‘Landgenoten,
Suriname en wij Surinamers, zijn uniek in de wereld. Als volk hebben we een sterke verbondenheid met elkaar én met het land. We nemen afscheid van een zeer turbulent jaar. De Covid-pandemie heeft ons verschillende lessen geleerd. We zijn met onze neuzen op de feiten gedrukt, dat wij als mensen niets kunnen doen aan omstandigheden die buiten onze macht liggen. Een klein minuscuul virus, dat we niet
eens kunnen zien met het blote oog beheerst de hele wereld, beheerst de mensheid. Ook hier in ons land hebben we familieleden verloren, hebben we onze economie in de pauzestand zien gaan en hebben we onze gedragingen sterk moeten aanpassen.
‘Van een goede crisis moet je profiteren’, zei de Britse politicus Winston Churchill al. Dat is de andere kant van deze pandemie. We zijn met zijn allen ‘back-to-basics’. Terug naar het zorgen voor elkaar, meer aandacht geven aan elkaar, minder materiële zaken, maar vooral je gevoel laten spreken.
Er zijn initiatieven gestart, waarbij onze eigen burgers verantwoordelijkheid hebben genomen om te helpen waar nodig. Ons eigen toerisme is herontdekt en ja, we hebben allemaal pas op de plaats moeten maken en dat zal in 2021 nog even door moeten gaan en geleidelijk zullen wij passen voorwaarts moeten maken. Want er is een vaccin, maar we verwachten het pas in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar. Tot die tijd moeten we zelf op ons gedrag letten en nog even geduld hebben. We denken vanavond in het bijzonder aan onze frontliniewerkers, die ondanks het risico voor hun eigen gezondheid, voor ons blijven zorgen.
Ook op een avond als deze. Ik wil ze allemaal opnieuw bedanken voor hun inzet en ik vraag u om hetzelfde te doen, door u aan de maatregelen te houden, zodat zij het wat rustiger kunnen hebben.
Landgenoten,
In mijn eerste nieuwjaarstoespraak, als president van de republiek Suriname, wil ik me vooral richten op datgene wat voor ons ligt. Onze toekomst. Het nieuwe jaar moet een jaar worden waarin we ons vooral richten op ‘geloof-in-ons-zelf’. In het versterken van onze waardigheid, onze onafhankelijkheid en het besef dat wij als Surinamers, in een van de mooiste landen van de wereld wonen en ik weet, we zijn mens, dus het is niet altijd makkelijk om dat geloof vast te houden. Dat we ons zorgen maken over het realiseren van onze idealen en beloften. Over de dagelijkse zorgen, over het gevecht om elke dag eten op tafel te krijgen. Maar, ik vraag u vandaag om niet te onderschatten, welke rol we
zelf kunnen spelen. En met we bedoel ik, U, uw buurman, uw vrienden, uw collega en ik als uw president.
Laten we onze eigen kracht niet onderschatten. We zijn een sterk volk. We hebben veel doorstaan we kunnen dit ook doorstaan. We moeten naar een positief denkbeeld over onze toekomst. Naar een gedachte dat we allemaal één zijn en samen één doel hebben.
Vrijheid, gelijkheid en eerlijke kansen voor ons allemaal. Dat we streven naar een leven dat niet bepaald wordt door angst maar geleid wordt door hoop en trots. Een leven dat geen onderscheid maakt tussen burgers, maar gelijkheid schenkt. Een leven waarin de rijkdom van dit land ten goede komt aan een ieder en niet alleen een selecte groep. Want hoewel veel mensen denken dat alleen de regering verantwoordelijk is voor het creëren van omstandigheden, zeg ik u vandaag het is een samenspel. Een samenspel van overheid, burgers en maatschappelijk- en zakelijk leven. Samen zullen we het moeten doen. Laten we dit nieuwe jaar gebruiken om een nieuw begin te maken. Een begin, waarin we samen onze toekomst gaan plannen. Als land hebben we alle burgers nodig, we moeten samen onze krachten bundelen. We gaan samen werken aan een goede gezondheidszorg, goede veiligheid en samen ook ervoor zorgen dat ons onderwijs staat voor kwaliteit en we gaan tevens er samen voor zorgen dat iedereen perspectieven heeft op een baan, waarmee je een leven kan opbouwen.
