We hebben enkele dagen terug een zeer turbulent jaar afgesloten, maar de grenzen van een door mensen gemaakte jaartelling brengen niet met zich mee dat ook de lasten die hebben bestaan, bij de grens ophouden. Suriname is na een economische uplift in het eerste decennium van het nieuwe millennium, een periode die aangeduid werd als een kunstmatige welvaart, inmiddels ondergedompeld in een periode van economische malaise en sociale misstand. Velen hebben graag het jaar 2020 afgesloten, maar de eerste dag van 2021 verschilde aan kansen en bedreigingen niet veel van de laatste dag van 2020. Suriname is in het buitenland steeds meer en meer geportretteerd als een land waar er armoede heerst en als een land waarvan de inwoners en de regering steun nodig heeft van buitenlanders en het buitenland. Containers worden gevuld, er wordt gefilmd en er wordt verteld dat er aan alles ontbreekt in Suriname, ook eten. Het imago van Suriname is zwaar aangetast, we zijn nu duidelijk voor de buitenwacht een arm land. Er worden zelfs op de nationale televisie in Nederland benefiet-campagnes gehouden voor Suriname. We hebben inmiddels al heel stevig een ander bewind in het land en er is aan de kiezers voorgehouden, voor de verkiezing, dat de problemen van het land groot zijn, maar dat men al een kant en klare reddingsplan had voor Suriname. Dat was gereed om te worden uitgevoerd, alles was al goed uitgekiend, berekeningen waren al gemaakt, financieringsmodaliteiten bestonden er ook.
De kiezer is ervan uitgegaan dat geld het probleem is van Suriname, dat het niet om veel geld gaat en dat het geld in ruime mate van buiten op te trommelen viel. Dat het relatief niet om veel geld is waar, maar minder waar is de veronderstelling dat het Surinaams probleem een geldprobleem is. Door de nieuwe politieke constellatie is vernieuwing van een verziekt en corrupt systeem beloofd, die vernieuwing is inderdaad nodig. Het snelst en gemakkelijkst door te voeren vernieuwingen zijn de bestuurlijke vernieuwingen. Dat zijn de vernieuwingen om op een andere manier de regering (de administratie) te draaien, besluiten te nemen, te besturen, soms met nieuwe instituten. Gebrek aan transparantie bijvoorbeeld lag aan de basis van een funest beleid van de vorige regering. Te veel ‘dieken’ in de tori’s van de regering werd bestraft, er volgde intimidatie. Het gevolg is dat er nu gelegenheid voor deze nieuwe regering is om te zeggen dat men niet wist hoe groot echt de chaos was, nu pas zou het echt duidelijk zijn. Over het algemeen zou je dan verwachten dat bestuurlijk de ‘checks and balances’ worden verstevigd, middels de Wet Openbaarheid van Bestuur. Die wet had in de afgelopen maanden snel aangenomen kunnen worden in DNA. In de uitvoering is het geen moeilijke wet, maar het zorgt er wel voor dat de overheidskantoren glazen wanden krijgen. Er is genoeg kader in Suriname om het overheidspersoneel te trainen, onder andere in moderne dossiervorming en het op correcte wijze aanbieden van dossiers aan degenen die daar inzage in willen hebben zonder de privacy of de geheimhoudingsplicht waar nodig te schenden.
In het nieuwe jaar zijn de verwachtingen iets minder geworden, omdat de contouren van de verandering en de lijn nog niet zichtbaar is. Waarschijnlijk is er teveel binnenskamers en achter de schermen gewerkt en heeft men de tijd nog niet gehad om de boodschap van terechte hoop te brengen voor de kleine man onder andere de loontrekkers en de kleine zelfstandigen. Op de betalingsbalans zou er al sprake zijn van grote vooruitgang en dat is op zich een goede zaak. Maar we herinneren ons de zelfkritiek in de derde periode van Venetiaan, toen hij aangaf dat de economische groei zich niet had vertaald in sociale vooruitgang. De boodschap van de coalitie voor 2021 is algemeen van aard en een herhaling van het vage van de eerste dagen na de verkiezingsoverwinning. De indruk bestaat dat de regering er niet in is geslaagd om het kader dat gereed stond voor de verkiezing, bij elkaar te brengen om een aantal concrete zaken op korte termijn, in elk geval gedurende de eerste helft van deze regeerperiode aan te pakken. De indruk moet niet gaan ontstaan dat de verkiezingswinst een doel was en niet een middel. In de boodschap zijn cruciale zaken niet aan de orde gekomen en we gaan ervan uit dat het niet komt dat er een verwijdering is ontstaan tussen de regering en de politieke partijen, waardoor er informatiegaps kunnen ontstaan. Dringend voor 2021 is het hulppakket van de regering aan de bedrijven die door corona in de problemen zijn en de werknemers die daardoor ook minder verdienen.
Wanneer komt de hulp aan de bedrijven en de werknemers die straks door de lockdown te maken zullen krijgen met no work no pay? Het is internationaal een standaardprocedure dat de regering een uitspraak doet over de werkloosheid en de verwachtingen die er zijn voor de schepping van nieuwe banen in het komende jaar. Wanneer burgers inkomen hebben en hun gezinnen kunnen onderhouden ontstaat automatisch een rust in de samenleving. Naar die rust kijkt de ontgoochelde Surinaamse samenleving uit. Als de werkloosheid laag is, dan moet dat ook gezegd worden en dan moet gekeken worden naar de voorzieningen waarvoor de werkende mensen in aanmerking komen bijvoorbeeld de lonen. In het nieuwe jaar hopen we dat de regering maatregelen neemt om het informele circuit in te dammen, omdat dit zorgt voor oneerlijke concurrentie waarvan de nette bedrijven het slachtoffer zijn. Er dient alsnog verhoogde prioriteit gegeven te worden aan het aantrekken van foreign direct investment gericht op de exportvergroting. Het effect zal zijn economische groei, verhoging van het bbp en indien lokaal arbeid wordt gebruikt om de werkloosheid te verlagen. In 2021 moet ook realiteit worden de vaccinatie voor corona en wanneer het ergens in maart-april mogelijk wordt om te reizen, dat er genoeg capaciteit is dat reizigers worden ingeënt (vergelijkbaar met het gele-koorts-systeem), eventueel tegen betaling, en voorzien worden van een internationaal herkenbaar corona-vaccin-boekje dat men op de luchthavens kan aantonen.