Twee vakbonden waren dezer dagen in het nieuws vanwege ontwikkelingen die in hun bedrijven plaatsvinden. Zo was er de bond bij de telecom-onderneming Telesur die te horen kreeg dat een afslanking van het bestand met een derde noodzakelijk is. Dat is voor Surinaamse begrippen een aardige inkrimping. De productiviteit van het bedrijf zou zijn gemeten. De meting is gedaan eerder of het is gedaan door de nieuwe rvc. Uit de meting moet zijn gebleken dat de kostprijs per bel- of internetminuut, heel simpel genomen, aan de hoge kant ligt. De kostprijs per eenheid per werknemer zou dan hoger moeten liggen dan van de Surinaamse concurrent. Het zou dan ook hoger moeten liggen dan wat als richtsnoer internationaal acceptabel is, dus volgens een internationale vergelijking. We hopen en we gaan ervan uit dat die meting en de benchmarking is gedaan. Is het niet gedaan, dan is het plan om in te snijden in het personeel niet gebaseerd op rationele dus wetenschappelijke gronden. Het is dan natte-vinger-werk, zoals we in Suriname over het algemeen gewend zijn om te doen in bedrijven die aan ons toebehoren als privé burger. Nu is deze onderneming geen privebezit van een persoon, en zijn persoonlijke opvattingen hoe een bedrijf te runnen niet relevant. Wat in een klein bedrijfje werkt, hoeft nog niet op te gaan in een grote onderneming als Staatsolie. De vakbond zelf heeft nogal koeltjes gereageerd op de mededeling van de nieuwe rvc om een derde van het personeel in te krimpen o.a. door personen die pensioneren niet te vervangen. Maar dat zal dan wel een aantal jaren duren voordat men het quotum van een derde heeft bereikt. Indien het plan hard is en politiek draagvlak heeft, dan zal men additionele maatregelen treffen om af te slanken. We hebben dat eerder bij andere grote bedrijven gezien in Suriname, toen men op het punt was om te stoppen en te vertrekken uit Suriname. De additionele maatregelen zullen erop neerkomen dat men eerst de werknemers de gelegenheid zal geven zelf te vertrekken, eventueel met voorzieningen of een afkoopgeld. De rest die niet met een vrijwillig vertrek akkoord gaan, moeten dan hardhandig worden ontslagen volgens de regels die statutair gelden. Dan denken we aan de cao en de wetgeving van Suriname. De vraag komt dan wel op of de eigenaren van het bedrijf zonder de bond te kennen over kunnen gaan tot het inknippen in het personeel. Of is er al een deal gesloten met de bond? Dat zou dan wel vreemd zijn omdat de bond geen akkoord kan geven aan zo een plan zonder de alv om een mandaat te hebben gevraagd. Uit het relaas van de bond blijkt niet dat zo en alv al is belegd. In het geval dat werknemers ontslagen moeten worden, zal een aantal burgers van Suriname werkloos worden, en dan is te hopen dat dat tijdelijk is. En dat men na sollicitaties elders in aanmerking komt voor een baan.
De bond loopt niet te hard van stapel, een wijs besluit. De bond wil waarschijnlijk geen ruzie met de regering, de bond weet waarschijnlijk hoe snel het klimaat bij de regeringen kan omslaan. De bond geeft wel aan dat ze uitkijken naar het moment waarbij een lid van hun bond toegelaten wordt tot de rvc. Nu hebben wij eerder gezegd dat het niet gek, ongewoon of irrationeel is dat vertegenwoordigers van werknemers in een raad van toezicht gaan zitten. Nu blijkt duidelijk waarom dat van nut kan zijn, juist bij dit soort zwaarwichtige besluiten om in te snijden in het personeel. Als men onderdeel is van de rvc dan heeft men inzage in de productiestatistieken van het bedrijf en ook de productiviteitscijfers. Dan men ken ook ertoe bijdragen dat de besluiten gebaseerd zijn op redelijke gronden en niet op basis van toevallige opvattingen.
De vraag is dan ook waarom de aandeelhouders de bond van het bedrijf, die in de afgelopen jaren heeft bewezen een zeer gematigde (niet heethoofdige) bond te zijn, een vertegenwoordiger van de bond nog niet tot de rvc hebben toegelaten. Indien het lange tijd zo is geweest dat een bondsvertegenwoordiger in de rvc zit, dan kan gesproken worden van een gebruik en dus een verworven recht. Dat recht moet dan worden nageleefd, zoals een overeenkomst tussen de twee partijen (bedrijf en bond) zou moeten worden nageleefd. Maar het kan ook zijn dat de twee partijen een mondelinge of een schriftelijke agreement hebben dat telkens een rvc-lid vanuit de werknemers wordt toegelaten. Die overeenkomst moet dan worden nageleefd. Maar het een en ander zou ook geregeld kunnen zijn in de statuten of de wet waarmee het bedrijf is opgericht. Wanneer er sprake is van een gebruik (een verworven recht) of van een overeenkomst, dan zal de bond op den duur met middelen die daarvoor in aanmerking komen, kunnen ‘afdwingen’ dat het rvc-lid wordt toegelaten. Het risico daarvan is dat in het bedrijf het risico van een conflict ontstaat tussen het management en de bond. En we weten uit vakbondsstrijd van bijvoorbeeld de leraren dat het op den duur een persoonlijke zaak wordt waarbij men niet meer op de bal speelt. Het bedrijf Telesur is een onderneming met redelijke rust en een dienstverlening waarover er gemengde gevoelens bestaan binnen de samenleving, maar het lijkt de goede kant op te gaan. Het bedrijf moet worden behouden en naar grote hoogten worden gebracht. De werkgelegenheid in het bedrijf is belangrijk, inkrimpingen moeten na ampele overwegingen in dialoog met de bond dienen plaats te vinden.