We kunnen dit. Ik heb er alle geloof in. We komen uit een donker gat en er is alleen maar zicht op meer licht. Ik heb die heilige overtuiging dat een en mooie toekomst mogelijk is. Mits we het geloof in onszelf en in elkaar vasthouden. We kunnen samen niet alles. Maar, wel veel.
Net als velen van u ben ik als kind opgevoed door de buurt waar ik woonde en niet alleen door mijn ouders. We hielden er als kind rekening mee, dat de buren ons aanspraken als er iets niet goed was. Dat ze voor ons zorgen, wanneer het nodig was. Eten was er altijd genoeg ook als anderen mee moesten eten. De auto was groot genoeg, als we buiten de stad gingen, en drie of vier buurtkinderen meegingen en ja, we vierden altijd samen de hoogtepunten of ondersteunden elkaar ook bij de dieptepunten in ons leven. Die tijd, de omstandigheden, en de mensen om mij heen, die hebben mij gevormd, dus u ook. En hoewel ik besef dat tijden veranderen, is dit toch de norm die we als Surinamers kennen. We zijn een bevolking, die oog heeft voor elkaar, en we weten dat het leven bestaat uit vallen en opstaan, en geven en nemen.
Laten we dat niet uit het oog verliezen. Deze norm moeten we vasthouden, ook in moeilijke tijden. Want dit is de norm die ons maakt tot wie we zijn.
Beste mensen,
Ik besef als geen ander, dat verandering niet van de ene op de andere dag zal plaatsvinden. Er is een realiteit waar we rekening mee moeten houden. Een realiteit, waar we als regering in gestapt zijn. Maar bij mijn aantreden heb ik u een belofte gedaan en wie mij kent, weet dat ik dat alleen maar doe, als ik weet dat ik het kan waarmaken. We gaan dit land samen uit de problemen halen. We gaan dit land samen opbouwen en we gaan samen dit land samen ontwikkelen, met de rijkdommen van dit land, die voor de hele bevolking bestemd zijn.
Wans ope tata komopo, wi moe siti kondre bun. Dit is een heilige opdracht.
Mijn overtuiging is dat de belangen die we delen, groter zijn dan de krachten die ons scheiden.
Ik weet dat veel van u zich afvragen of we echt die nieuwe start gaan maken. Er is zoveel wantrouwen in de politiek en in de overheid. Maar, als we ervoor kiezen, om ons aan het verleden vast te laten houden, zullen we niet verder komen.
Dit land heeft een jonge bevolking en ik wil vooral tegen hen zeggen: je hebt het vermogen, om dit land voor jou en de kinderen, die na jou komen op te bouwen. En ja… misschien gaat het volgens sommigen niet snel genoeg. Maar, het gaat niet altijd om de snelheid maar meer om de weg die je volgt, om op het punt te komen waar we allen willen zijn. En dat is een betere toekomst waar alle Surinamers in eenheid en saamhorigheid gelukkig kunnen leven. Het is aan ons om te beslissen of we deze tijd besteden aan het focussen, op wat ons scheidt, of juist op wat ons bindt. Wij bepalen waarvoor wij ons inzetten en doen wat nodig is. Alleen zo, zullen we een gemeenschappelijke basis vinden met een focus op de toekomst die we voor onszelf en voor onze kinderen willen. We moeten het samen doen.
En geloof me het is makkelijker om oorlog te voeren, dan om te vechten voor vrede. Het is gemakkelijker anderen de schuld te geven, dan jezelf te onderzoeken; het is gemakkelijker om te wijzen, op wat ons onderscheidt van elkaar, in plaats van te letten op hetgeen wat we gemeen hebben. Maar, als we vasthouden aan het principe dat we geven wat we willen ontvangen. Dat we vergeven om zelf vergeven te worden, dat we elkaar behandelen zoals wij behandeld willen worden. Dan is de grootste hobbel genomen. We hebben de kracht om dit land op te bouwen waar we naar , maar dat kan alleen, als we samen die nieuwe start maken.
Een fijn en gelukkig nieuw jaar.
Boen njoeng jarie,
Subh Naya Saal
selamet tahun baru
xin nian kuai lo
God bless you, God Bless Suriname.’