongeveer in aanmerking zullen moeten komen voor de ondersteuning. Dat zorgt dus voor transparantie en accountability. Na uitbreiding zal de regering de volgende oude en sommige nieuwe programma’s gebruiken voor het sociaal vangnet: AOV, AKB, financiële bijstand personen met een beperking, financiële bijstand zwakke huishoudens, schoolvervoer voor scholieren en studenten, moeder- en kindzorg (babyvoeding), bijstand zeer arme gezinnen en personen, subjectsubsidie stroom en water, continuering van de heffingskorting, salarisverhoging ambtenaren, werklozenuitkering (nieuw), voedingsprogramma arme huishoudens en het schooltassenproject. In de fase van opzet moeten de definities van zwakke huishoudens, zeer zwakke huishoudens, werklozen etc… goed worden gedefinieerd. De opzet ziet er wel degelijk uit.