Den Haag krijgt een slavernijmonument. De bedoeling is dat het in 2023, tijdens de 160e herdenking van de afschaffing van de Trans-Atlantische slavernij, wordt onthuld. Het Haagse centrum voor beeldende kunst Stroom is gevraagd om na te denken over een ontwerp, zo schrijft wethouder Bert van Alphen van GroenLinks in een brief aan de gemeenteraad, aldus Omroep West woensdag 6 januari.
Over de komst van zo’n monument is in de Haagse politiek jaren gediscussieerd. Er zou eerder geen draagvlak zijn geweest voor zo’n monument (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3689658/Weinig-interesse-in-slavernijmonument-Den-Haag). Niemand meldde zich om een monument te realiseren.
Tijdens een debat hierover in de Haagse gemeenteraad bleek echter, dat een aantal organisaties en partijen toch een slavernijmonument willen.
Een commissie onder leiding van oud-wethouder Rabin Baldewsingh heeft vervolgens onderzoek gedaan naar de haalbaarheid. De conclusie was, dat in de gemeente een breed draagvlak aanwezig is voor een herdenkingsmonument en een daaraan gekoppelde jaarlijkse herdenking (https://www.omroepwest.nl/nieuws/3967547/Advies-Den-Haag-moet-slavernijmonument-krijgen). ‘Door gezamenlijk het verleden te kennen en te erkennen, kan er worden gewerkt aan een gezamenlijke verwerking daarvan.’
Het slavernijmonument moet volgens de commissie ‘geen pompeus ruimtelijk monument’ zijn, maar ‘een duidelijk zichtbare wandsculptuur ter markering van de rol die de stad Den Haag in de slavernij heeft vervuld’.
De huidige wethouder neemt de aanbevelingen van de commissie grotendeels over. Dat betekent dat er ook een jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Den Haag komt. De gemeente gaat hiervoor geld beschikbaar stellen. ‘Het moet zich niet slechts beperken tot de Afro-Surinaamse en Antilliaanse samenleving, maar de totale Haagse samenleving moet hierbij worden betrokken.’
PK