De regering heeft met het uitbetalen van een zogenoemde bonus in november en december van SRD 300 twee klassen werknemers gecreëerd. Dat is het gevoel onder veel arbeiders in het particuliere bedrijfsleven. Het heeft er alle schijn van dat de regering Santokhi-Brunswijk meer aandacht heeft voor ambtenaren, dan voor de kennelijk voor hen onzichtbare hardwerkende werknemers bij bedrijven en in de private sector.
In een bekendmaking op 27 november van het ministerie van Financiën en Planning, wordt gesteld dat de ‘tegemoetkoming van de extra SRD 300 niet wordt uitgekeerd aan werknemers in de private sector’. De regering heeft slechts werkgevers in de private sector opgeroepen ‘haar voorbeeld te volgen en hun werknemers ook een tegemoetkoming van SRD 300 in de maanden november en december 2020 te geven’. Ook stelt het ministerie in haar bekendmaking ‘de werkgever is niet verplicht deze tegemoetkoming uit te keren aan haar werknemers, echter rekent de regering erop dat de private sector haar voorbeeld zal volgen in het tegemoetkomen van de werknemers’.
‘De extra tegemoetkoming aan de werknemer wordt aangemerkt als een deel van de koerscompensatie en geeft de werkgever de mogelijkheid om deze extra tegemoetkoming belastingvrij uit te uitkeren. Het is dus geen belastingkorting’, aldus het ministerie.
Volgens een werkgever in het midden- en kleinbedrijf met acht personeelsleden in dienst, negeert de overheid de werknemers in de private sector, terwijl juist veel van deze werknemers armoede lijden door de koersunificatie en de daaruit voortvloeiende almaar stijgende maandelijkse vaste lasten en stijgende prijzen van producten in de winkels en supermarkten. ‘De regering gaat er kennelijk vanuit dat de werkende klasse alleen uit ambtenaren bestaat en constant verklaart trots te zijn dat zij in staat is de lonen van de ambtenaren te betalen iedere maand zonder daarvoor leningen te moeten afsluiten. Die lonen kunnen mede worden uitbetaald door het zweet van de particuliere werknemers.’
De werkgever vervolgt tegenover Dagblad Suriname: ‘Ook de werkgevers in de particuliere sector zijn achteruit gegaan door de economische situatie, waarin het land is beland, de devaluatie en het effect van de dalende koopkracht, ook door de covid-pandemie. Mijn klanten blijven dan ook weg. De groei in het bedrijf is eruit. In andere landen ontvangen bedrijven wel covid-steun, maar in Suriname zien wij juist meer druk ontstaan op de particuliere bedrijven, die meer en meer in een soort coma verzanden. Mijn bedrijf heeft de luxe niet meer de extra kosten te kunnen betalen. Ik zeg u eerlijk, ik kan amper mijn bedrijf nog in stand houden en heb werkelijk iedere maand moeite de lonen te betalen. En zo vaak hoor je president Chan Santokhi zeggen dat hij zo blij is weer in staat te zijn geweest de lonen van de ambtenaren te kunnen betalen. Maar, wij dan heer Santokhi?’