De burger is nog steeds geïnteresseerd in welk standpunt de VHP-Abop regering zal nemen inzake de rij- en voertuigenbelasting (RvB). In niet mis te verstane woorden gaf de VHP vóór de verkiezing aan dat deze belasting niet gehandhaafd zal worden. Na de verkiezing lijkt dat enthousiasme bij de VHP verdwenen te zijn. President Chandrikapersad Santokhi installeerde in oktober de werkgroep ‘Aanpassing Evaluatie Wet Rij- en Voertuigenbelasting’. Deze werkgroep heeft ondertussen de stand van zaken niet gepresenteerd, de coalitie is daarvan niet op de hoogte. De RvB is in 2018 door het parlement aangenomen en is in januari 2019 afgekondigd.
Er was eerder een hele discussie over het wel of niet betalen van de RvB in december, daar deze belasting betrekking heeft op een heel kalenderjaar. Anand Biharie, voorzitter van Stichting Centre for Public Affairs Suriname (CPAS), liet hierop weten dat de RvB-kwestie in hoger beroep ligt en de overheid de burgers dus niet kan verplichten om deze belasting te voldoen. Na het vonnis in het kort geding over RvB in maart 2019 heeft CPAS onmiddellijk hoger beroep aangetekend, waarvan de eerste rechtszitting op 15 november 2019 heeft plaatsgevonden. Biharie verduidelijkte dat het hoger beroepsproces nog niet afgelopen is. CPAS heeft een beroep gedaan op de juridische misslagen in de oordeelsvorming van de kortgedingrechter, waarbij CPAS vordert dat het vonnis vernietigd wordt door de hoger beroepsrechter. Zolang er hierin geen vonnis wordt geveld, is geen enkele burger verplicht om de RvB te voldoen, aldus Biharie.